Donderdag 21 juli 2011: Thema van de dag: brokkelsterren
Plompe Toren: veel hebben we erover gelezen, veel hebben we erover gedroomd om hier te duiken en nu eindelijk vandaag zijn de duikgoden ons goedgezind. Er is niet veel wind (1-2 beaufort), en de wind komt uit het noordnoordwesten, ideaal, het is laag water, we moeten te water gaan om één uur in de namiddag, het is een nationale feestdag: alle omstandigheden zijn ons dus goedgezind en we rijden naar Burgh Haamstede, de Plompetorenweg. Dat staat zo in de GPS en we kunnen die dan ook makkelijk vinden. De GPS stuurt Timo een serieus eind rond langs de Zeelandbrug. We zien daar al dat het water relatief kalm is en dat de Oosterschelde ons uitnodigt om te duiken vandaag. In Klein-Brabant zijn we vertrokken rond elf uur met niet zo goed weer, maar eens we in Zeeland toekomen is het echt schitterend. Hier en daar een wit wolkje en de zon komt ertussen kijken. Het is de eerste dag dat het een beetje deftig weer is om te gaan duiken. We komen na een uur en veertig minuten aan op de duikplaats. In de duikersgids vertelden ze ons dat we zover mogelijk naar het westen moesten gaan staan. We beslissen echter om ons in het midden van de parking te zetten. Hier kunnen we makkelijk de betonnen muur over en dan over een padje tussen en over de stenen te water gaan. Alles is dik OK. Er is weinig volk, er staan geen golven: het zou wel eens een mooie duik kunnen worden vandaag.
Timo is hier met Roel en we zijn op tijd klaar om te water te gaan. Het is kentering om zes voor twee, maar hier op Plompe Toren moeten we er twintig minuten van aftrekken en we moeten om precies om één uur te water. We zijn dan ook goed op tijd klaar: we starten de duik uiteindelijk om twee over één, perfect getimed. De eerste twee meter langs de kant ziet het water een beetje bruin, maar daarvoorbij ziet het er blauw-groen uit en lijkt het wel of het zicht goed is. De zon begint te schijnen en wij beginnen de duik. Timo neemt de duikleiding, maar Roel zorgt dat hij meevolgt om toch steeds te weten waar we zijn en waar we naartoe moeten. We zakken een tweetal meter en zien brokkelsterren en brokkelsterren en nog meer brokkelsterren. De bodem is hier precies een levend tapijt van brokkelsterren. Het is wel een prachtig tapijt, want de brokkelsterren komen hier voor in duizenden kleuren: rood, oranje, paars, blauw en nog een heleboel schakeringen daartussen. Bij aanvang van de duik is dit het enige dat we zien. Het aantal sterren is echt wel groot. Ze liggen hier met de miljoenen op de zandbodem met hun vijf poten omhoog in de lucht, euh in het water, het enige contact met de bodem is hun lichaam, echt in de vorm van een ster: een echte ster zoals kinderen die zouden tekenen. Het is wel even wennen, want het enige dat je ziet zijn die sterren en hoewel die heel erg mooi zijn, wil Timo toch ook nog iets anders zien.
Hoe dieper we gaan hoe minder de brokkelsterren voorkomen en eens onder de twintig meter zijn er niet zo heel veel meer en kan je ook andere dingen spotten. We zien een paar grote noordzeekrabben, de ene is echt de grootste die we ooit al gezien hebben: ik overdrijf maar een klein beetje als ik zeg dat die even breed is als drie keer mijn handpalm. In totaal zien we deze duik wel tien van die krabben. We zitten hier dan ook al relatief dicht bij de Oosterscheldekering. Boven water zagen we hier zowel de Oosterscheldekering als de Oosterscheldebrug: leuk. Na een klein half uurtje duiktijd hebben we vooral brokkelsterren gezien, maar ook schitterende zeeanjelieren en niet van die kleintjes, maar echt heel erg grote exemplaren. Ze zijn echt prachtig met hun bloemvormige takken op een dikke oranje-bruine zuil. De kleuren variëren van wit tot oranje en er zijn er een paar tussen die eerder een roze tint hebben. Gewoon schitterende dieren. Hier duiken we ook over stukken zand. Dat zagen we boven de vijftien meter bijna niet: hier op wat diepere stukken is wel wat zand te bespeuren. Het zand is dan ook een ideale voedingsbodem voor de slibanemonen. Ook die vinden we hier - net als in de rest van de Oosterschelde - in een grote kleurenpracht. Er zijn een paar anemonen die zich te goed doen aan poten van een brokkelster. Het lijkt een raar zicht dat bloemen zeesterren eten, hoewel zeeanjelieren en slibanemonen echt wel dieren zijn en geen bloemen. Welgeteld één naaktslak spot Timo hier deze duik en dat is een boompjesslak, voor de rest zien we hier niks speciaals.
Op het half uur doet Roel teken aan Timo dat er een probleem is met zijn inflator. De aansluiting met zijn fles is van zijn jacket geschoten en Timo probeert dit onder water te herstellen, maar dat lukt niet. Dan beslist Timo maar dat we terug naar boven gaan. We zijn volgens hem een beetje afgedreven richting westen, dus hij keert nu een kleine beetje tegen de stroming in terug naar boven. We doen goed onze safety stop en kunnen aan de oppervlakte het probleem herstellen. Problem solved, dus we kunnen verder. We zien nu dat er nog andere duikers ter plaatse zijn, er staan ongeveer een vier campers en die duikers gaan nu pas te water. Wij starten onze tweede duik al en gaan nu niet meer zo diep. Opnieuw veel brokkelsterren en dan zien we toch iets dat wat anders is: de gorgelpijp. Echt iets heel erg mooi, de bloempjes zitten op kleine stengeltjes vast en de kleuren zijn echt wel super. Nu merken we dat er niet veel stroming meer is en dat de kentering nu pas is. Het eerste deel van de duik deden we met onze hoofden tegen de stroming in en doken achteruit. Nu is dat helemaal niet meer nodig en duiken we gewoon kris kras van links naar rechts want er staat echt bijna geen storming meer. We waren ook gewaarschuwd dat het zicht hier slecht kon zijn, maar dat valt goed mee. We hebben hiermee rekening gehouden dat de wind niet te sterk was en aflandig stond (NNW dus). Tijdens dit laatste stuk van nog veertig minuten zien we een botervisje, een paar heremietkreeftjes, enkele grote zeesterren. Al bij al is het wel een mooie duik hier.
Roel amuseert zich te pletter met de kleurenpracht van de brokkelsterren en wanneer we allebei bijna vijftig bar hebben, beslissen we om er toch een einde aan te maken - aan de duik natuurlijk hé. We duiken terug naar mindere dieptes en zien aan de oppervlakte dat er voor ons al een heel aantal duikers uit het water zijn gekomen. We zijn er veel vroeger ingegaan en er bijna als laatste uitgekomen: da's straf. We hebben het een beetje moeilijk om uit het water te geraken, maar een paar duikers hebben hier een touw gehangen en daar maken we graag gebruik van. Omkleden en dan iets drinken. We proberen een restaurant in Burgsluis, maar daar vragen ze VIER Euro voor een Duvel. Dat doen we dus niet. We rijden helemaal terug naar Kalfort, want Vadde is niet open en drinken daar ons Duveltje en rijden dan naar huis. We hebben onze eerste duik gedaan op Plompe Toren en zijn er heel erg blij mee. Joepie. Hopelijk wordt het weer nu terug wat beter weer dat we wat vaker kunnen gaan duiken, maar ja, je kan er zo weinig aan veranderen hé.
Tip van de dag voor deze duikplaats: duik hier met laag water, aflandige of geen wind en ga dieper dan twintig meter, want daar is het meeste te zien.