Zaterdag 5 november 2011: Zeelandbrug: Kleine zeedonderpadden en harlekijnslakken
Vorig jaar in 2010 waren we al meer dan twee weken gestopt met duiken, niet zozeer omdat het slecht weer was, maar omdat ik toen in Nieuw Zeeland op vakantie was voor een maand. Nu is het nog even wachten op de volgende vakantie eind deze maand. Ik kijk er al erg naar uit om naar Mexico te gaan. We zien wel wat dat wordt, maar meevallen zal het zeker doen. Vandaag nog in iets minder warme omstandigheden gaan duiken en waarschijnlijk is het zicht hier ook minder dan in de Bahia de Banderas in Puerto Vallarta. We trekken het ons niet aan, Ju en Timo gaan vandaag nog een duikje doen op de Zeelandbrug. Ju komt Timo ophalen bij hem thuis en we vertrekken om iets over acht naar Zierikzee. Onderweg zijn er geen problemen met het verkeer - dat is dit jaar ook anders geweest. Op één uur en een kwart komen we aan in Zierikzee en verrassend genoeg staan er best veel auto's. Het is niet meer de massa van eerder dit jaar, maar er staan toch wel een stuk of vijftien auto's: maal twee, dus toch dertig dapperen die het koude water trotseren om nog eens te komen duiken. Het valt ons op dat er nog relatief veel natpakduikers - net als wij - klaar staan. We zouden denken dat we bijna alleen zijn, maar dat is niet het geval.
We maken ons rustig klaar en moeten iets over tien uur te water voor een duikplanning van vijftig minuten als we dit zo lang volhouden vandaag. We hadden eerder al eens naar de plaats gaan kijken en beslist om langs de oude trap te water te gaan en dan even met de stroming mee te duiken en dan naar de nieuwe trap om zo uit het water te komen. We stappen naar de waterkant en maken ons al klaar vlak voor we het water induiken. Onze vinnen aan, even kopje onder om te wennen aan het koude water en weg. We vertrekken zuidelijk om een beetje diepte te halen, duiken over de vele grote rotsblokken en kunnen ons goed aan de omstandigheden aanpassen. Het zicht is niet spectaculair, maar wel beter dan vorige week en de week ervoor: we hebben nu zicht tot soms drie meter, dus niet goed, maar ook niet slecht. De grote rotsblokken hier zijn weer bezaaid met blauwtipjes. Timo kan het zich niet laten toch nog een paar foto's van de blauwtipjes te nemen. Tja, het is sterker dan hemzelf. We bereiken een diepte van bijna een vijftien meter, duiken even mee met de stroming naar het oosten, maar daardoor wordt het zicht minder. Als je met de stroming meeduikt, ook al is je buoyancy goed, er komt toch meer stof mee dan normaal wanneer je tegen stroming gaat. We keren onze kar dus en verkiezen tegen de lichte strooming in te duiken. We spotten vlakbij elkaar twee grote heremietkreeften en ernaast een kleine noordzeekrab. De wulken zijn weer volop op pad en eentje is zo tam geweest dat er een zeester op zijn huis is blijven zitten. Misschien is dat niet het beste plan als je een wulk bent, want eten zeesterren geen weekdieren?
We genieten volop en vooral van de kleine zeedonderpadden. Die zitten hier overal verspreid en zijn kei-schattig. Ze zijn al een beetje gegroeid en meten nu een centimeter of vier ongeveer. Dan spot Timo een galathea. Die bleef bovenop een rotsje zitten, maar verdween al snel tegen de tijd dat hij zijn camera in aanslag had en wanneer Ju ook keek. Even heeft Timo hulp van Ju nodig, want zijn octopus is van zijn vest losgekomen. Even helpen vastzetten en verderduiken. En dan doet Timo twee ontdekkingen vlak na elkaar: twee grote zeenaalden. We overdrijven een beetje wanneer we zeggen dat ze een halve meter zijn. Niet echt zo groot, maar toch heel erg grote. En dan is het Ju zijn beurt om een ontdekking te doen: hij spot een koppeltje harlekijnslakken. We wisten niet dat die hier nog zouden zitten, maar blijkbaar wel dus. Dat is leuk. Timo draait van rechts naar links om de beestjes in zijaanzicht en ook frontaal te kunnen vastleggen op de gevoelige plaat. Verder duiken richting westen en dan ineens zien we veel mosselen liggen. We weten dan dat we stilaan aan de pijlers komen. Nu pas? We zijn al een half uur aan het duiken. Tja, we zullen wel een beetje afgedreven zijn bij het uitduiken. Nu ligt de bodem van de pijler op bijna acht en een halve meter en we kijken of we nog iets speciaal zien.
Tussen de mosselen groeien een paar zeeanjelieren en een paar anemoontjes. Een volwassen zeedonderpad ligt op de bodem en wij duiken verder naar de volgende pijler. Die zien we al vlug liggen en ook hier kijken we om iets anders te spotten. Niks anders, maar wel erg mooi, die begroeide pijlers. We denken wel soms dat er iets te veel tegen de pijler aangedoken wordt, want onderaan is er minder begroeiing. Dan verder de kant af en zien nu een herhaling van de eerdere spots van de duik: blauwtipjes, kleine zeedonderpadden en hier en daar eens een botervisje. Kreeften zitten hier natuurlijk ook verscholen in de holen. We doen iets over de veertig minuten onze safety stop en keren terug naar de kant. We komen uit zo ongeveer een vijf meter van de trap en het laatste stuk doen we nog al snorkelend. Joepie, we hebben toch nog vijtig minuten gedoken. We spoelen ons af met echt heel warm water, kleden ons om en rijden dan terug naar huis. We drinken iets in Bornem centrum en dan gaat ieder zijn weg om wat te rusten, te eten en de spullen af te spoelen. Merci, Ju voor de leuke duik en drink.