2011

     

Fotoalbum Oosterschelde

Nederland: Oosterschelde Wemeldinge, Camping Linda

 

Duiken

Zaterdag 22 oktober 2011: Een mens moet respect behouden voor de Oosterschelde

Het herfstweer van de voorbije weken is gedaan en de regen is weg, heeft plaatsgemaakt voor een zwak zonnetje. De wind is gaan liggen en het ziet er dus heel erg leuk uit om te gaan duiken. We onderschatten het echter niet, want het is best fris. Deze nacht heeft het de tweede keer gevroren aan de grond en het gras ziet er maar witjes uit. Echt een hete herfstdag zal het niet worden, maar het is beter dat de zon schijnt dan dat het regent en onnozel doet. Ju en Timo gaan vandaag ervan profiteren om een duikje te doen in de Oosterschelde. We hebben een uurtje tijd om te beslissen waarnaartoe en verkiezen Wemeldinge Camping Linda. De eerste keer was het goed meegevallen en we hopen nu hetzelfde. Je weet natuurlijk nooit wat het zal geven. We vullen de flessen bij Oktopussy en rijden dan naar de duikplaats. We zijn er alleen en hopen dat het zicht goed zal zijn vandaag. Ook dit kan je nooit op voorhand weten: we'll see. We gaan voor de zekerheid kijken of het water er nog is (ja hoor) en spreken af hoe we duiken vandaag. We zullen ongeveer dezelfde route doen als vorige keer langs het onderwaterdammetje en terug.

We hebben nog voldoende tijd en toen alles goed op ons gemak. We hadden geen problemen op de autoweg vandaag, want alle werkzaamheden zijn opgelost en er was geen meter file. We zijn op tijd klaar en stappen met onze zware uitrusting naar de dijk om daar via de koord te water te gaan. Alles vlot. Boven water doen we alles al aan zodat we niet te lang in het koude water moeten hangen. Als laatste in het water strappen we de vinnen vast en kunnen de duik starten. Het zicht hier is echt niks, slechts een dertig centimeter en we blijven goed bij elkaar om niet terug naar boven te moeten om elkaar terug te vinden. Het lukt en iets dieper is het zicht beter en dan is het makkelijker om bij elkaar te blijven. Beter is een groot woord, want het maximum zicht dat we vandaag zullen hebben is een meter of twee met veel geluk. Eens beneden de tien meter doen ze volledig het licht uit en moeten we op onze lampen vertrouwen. Zonder lamp zou het niet te doen zijn. We maken het er het beste van en volgen de wand van de onderwaterdam en blijven op ongeveer een vijftien meter hangen. We zien al snel een paar grote noordzeekrabben en een zeedonderpad. Die zijn zoals steeds goed gecamoufleerd, want eerst duikt Timo er over een over en ziet Ju die en daarna is het omgekeerd, dan is Timo de spotter van dienst. Net als de eerste keer wanneer we hier doken zien we veel galathea-kreeftjes. Ze vluchten al snel weg voor het licht van de lampen en dan is het moeilijk om ze aan je buddy te tonen, want ze hebben zich al tussen de oesters en de rotsen verscholen. Een paar botervisjes zien we hier ook en er gaat eigenlijk geen duik voorbij zonder die te spotten.

We duiken de hele tijd rond de vijftien meter en keren terug rond een vijfentwintig minuten duiktijd. Nu volgen we opnieuw de dijk onder water en zien dezelfde dingen als bij de heenweg: kreeften, krabben, zeedonderpadden, galathea's, botervisjes en andere. Het zicht is niet echt OK en de temperatuur begint al te zakken. Op diepte is het slechts twaalf graden. We vormen een goed buddy-team en dat is nodig ook door het slechte zicht. Tegen de veertig minuten bereiken we een hoek van negentig graden en dan weten we dat we stilaan aan het einde van de duik komen. We zitten over zand en er is hier nog meer stof dan elders. Spijtig genoeg geen sepia of sepiola, maar die zagen we al dit jaar. We doen onze safety stop en moeten dan tweehonderd tien graden volgen om terug richting kant te gaan. De stroming stond hier de hele tijd echt heel hard en nu komt ze van alle kanten. We doen de safety stop goed en duiken dan terug richting kant. En dan gaat het een beetje mis. We zitten vast in een stroming en die gaat soms in ons voordeel en dan weer draait die in ons nadeel. We hebben al snel door dankzij ons kompas dat we niet goed bezig zijn. We proberen een paar minuten terug de goede richting te vinden, maar de stroming brengt ons wat in de war. Na een twee of drie minuten beslist Timo om boven eens te gaan kijken. We zitten niet in de problemen, want we duiken maar op twee-drie meter. Op die paar minuten merken we dat we al ver uit koers zijn geslagen. We hangen een vijftig meter van de dijk voorbij de onderwaterstrekdam. Daar hadden andere duikers ons al voor gewaarschuwd, maar we konden op die paar minuten niks tegen de stroming beginnen en zijn dus serieus verkeerd.

Kalm blijven, vest opblazen, op de rug gaan liggen en naar de kant palmen. We gebruiken ons kompas om zo te weten te komen of we de goede richting uitgaan en op minder dan tien minuten tegen stroming bereiken we veilig de kant. Hier stroomt het nog erger dan voordien en we moeten echt goed ons best doen om tegen deze watermassa in te kunnen palmen. Een geluk dat onze fysiek OK is en dat we veilig aan de kant raken. Het doet ons wel even stilstaan bij het feit dat we tegen Moeder Natuur niet veel kunnen beginnen. Eens de stroming strak staat is er geen duiken meer aan, maar eerder vechten tegen een onzichtbare vijand. We zijn dus even geconfronteerd met de kracht van het water in de Oosterschelde en blijven respect hebben voor dit natuurwonder. Tijdens de safety stop zagen we nog een bruine plooislak, maar dat was de enige naaktslak deze duik. Al bij al een heel speciale duik en steeds bij de pinken blijven en zeker de kalmte bewaren. Na de duik nog even ene drinken bij Smits en dan terug naar Klein-Brabant, terug naar huis na een duik van ongeveer drie kwartier. Was dit de laatste of komt er nog een Oosterschelde-duik dit jaar? We zien wel.