Donderdag 02 juni 2011: Zeelandbrug: Yes, uiteindelijk toch eens op Zeelandbrug gedoken
We hebben één grote vraag vandaag. Gaat het lukken om eindelijk na al wel wat jaren duiken de eerste keer op de Zeelandbrug te duiken? Who knows. We doen wel alles vandaag om het goed te doen daar, we hopen dan ook dat het zal lukken. De verhalen van de Zeelandbrug hebben in onze duikershersenen al mythische proporties aangenomen en we gaan vandaag kijken of deze bekende en populaire duikplaats evenveel mystiek bevat als we wel denken. De duikplaats aan de Zeelandbrug, de noordkant, is een tijd dicht geweest en eens de duikplaats in het voorjaar van 2010 weer open is gegaan is er veel veranderd, maar dat weten we niet want nu juni 2011 duiken wij hier voor het eerst. We waren vorige week toen we zagen dat het te slecht was om te duiken al naar de plaats gaan kijken, dus dat doen we vandaag niet meer en maken ons direct klaar om het water in te gaan. Veerle gaat wel al eens kijken met Cartouche, want die zijn ook meegekomen. Eigenlijk is dat wel straf, want we waren opgestaan om half zeven om tegen half acht ongeveer bij Roel te zijn. Cartouche veegt met zijn pootjes de laatste slapers uit zijn ogen en dan is iedereen klaar om een duikje of een wandeling te doen, joepie. Eindelijk gelukt.
We komen aan bij de duiktrap, die effectief ook als dusdanig is aangeduid en wachten even op twee Nederlandse duikers die te water willen gaan net voor ons. We hebben de goede beslissing genomen om iets voor de rest te water te gaan, dan kan het nog goedkomen qua zicht en ook qua aantal duikers. Of misschien ook niet. We raken alledrie makkelijk het water in, doen de vinnen aan en we zien dat Veerle en Cartouche al langs de dijk aan het wandelen zijn, wanneer we kopje onder gaan. Vlak aan de nieuwe duiktrap liggen breukstenen: die zijn daar gelegd wanneer ze ook de staalslakken er neergeplant hebben vorig jaar. We zien dat er in het begin belachelijk veel zeesterren liggen. Dat staat ook specifiek vermeld in 'Duikersgids 7', dus dat is helemaal niet verwonderlijk. Kleine zeedonderpadjes zoeken beschutting tussen de sponzen en andere begroeiing op de grote stenen. Sommige van die stenen steken wel een meter boven de anderen uit: het beste is dan ook om hier regelmatig eens naar boven te kijken en je kop erbij te houden, anders zal je snel met het hoofd tegen zo'n steen hangen.
Timo, de naaktslakkenspotter ziet al direct een paar vlokkige naaktslakken, het zijn er met een roze tint en hij ziet ook een groene wierslak. Die hebben we dit jaar wel al regelmatig gezien en ook hier zit die in grote getale, we zien er een stuk of 6. Al snel zien we ook verschillende soorten legsels van naaktslakken, dit wil zeggen dat er hier nog andere soorten zitten. Timo spot ook de derde en vierde soort: bruine plooislak en die zijn hun eitjes aan het leggen. Sommige zijn oranje-rood, andere zijn iets witter, maar het zijn wel allemaal dezelfde. De vierde soort is een boompjesslak. Na de eerste keer die gezien te hebben in Wemeldinge, herkennen we die nu veel mekklijker. We blijven de hele tijd op een meter of zeven duiken, want dan moeten we de pijlers tegenkomen en iets verderop ook de sepia-stellingen. Het is nog volop de tijd van de sepia's en we hopen dat we ze nog eens zien. Timo en Roel hebben er al drie gezien dit seizoen op Oesterdam, maar Jurgen nog geen enkele. We merken dat de stroming al iets minder wordt nu en we kunnen dan ook makkelijk blijven hangen bij een wakame-wier waar drie kleine baby-snotolfjes beschutting gezocht hebben. Echt drie in totaal op één klein stukje wier. Er is er één bij die al iets groter is en die andere twee zijn nog kleine ukkies. Ze zijn echt heel erg schattig, zelfs al hebben we die dit seizoen al veelvuldig gezien. We raken stilaan allemaal erg verliefd op de snotolf, meer op de schattige baby'tjes, dan op volwassen exemplaren, die er niet direct uitzien als Miss of Mr Zeeland.
Dan naderen we, denkt Timo die de duikleiding heeft, dat we stilaan bij de pijlers moeten komen. En dat is inderdaad het geval. We zien een donker gevaarte voor ons opdoemen en we bekijken de pijler eens langs de westelijke kant. Die is mooi begroeid met sponzen, tubularia, oesters, mosselen, anemonen en veel krabben zoeken hier achter de pijler beschutting tegen de stroming. We ronden de pijler langs rechts (zuidkant dus) en ineens voelt Timo dat de stroming hier echt heel erg begint op te zetten. Zijn buddies hangen achter hem en zien dat hij heel krachtig begint te palmen en ze hebben niet echt door waarom. Wanneer ze ook langs de zijkant van de pijler komen, weten ze het. We dachten de pijler rustig van kop tot teen te bekijken, maar dat is nu niet meer een deel van het plan. We palmen verder tot we het einde van de pijler bereiken en daar wacht Timo op zijn twee buddies die richting hem gezwommen komen. Het zicht is goed, dus het levert niet al te veel problemen op, want al snel zijn we terug samen. Dan verder richting sepia-stellingen, want we willen de sepia's echt wel zien vandaag. De stroming is terug wat minder, maar wel tegen ons in, dus we moeten hier niet te lang meer onnozel doen. Timo ziet in de hoek van enkele stenen een galathea zitten. Jurgen en Roel spotten nog enkele grote heremietkreeften en zeedonderpadjes. Ook die zijn geestig als ze klein zijn. De hele tijd zien we grote schaduwen langs onze rechterkant en Timo herkent er harders in. In totaal ziet Timo er wel een stuk of vijf.
En dan komt het moment suprême, of dat hopen we toch. Het eerste wat we merken is dat we nu terug over zand duiken en dan weten we dat we ons doel naderen. Hoe weten we dat: een grote stofwolk voor ons belemmert het zicht enorm, niet te schatten. Hier zijn precies nog duikers geweest, want de sepia's maken niet veel stof, zelfs niet als ze aan het paren zijn. En inderdaad, we zien op onze linkerkant enkele stokken in het zand steken en een kleine sepia zwemt ernaast. Die verdwijnt al snel tussen het stof in het water, maar we duiken gewoon verder in de hoop op deze diepte tussen zes en zeven meter nog andere stellingen te zien. En ja hoor: iets verderop staat er een hele hoop stokken en daar zitten wel vijf sepia's bij elkaar. En nu begrijpen we ook wat ze bedoelen met sepia-gekte, het is een drukte van jewelste aan deze stokken, er ligt één duiker te filmen zo dicht bij de sepia zelf dat er niemand anders nog iets kan zien. Een geluk dat er nog meerdere exemplaren zitten hier. Een andere duiker neemt gewoon de vinnen en benen van Roel vast om die om te keren en zo helemaal gedesoriënteerd te maken. Gelukkig blijven we goed bij elkaar tijdens dit proces, maar we concluderen toch dat sommige duikers echt degoutante mensen zijn. Even, een halve minuut maar, nemen Jurgen en Roel de 'vinnen' om terug naast Timo te komen en is hij helemaal alleen, maar al snel lossen we dit op en we vinden elkaar terug. Swat, dit moest even van mijn hart, dat er sommigen toch niet zo veel respect hebben, niet voor het leven en niet voor collega-duikers. Kloothommels! - Daarmee wil ik niet elke duiker over dezelfde kam scheren, maar ik doel enkel op die paar die het voor de rest verzieken. :-)
Ondanks dit alles kunnen we toch perfect genieten van de sepia's, zien dat man- en vrouwlief het goed hebben, want hij heeft een lach tot achter zijn ogen. LOL. We blijven hier even hangen en proberen die uit verschillende hoeken te bekijken. Timo neemt keiveel foto's en beslist dan zelfs een filmpje te maken - een goed en strak plan. Het is altijd leuk om ook eens bewegende beelden te hebben. We hangen zo een paar minuten bij de sepia's en genieten echt van het zicht. Op regelmatige tijdstippen komt er een stofwolk aan, maar zelfs dan door het zand in het water door zien we een paar keer dat het vrouwtje de eitjes afzet. Dat is een leuk zicht. We hebben de sepia's gezien en ook uitgebreid bestudeerd en dan wordt het Timo te druk, dus terug richting duiktrap. Op nog een kleine twintig minuten komen we er dan ook en zien eigenlijk niets speciaals meer. De kleine zeedonderpadjes zitten op de stenen en blijven rustig lachen naar de camera. Op drieënzestig minuten moeten we ongeveer terug aan de trap zijn denkt Timo en doet dan ook teken stilaan naar boven te gaan. We zijn er iets meer dan tien meter af en gaan terug aan land. Boven aan de trap is het wederom druk van alle duikers die uit het water komen en we stappen gezwind over de treden naar boven. Daar staan Veerle en Cartouche al te wachten en iedereen is blij om terug levend uit het water geraakt te zijn, alsof dat ooit een probleem zou zijn. Hoewel sommige mensen wel iets hebben als ze uit het water komen: Dit hebben we weer overleefd. LOL. Joepie!
Alles terug in de auto, dan iets drinken op het terras van restaurant De Zeelandbrug en dan gaat het terug naar huis. We moeten nog even wachten op de brug die open staat voor de bootjes en hebben er al een toffe voormiddag opzitten. De Zeelandbrug is een leuke duikplaats waar wel wat te zien is (zeker nu met de sepia's), je moet er enkel rekening houden met drukte, want naar het schijnt is dit één van de meest populaire duikplaatsen in heel de Oosterschelde. Dat hebben we al ondervonden. Maar we eindigen toch met de bemerking dat we een hele goede duik hebben gehad en we zijn blij dat we dit gedaan hebben. De Zeelandbrug is niet langer een mythe, maar een plaats waar we zeker nog zullen duiken. Echt een toppertje!
Duikerswijsheid: Wil je echt wel tarten het lot, ruik dan aan je duikersbot!