Reizen Europa

Landeninfo Europa
Reizen
     

Fotoalbum Madeira

Madeira, het bloemeneiland: bloemen, levada's en wilde natuur

 

 

Maandag 16 april 2012: Vertrek naar Madeira en Garajau verkennen

Een onrustige nacht: Veerle heeft de hele nacht wakker gelegen, Timo is een paar keer wakker geworden. Zijn het de zenuwen om op reis te vertrekken. We denken het niet, maar je weet nooit wat er aan de hand was. We zijn wel allebei op tijd wakker. Op tijd betekent deze keer half vijf in de ochtend. Het is nog donker, Cartouche zet even de hele buurt op stelten, maar al snel is Patrik in de Galgestraat om ons op te pikken en naar de luchthaven te voeren. Merci, Patrik! Om twintig over vijf staat hij bij ons en we kunnen direct naar Zaventem vertrekken. Er is nog weinig verkeer op de baan en op een half uurtje zijn we er. De Paasvakantie is ten einde, dus het zal vandaag wel een serieuze verkeerschaos worden op de weg. Daar trekken we ons niks van aan, want wij vertrekken naar Funchal, Madeira, Portugal voor een twee weken lange vakantie. Veerle was ervoor de aantal nachten slapen nog aan het aftellen en ze was al bij zeven begonnen. Nu niet meer slapen dus, want we zijn klaar om te vertrekken. Even Patrik bedanken voor de lift en dan na een sigaretje naar binnen om in te checken. Alles gaat vlot: één enkele incheckbalie voor alle Thomas Cook vluchten. Er staat slechts een korte rij, dus na een kein half uurtje zijn we al klaar om nog even naar buiten te gaan voor een laatste sigaret en dan gaan we naar de gate. We hebben gate A59 en kunnen een paspoortcontrole vermijden door automatisch de boarding pass te scannen en we worden zonder problemen doorgelaten, geen douanier die onze pas nog moet zien.

Onderweg naar de gate stoppen we voor een koffie en een croissant met kaas: lekker en we hebben dan toch al iets gegeten. Wij dan maar verder naar onze gate en we moeten slechts een kwartiertje meer wachten wanneer het boarden start vanaf rij 16. Wij zitten op tien A en B en wachten tot het grootste aantal mensen al op het vliegtuig zit en kunnen dan ook op het vliegtuig stappen, onze handbagage in de overhead lockers leggen en op onze plaatsen gaan zitten. We krijgen een briefing over de veiligheid en dan kunnen we opstijgen. Het gaat allemaal goed en we zijn om zeven uur veertig het luchtruim in naar Madeira: perfect op tijd dus. We zijn al moe en vallen allebei in slaap en worden wakker een half uurtje later wanneer er ineens twee kleine plates voor onze neus staan met ontbijt. Dat wisten we dus ook niet meer dat we eten hadden besteld. Niet dat het erg uitgebreid is maar alles is beter dan niks. Na het eten is het nog maar twee uurtjes vliegen. We dachten eigenlijk dat het iets van een vier à vijf uur vliegen was, maar het is uiteindelijk maar drie uur en vijf minuten, which is nice. En het is inderdaad zoals gezegd door de gezagvoerder iets meer dan drie uur. We zien stilaan land, maar dat is Madeira nog niet, dit is een eiland een kwartiertje vliegen ervoor. We zien wolken boven de zee en ook veel witte koppen op het water, wanneer we zakken richting Funchal. De piloot zet zijn machine op de grond met een beetje een turbulente landing, want er staat wel wat wind. Alles dus dik in orde en dan gewoon de bus op, het luchthavengebouw in en dan verder naar de bagage-band. Geen controle meer van paspoorten of zoiets voor we aan bagageband vier toekomen. We waren bij de laatsten om in te checken en onze bagage komt na een kwartiertje. En dan is het gewoon de “saida” vinden en naar buiten om te weten hoe we in ons hotel gaan geraken.

De luchthaven geeft ons al een leuke indruk wat ons hier te wachten staat. Er zijn muren bezet met tegels die een tafereel uitbeelden, witte tegels met blauwe beschilderingen, erg mooi. In de grote hal zien we al veel bloemen, dus dat kunnen we ook al verwachten. En we zijn hier in het goede seizoen daarvoor. We vinden twee mensen van Neckermann die ons naar de blauwe bus met nummer zeven sturen en daar wachten we even op de rest met een sigaretje natuurlijk. Het is geen wachten van uren, want op een kleine twintig minuten zijn we al op weg met de chauffeur naar ons hotel: Dom Pedro de Garajau in natuurlijk Garajau, een deelgemeente van Caniço. De chauffeur vliegt de weg op en brengt ons in iets meer dan tien minuten naar het hotel. Met ons stapt nog een ander Vlaams koppel af en we kunnen inchecken. Hier voucher en pas afgeven en dan naar de kamer. Die bevindt zich in een blok iets verder de straat in. De hele linkerkant van de straat is bezet door het hotel en er zijn hier ongeveer vijf blokken van dit hotel: een serieuze mastodont dus. Maar onze kamer geeft uit op een leuk deel van een stuk tuin, echt heel rustig. We pakken uit, zetten ons even neer op ons terras en beslissen om de buurt hier even te verkennen. Rusten kunnen we straks nog doen. We stappen de straat naar beneden, zien onder ons het grote beeld van Christo Rei al staan, maar keren even terug naar het rond punt en slaan de andere straat in langs de kust. We zien al direct dat hier veel bloemen groeien, veel mooie huizen staan, we zitten in een mondeine stad. We stappen even de straat in heen en weer, want er is hier niks voor te drinken of te eten. Dan maar terug richting hotel en recht daarover vinden we een pizzeria. We eten geen pizza, maar een steak sandwich met cola en ice tea. Wanneer we die sandwich krijgen zien we dat het echt een klein stukje steak is met kaas en hesp en een eitje ertussen en veel look, maar het is echt lekker. Er staat een windje, maar in de zon is het lekker warm. Omdat we voorbije nacht niet echt geslapen hebben beslissen we dan om een siësta te doen. We gaan even liggen tot een uur of drie en dan kunnen we onze verkenning van de buurt nog even verder zetten. Even slaapwel voor anderhalf uur.

We hebben echt anderhalf uur belachelijk vast geslapen. Deuren die toegeslagen werden, hebben ons niet gewekt, kuisploegen die langs onze kamer passeerden hebben ons ook niet gewekt, dus we hebben echt wel een goede rust gehad. We zetten ons even op het terras, worden stilaan wakker en maken ons klaar om verder de buurt te verkennen. Het plan is om even naar beneden te stappen richting het Christus-beeld, daar wat rondhangen en dan terug naar boven. Naar beneden gaat het goed, het is niet te steil en het weer is prachtig. Er staat wel veel wind, maar dat deert ons niet als het zonnetje schijnt. We stappen rustig langs de weg naar beneden: de wegen zijn hier trouwens heel erg goed, allemaal goed onderhouden en zeker niet met veel putten of met veel zwerfvuil langs de kant van de weg. Madeira rules! Wij dus helemaal naar het beeld en daar genieten we van de rust, het niet-aanwezig zijn van de wind en wel-schijnen van de zon. We stappen even een klein zandwegje in nog een stukje lager en zien dan tegen de berghelling de baan die leidt naar het strand en het duikcentrum. Dat moet een duizelingwekkende afdaling zijn. In de verte zien we iets voorbij de hoge klippen de stad Funchal, net voor ons het beeld van Christus en beneden ons de Atlantische Oceaan. We kunnen er ten volle van genieten en kijken onze ogen uit naar de begroeiing hier. Er groeien vooral cactussen, ook met mini-cactusvruchtjes op, echt keischattig. Verschillende soorten bedekken de berghelling, een eenzame valk hangt rustig in de lucht tegen de wind in om de hellingen af te speuren naar een mogelijke prooi. Beneden op het water varen een paar kleine vissersboten die de witte-top-golven moeten trotseren. Alles straalt hier rust uit. Met een paar korte tussenstoppen wandelen we terug naar boven, zetten ons even op een bankje en worden verwelkomd door een bende kleine hagedisjes. Die zijn dankzij de warmte van de zon goed actief en rennen op en neer tussen de stenen en de planten. We gaan dan het hele stuk terug naar boven vlakbij het hotel en zoeken een leuke bar om iets te drinken. Die vinden we iets hoger op de weg van het hotel. Tja, elke weg gaat hier serieus naar boven (of beneden), dat zal onze BMI goed doen.

Op het terras drinken we een lekkere Coral (lokaal pintje) en genieten van de zon. Hier zitten we uit de wind, in de zon en we moeten af en toe eens van plaats verwisselen om niet te verbranden. De eerste dag in de zon kan wel gevaarlijk zijn natuurlijk, dus oppassen geblazen. Na het tweede pintje gaan we even terug naar de kamer om het verslagje te schrijven, dan naar de receptie van het hotel voor gratis wifi en een beetje verder schrijven en daarna gaan we toch nog iets kleins eten. We douchen ons snel en dan zijn we rond acht uur klaar om terug naar het terrasje te gaan waar we eerder die dag gezeten hebben. We zetten ons uit de wind op het bovenste stukje terras, drinken er al een pintje en bekijken de kaart eens wat we zullen eten vandaag. We bestellen dingen die niet te zwaar zijn, want we hebben deze middag al een serieuze lunch gehad. Veerle eet kip roulade en Timo een saté van vis. Het smaakt erg lekker, maar het is veel en toch zwaarder dan gedacht, zeker de kip, want die is met kaas en hesp en dan in een zware korst gebakken, maar smaken dat het doet. De saté is een mengeling van witte vis, zwaardvis, garnalen en een calamari ertussen met een slaatje, dus iets lichter en heel erg lekker. We drinken er een glasje wijn bij en een Coral, hmmmm. We zijn wel al best moe, dus we blijven niet lang, krijgen nog een madeira-wijntje erbij wanneer we de rekening vragen en dan gaan we terug naar kamer 4110. Vier is de nummer van de blok, één is de verdieping en tien is de kamer nummer: lekker simpel en logisch. We kijken nog even TV en rond elf uur is het boeken toe en slaapwel.

 

Dinsdag 17 april 2012: Busrit en eerste Levada: Levada dos Piornais

Busrit: waarom in godsnaam staat dat in de titel, wel dat zal later wel duidelijk worden. We zijn wakker rond een uur of acht en kunnen al direct gaan ontbijten, we gaan nu eens niet langs de straat, want we zien dat we via de verschillende blokken ook naar de receptie en dus het ontbijt-restaurant kunnen wandelen. We stappen blok vier uit, lopen even langs blok drie, blok drie binnen, terug naar buiten en dan een lange gang naar de beneden verdieping van de receptie. Het restaurant bevindt zich hier ook, dus we zijn perfect op de juiste plaats. Het ontbijt is pretty basic, koffie, brood, kaas, hesp en twee soorten confituur. We vrezen dat het dit zal worden de komende twee weken. Hier in de straat zijn een paar leuke zaakjes waar we eventueel eens een eitje kunnen eten ’s morgens of zo, dus we zien wel wat het wordt de komende dagen. Na het ontbijt terug naar de kamer en even nakijken wat we zullen doen vandaag. We hebben gisteren nog geen plannen gemaakt, maar proberen het wel rustig aan te doen vandaag. De bus naar Funchal nemen eerst: die vertrekt binnen tien minuutjes: vijftien minuten later komt de bus eraan gereden, zoals steeds iets later. En dan begint een dolle rit naar Funchal. Een normale mens zou er met de auto toch wel meer dan vijf minuten langer op rijden dan onze buschauffeur. Leuk als je ergens snel moet zijn, maar dit slaat wel alles. Hij scheurt omhoog richting Via Rapida door de bochten: het enige wat hij doet is af en toe een op zijn toeter duwen en dan gewoon race de bochten door. Dat gaat zo de hele tijd tot het centrum. We passeren onderweg een paar hoge klippen, die echt een bangelijk uitzicht geven over de baai. Zo ook vlakbij het kerkje dat je typisch ziet wanneer je postkaarten van Funchal bekijkt. Mooi, maar door de snelheidsduivel zien we er niet veel van. Dit is geen bus om aan sightseeing te doen. We zijn er wel snel, dus uitstappen en dan even overleggen wat we gaan doen, want plannen was er tot nu toe nog niet bij.

We nemen een paar toeristische gidsjes erbij en beslissen om onze eerste levada te doen van de vakantie. Voor de onwetenden: Een levada is een irrigatiekanaaltje of beekje, waarvan er veel voorkomen op het Portugese eiland Madeira, en tevens op het Spaanse eiland La Palma en het Kaapverdische eiland Santo Antão. Ze zijn sinds de zestiende eeuw door mensen aangelegd om water uit het regenrijke en waterrijke noorden van het eiland, dwars door het gebergte heen (soms zelfs letterlijk: door tunnels) naar de drogere zuidkant van het eiland te brengen. Daar wordt het water vooral gebruikt bij de irrigatie van de land- en tuinbouw gronden. Met water uit de kanaaltjes wordt ook wel op kleine schaal hydro-energie opgewekt. De meeste zijn echter vooral tussen april en oktober in gebruik, in de overige maanden worden ze onderhouden. Levada is een Portugees woord, dat is afgeleid van 'levar' dat 'dragen' betekent. De levada's op Madeira vormen een kronkelend netwerk van kanaaltjes met een totale lengte van ongeveer 2150 km, die op de meeste plaatsen van een voetpad langs of over het kanaaltje zijn voorzien. Deze paden dienden vooral voor het onderhoud van de levada's, maar worden tegenwoordig ook meer en meer gebruikt als toeristische wandelpaden. Het is een goed middel om het ruige binnenland van Madeira toegankelijk te maken voor toeristische wandelaars. Er zijn beschreven wandelroutes die geel-rood zijn gemarkeerd met een nummer en de aanduiding PR (Pequena Rota). Een levada is te vergelijken met een aquaduct omdat het een door mensen aangelegde watergang is, die op hoogte gehouden wordt om water verder te transporteren dan de natuur zou doen. Hiertoe worden zoveel mogelijk de hoogtelijnen gevolgd. De kanaaltjes werden vroeger vooral van in de natuur voorhanden zijnde rotsblokken gemaakt. Sinds ongeveer 1920 wordt steeds meer beton toegepast.

We gaan de dichtsbijzijnde levada doen en dat is nummer 1, ah ja onze eerste, maar ook tevens de oudste van Madeira. Die begint aan een stadion iets buiten het centrum van Funchal. We stappen er op ons gemak naartoe, maar vinden niet onmiddellijk de juiste startplaats. De kaartjes geven hier iets te weinig detail om te weten welke straat we in moeten slaan. We gaan dus maar in de richting waar we denken dat we moeten zijn. De kaai af, langs de boulevard en zo komen we in de zone hotelleria. Niet zo leuk, want het is hier belachelijk druk. Voor we de eigenlijke levada gaan volgen, willen we eerst nog een beetje suikers opdoen en even een sanitaire stop inlassen.

We vinden langs de kant van de weg een bar: Bar El Silencio. We veronderstellen dat dit stilte moet betekenen, hoewel ons Portugees (nog) niet zo goed is. We verbazen ons daarover, want stil is het hier allerminst. De ene bus na de andere, de ene vrachtwagen en auto na de andere en dan nog een bende lawaaierige Duitsers. Tja stilte is hier ver te zoeken. Dat doet er allemaal niet toe: we gaan op zoek naar de levada. We moeten wel ergens tussendoor inpikken, want de eigenlijke beginplaats zijn we al voorbij. Dan maar op goed geluk naar boven om daar het water te vinden. Twee keer zijn er hulpvolle Portugezen die ons in de juiste richting wijzen en dan vinden we het kanaal dat we de rest van de dag zullen volgen. We zitten ondertussen wel al hoog boven de kust en hebben een mooi zicht op het water en een minder mooi zicht op allemaal de hotels. We stappen langs de kant van het waterkanaaltje dat helemaal gebetonneerd is, makkelijk stappen, want het gaat heel erg langzaam naar boven, je zou zelfs niet denken dat het stijgt, maar dat moet wel anders loopt het water niet de andere richting uit. Deuh! We stappen in het begin vooral langs een heuvel op de rechterkant en afsluitingen van privé-eigendommen aan de linkerkant met daar zicht op zee, wanneer die hekken het zicht niet belemmeren. Dan komt er een hele resem bananenplantages aan, groententuintjes en ook veel druivenranken. Het is hier echt aangenaam wandelen, niet te warm, niet te koud, niet te steil, hoewel er soms van het pad moet afgeweken worden omdat er een straat langskomt. We zien ook hoe er iemand de levada in het oog houdt – niet dat die weg gaat lopen, hoewel je nooit weet hoe water zich gedraagt – en dat die soms een deel openzet. Om de zoveel meter staat er een ijzeren plaatje die toelaat om dan eens die akker te bewateren en dan weer de andere. Het is een zeer ingenieus systeem. Wanneer die ene mens de mogelijkheid geeft tot water in een kleine bananentuin zien we de eigenaar ervan  moeite doen om dit allemaal in goede banen te leiden. De planten zijn gezet vlak voor een kleine heuveltje/dammetje die het water in de juiste richting laat vloeien. Daar is allemaal goed over nagedacht en zelfs in 2012 functioneert dit systeem nog erg goed.

Regelmatig zien we ook paden die naar boven leiden tussen de tuinen en we proberen zo eens eentje te volgen, maar dan komen we bij huisnummer dertien en daar stopt de weg. Even op onze passen terugkeren en gewoon verder het kanaal volgen. Dan komt er een stukje van een paar kilometer waar de levada heel snel stroomt, maar dat zien we niet, horen we alleen, want het kanaal is hier overdekt met betonnen platen. Minder aangenaam, maar al bij al nog best een leuke plek om te stappen. Wanneer we het dorpje Santa Rita naderen, is er een kleine levada-desvio (omleiding). Ze hebben hier over de levada een huis gezet en daarom moeten we even naar boven, de straat op en dan het dorpje door om iets verder terug de levada te kunnen volgen. Het is best slecht aangeduid, maar we vinden het snel dankzij de hulp van de lokale bevolking. Hier zien we ook een klein plannetje en leren we dat de volledige levada 7,3 kilometer is. We stappen vol goede moed verder en moeten dan een kleine lus maken langs de bergwand. Hier groeien vooral bananenbomen, echt honderden, als het er al geen duizenden zijn. Het pad is goed langs de levada en we stappen goedgemutst verder. Op dit punt zitten we op drie kwart van de wandeling en moeten we nog een heel eind verder stappen. We zien constant de kust en we zien achter ons regelmatig een brug van de via rapida die Funchal verbindt met het westen van het eiland. Een paar kilometer verderop leidt de levada ons naar het binnenland naar de vallei van de Ribeira dos Soccoridos. We wandelen langs een steile wand en dit stuk is echt niet goed voor mensen die last hebben van hoogtevrees. Er zijn een paar punten waar we ons niet op ons gemak voelen, maar dat duurt niet lang en we kunnen rustig verder wandelen. Op een paar rustige plekjes maken we een korte pauze en dan komen we tussen speciaal geurende bomen. Dit is volgens onze gids een bos van eucalyptus. Wisten wij veel dat hier zo’n bomen groeiden. We ruiken het wanneer we erdoor stappen en ondertussen onze passen goed in het oog houden. Op een bepaald moment kan Veerle een blad ervan afplukken, even doorbreken en dan komt de geur echt onze neus binnen, amai, zo straf en verfrissend. Nu weten we wat koala’s zo leuk vinden hieraan. Aan de overkant van de vallei zien we constant dat de boeren hier hun akkers verdeeld hebben in terrassen, heel mooi zo tegen de bergwand. We zien iets verderop een aanduiding dat er een omweg is voor aan vertigo lijdende mensen. Daar doen we niet aan mee, maar dit is wel het meest imposante stuk. Rechts van ons loopt de wand recht omhoog enkele honderd meter, links ook recht, maar dan naar beneden. Het eerste deel is er nog een reling en die zorgt ervoor dat we geen hoogtevrees hebben. We moeten ons een paar keer bukken voor de rotsen, want het water stroomt hier echt tussen de rotsen. Het is het moeilijkste stuk, maar ook wel een heel mooi. En dan komt echt het moeilijke stuk, alles gaat nog even steil links van ons de diepte in, maar hier zijn ze vergeten om een reling te plaatsen. Als je hier een misstap maakt, slipper je de diepte in, toch een honderd meter naar beneden. Niet leuk, als je dat voor hebt. Wij brengen het er goed vanaf en kunnen de wandeling verder zetten door nog een stukje eucalyptuswoud. Nu ja woud: een kleine verzameling bomen en dat is het. En dan ineens is de levada afgesloten. Dit is niet leuk, want dat wil zeggen dat we een groot stuk weg terug moeten.

We stoppen hier even, drinken wat – zeker geen drank vergeten als je levada’s doet – en genieten van het uitzicht, want je hebt hier echt een prachtig zicht op de bergen errond die de rivier uitgesleten heeft uit de rotsen. We beslissen dan maar om terug te keren en zoeken onze weg hoe het het beste zou zijn. We stappen via een kleine trap naar beneden, denken er even aan om aan de andere kant van de heuvel de levada terug te volgen, maar we weten niet waarnaar die gaat, dus terugkeren op onze passen en naar boven terug de levada volgen. Het stukje trappen loopt eerst helemaal naar beneden door de tuinen van mensen en een eenzame hond of kat kijkt ons raar aan: wat komen die hier zoeken. We wandelen door de bananentuinen en kiezen dan terug de weg naar boven om de levada terug te vinden. We kunnen niet de weg beneden volgen, want daar is een soort mijn en daar mag je alleen als bevoegd personeel binnen gaan. De hitte speelt ons een beetje parten bij de terugweg, maar alles gaat vlot tot we het water terug horen stromen in de kanalen. Door naar beneden en terug naar boven te gaan hebben we het gevaarlijkste stuk ook gemist en daar zijn we niet rouwig om. Wel heel mooi, maar we hadden dit al gezien bij de heenweg. De grotjes zien we nog wel en we zetten er een goede tred in tot we terug het bordje tegenkomen waar de levada beschreven wordt. Hier staat dat het einde van de levada afgesloten is, dus als we dit deftig gelezen zouden hebben, wisten we dat we terug moesten keren. We volgen dus gewoon dezelfde weg als in het komen, stoppen even in Santa Rita om nog wat frisdrank te kopen en stappen dan helemaal terug richting Funchal. Wanneer we het kleine dorpje Amparo net voor Funchal naderen, nemen we hier een weg naar beneden. Daar kunnen we misschien de bus nemen tot Funchal, maar we moeten nog een half uur wachten, dus we stappen gewoon verder en na een veertig minuten komen we terug bij het begin van onze wandeling, waar we de levada voor het eerst gezien hebben.

Dan is het niet ver meer tot onze volgende stop: Bar El Silencio: dezelfde bar als deze ochtend. Hier drinken we iets, rusten even uit en doen dan de weg terug naar Funchal via de promenade richting bushalte. Dat gaat allemaal vlot, alleen de bushalte zelf terugvinden is iets lastiger, want dit is niet de plaats waar de afgestapt zijn. Geen probleem: in het vloeiende “Portuglish” vragen we waar we moeten zijn en we vinden het na vijf minuutjes. De vorige bus is net tien minuten weg, dus even wachten. We doden de tijd door hier nog even aan de zee van het uitzicht te genieten en voor we het weten is de bus er al. Een rare, want die heeft drie zitjes langs de ene kant en twee langs de andere. Wederom in een race-tempo brengt de chauffeur ons naar Garajau terug en we zijn blij dat we terug in het hotel zijn. Nog even een plonsje in het zwembad (binnen), een douche en dan klaarmaken voor het avondeten. We gaan vanavond terug naar dezelfde bar als gisteren en eten iets licht. We hebben alleen een ontbijt gehad en een appel en een banaan onderweg, maar nu begint de honger toch te knagen. Wij eten een garnaalsalade en een espada (lokale vis – lekker). De garnaalslade valt een klein beetje tegen en de vis mocht iets harder gebakken geweest zijn, maar alles is echt wel goed, honger is de beste saus. We kijken nog even mee hoe de halve finale Champions League verloopt en bekijken de tweede helft in het hotel. Nog even relaxen op het terras en dan het beddenbakje in. Hopelijk zijn we morgen niet te stijf, want we hebben er toch wel een twintig kilometer opzitten.

 

Woensdag 18 april 2012: Het oosten van Madeira met hoogtepunt Ponta de São Lourenço

Om half acht zijn we wakker vandaag. Nog geen plannen gemaakt voor deze dag, maar dat zal niet lang meer duren, eerst met onze slaapkop een beetje wakker worden, ontbijten en het plannen kan starten. Het ontbijt is in dezelfde trend als gisteren, maar dat wisten we al. Geen probleem, we nemen een appel en een banaan mee om deze middag wat reserve te hebben en dan zijn we terug naar de kamer via de car rental aan het hotel: Insular Car Rental. We horen eens wat het allemaal moet kosten en of ze een auto vrij hebben. We merken wederom dat sommige Madeirezen niet zo vriendelijk zijn. We komen hier binnen, het is precies te veel om zijn chatroom te sluiten en ons te zeggen hoe het in elkaar zit. Anderen zijn dan weer wel heer erg vriendelijk, ik ga hier niet veralgemenen hoor. We weten dus nu dat een auto Nissan Micra 1.3 vierendertig Euro kost per dag, alles in, verzekering. We keren even naar de kamer terug om onze rugzak en al de rest allemaal al klaar te nemen, gaan nog snel even langs Avis aan de overkant van de straat, maar dat ziet er maar een dodgy zaakje uit, dus daar gaan we niet binnen, we weten zelfs niet of het open is want we zien er niks op de deur en er beweegt niks of niemand. Swat de kerel van die andere is nu ook niet de vriendelijkste, maar duur kan je het niet noemen. We tekenen de nodige papieren, kijken dan de auto even na, qua schade en ook qua benzine, alles dik OK. Dan krijgen we de sleutels en kunnen we direct de via rapida op naar het oosten van het eiland. De via rapida gaat echt heel erg snel, want we komen al snel aan in de buurt van Santa Cruz. Daar ligt ook de luchthaven en daar zijn we twee dagen geleden ook aangekomen, maar nu rijden we ervoor en dan eronder. Het is echt wel straf, honderden pilaren houden de startbaan tegen om in te vallen, want je rijdt echt onder, ja je leest het goed onder de startbaan. Het is echt een raar gevoel, maar ja dit is ook de eerste keer dat ik dit doe. Ik ken ook geen enkele plaats ter wereld waar je onder een startbaan kan rijden. Op normale plaatsen zou je ernaast of erover rijden, maar eronder dat heb ik nog nooit meegemaakt. We rijden nog even verder naar Machico en doen daar onze eerste stop.

We rijden het centrum van Machico binnen en zoeken een plaats om te parkeren, maar rijden het hele dorp rond en vinden niks. Dan maar helemaal boven aan de via rapida en daar parkeren we op een kleine parking onze Micra. Dan naar beneden naar de boulevard langs de zee. Je ziet hier het andere hotel van Dom Pedro, we wisten dat er zo’n twee waren hier op Madeira en hier is dus de tweede, want het onze is in Garajau. We stappen dus naar het keienstrand en zien al direct prachtige rotsformaties en dat is typisch voor de trip van vandaag. We bekijken het hier even en wandelen langs een rivier die iets verder in zee uitmondt. Timo heeft veel aandacht voor vogels en bloemen. Hij spot een soort ibis die in het water aan het fourageren is. Tussen het riet krioelt het van de vogels: ook de kleintjes zijn erg mooi: er zit een klein bruin vogeltje met rode ogen en een vlek rond de ogen, echt kei-schattig. De kikkers kwaken hier met tientallen en het is bijna een overdonderend geluid. We stappen naar links het centrum in en komen dan op een groot kerkplein met een oud kerkje. Het plein is omringd door oude platanen en oude Madeirezen zitten van de zon te genieten op een bankje. This is life on Madeira! Het dorpsleven gaat hier gewoon zijn gang en wij komen hier even meegenieten van dit leven. Een grote laan met nog meer platanen leidt ons terug naar de plaats waar de auto geparkeerd staat. Een dik half uur was voldoende om hier te vertoeven en langer trekken we het ook niet. Van hieruit nemen we de auto naar het meest oostelijke deel van het eiland en daar doen we een wandeling: Ponta de São Lourenço. We nemen eerst een kleine stop bij het uitzichtspunt over de prachtige klippen die hier van honderden meters de zee in storten. Ze noemen dit Miradouro (een punt van zicht). Even een paar mooie plaatjes nemen van het schitterende uitzicht en dan terug naar het rond punt en dan helemaal verder tot waar de wandeling begint.

Hier staat een hele reeks auto’s langs de kant van de weg geparkeerd, er zal wel wat volk zijn dus. Wij hebben geluk en wachten vijf minuutjes tot er vlak bij het laatste rond punt iemand wegrijdt. Hier parkeren en andere schoenen aandoen. Veerle niet, die gaat de wandeling aanvatten met haar sandalen, maar Timo doet zijn bergschoenen aan. We vatten de wandeling aan met voldoende water en wat fruit. Het eerste stuk gaat door een dor landschap met een pad van houten planken. Makkelijk, maar niet echt natuurlijk. Dat verandert al snel in een pad met steen en keien en dan gaat het op en neer tot we een hoog punt bereiken waar we zicht hebben op de rotsen die we daarnet van de andere kant zagen, echt prachtig, die kleuren van het water met de bruine, zwarte, paarse gesteenten ertussen. De golven breken op de rotsen en dat zorgt ook voor extra cachet: schitterend, zeker een aanrader. Het is ook een onderdeel van een natuurpark. Dit is al een schitterende wandeling van tot nu toe een dik half uur, maar het gaat nog verder en we genieten van het uitzicht met volle teugen. We maken even een rondje van de rotsen en komen dan aan bij een heel erg smal stuk. Dit stuk rots is maar enkele meter breed en links is het honderd meter diep en rechts ook. Het is een adembenemend zicht! Een geluk dat hier niet echt veel wind staat, anders zou het best nog wel verraderlijk kunnen zijn. Op andere plaatsen staat ongelooflijk veel wind, maar hier is het bijna windstil en dat maakt het aangenaam om te wandelen. We genieten van het overweldigende landschap en ook van de bloemen die hier tussen de rotsen groeien. Er zijn er witte, blauwe, gele, vanalle kleuren en soorten zien we hier.

Dan bereiken we het tweede deel van de wandeling: hier maakt het een kring rond het schiereiland, maar we gaan dit stuk niet meer doen. We zijn al een uur en een kwartier onderweg, dus keren om. We denken maar: we hebben nu een auto, dus die moet opbrengen en we gaan het iets kalmer doen dan het "kalme" van gisteren. We bekijken het hoogste punt nog eens en keren terug op onze stappen. Hier lijkt het wel of de hagedisjes (of zijn het salamanders, hé Veerle) iets te bikken hebben, want ze zitten hier met de tientallen. Op de foto tellen we er direct een stuk of twintig en dat is maar een deel. Straf hoor. Dan maar gewoon terug en we bekijken nu de rotspartijen van de andere kant. Er staat nog wel wat zon en dat is best aangenaam, soms als de wind wegvalt is het zelfs heet. Na een klein half uurtje hebben we al een flink stuk afgelegd, want we zetten er een flinke tred in. We rusten even uit en drinken iets en hier zitten weer heel erg veel hagedisjes. Ze zijn zo fars dat ze zelfs op je arm en zo op je schouders komen klimmen. Dat is niet zo leuk, dus direct verder en een kwartier later zien we de trappen omhoog al naar de parking. We zetten onze tred er weer in en komen aan bij de parking. Dan nemen we dus terug de auto en nu rijden we naar Porto da Cruz. Daar moeten we ook nog eens stoppen en het is al bijna tijd om iets te eten, dus dat doen we daar dan maar. Op minder dan twintig minuten bereiken we het dorpje, we bestellen op een leuk zonnig terrasje twee sandwiches en kunnen dan het dorpje verkennen. Niet echt veel te zien, maar de suikerrietfabriek is vandaag in werking en we nemen snel een kijkje. We gaan er niet helemaal binnen, want daar is een rondleiding aan de gang, maar we zien wel en ruiken vooral dat ze hier het een en ander aan het uitsteken zijn. Er vlakbij is een rum-tasting voor 1 Euro, maar we blijven hier niet langer. We zagen tijdens het eten ook een paar mannen blauwe tegeltjes bezetten. Amai, werkende mannen in uniform (schildersuniform weliswaar), altijd dik OK, denkt Veerle. We kijken in het dorpje nog even rond en zien een zwarte rots die over het strand heerst en in de zee zijn er een paar surfers aan het oefenen, maar dus niet veel voor ons. Dan maar verder naar de volgende stop: Santana.

We zoeken de juiste weg naar Santana, hetgeen al een taak op zich is, want er zijn hier wegenwerken en de pijlen zijn weg. We nemen de weg van de werken, keren dan terug, want we denken dat we fout zijn, maar dat is niet zo. We tanken dan maar snel de Micra vol en keren dan terug naar Santana. Timo doet daar een goede zaak door een lokale schone de parkeerplaats af te nemen en dan kunnen we even gaan kijken naar de specials driehoekige huisjes hier. Ze zijn wel fake, maar dat maakt ze niet minder mooi en gezellig. Een rieten dakje, mooi geverfde gevel met wit, blauw en rood en elk van deze huisjes dienst voor iets: een toeristenbureau, een bloemenwinkel en dan hebben we het hier gezien. Van Santana nemen we de weg naar Faial en daar stoppen we ook nog eens. Hier is niet veel te zien, behalve een mooi kerkje en een mooi zicht op de bergen. En natuurlijk bloemen in alle kleuren en formaten. En nu komt het moeilijke: hier weg geraken. We zoeken onze weg en nemen een bergweg waarvan we denken dat we in de goede richting rijden. Niet dus, want na twintig minuten komen we terug aan in Santana. Van hieruit staat Machico en Funchal wel goed aangeduid, dus we nemen gewoon de snelste weg naar huis. Eerst via Machico, dan Santa Cruz en wederom onder de startbaan van de luchthaven en zo naar Garajau. Lekker makkelijk gevonden en dan even rusten in de kamer. Nice! We nemen de tijd om een badje te nemen en daar genieten we erg van. Thuis hebben we geen bad, dus dat is altijd eens welgekomen. We beslissen dan maar om even naar de receptie en de bar in het hotel te gaan, even surfen, een porto en witte wijn drinken en dan eten bestellen aan de receptie. Noot voor het eigenaar van het hotel: het is NOT DONE, echt, zeker en vast not done om porto en witte wijn in plastic bekertjes te geven in een hotel. Het smaakt wel natuurlijk, dus we drinken het met plezier uit. 

Na dit aperitiefje gaan we naar het restaurant aan de overkant van het hotel. Ze hebben hier een ‘dine around’: je kan in het hotel een maaltijd bestellen voor maar vijftien Euro per persoon en dan in dat restaurant naar keuze iets gaan eten. Wij kiezen vandaag voor Tourigalo (één van de twee keuzes). We vinden er snel een goed plaatsje en krijgen de keuze om te eten: eerst nemen we een minestrone, die eigenlijk een maaltijdsoep is met rijst, aardappelen, bonen, echt een dikke soep, heel erg lekker, maar ik zou dit niet definiëren als een minestrone. Als hoofdgerecht hebben we een tonijn filet en een espada met tropical fruit. Het is allebei echt heel lekker en we kunnen genieten van een leuke afsluiter van een leuke dag. Het heeft allemaal goed gesmaakt. Als nagerecht neemt Veerle nog een choco-mousse en Timo slaat dit over, want wil liever een extra glasje wijn en dan nog een espresso om af te sluiten. Lekker toch. Na het avondeten keren we direct terug naar de kamer want het is al tien uur wanneer alles gegeten is. Daar nog even TV kijken en dan tegen een uur of elf in slaap vallen.

 

Donderdag 19 april 2012: Het westen van Madeira

Geen zever over opstaan en ontbijt, direct verder naar de actie van de dag. Veerle koopt brood en eten in de supermarkt, of beter wil dat want die is maar open om negen uur. We zijn al weg om kwart voor negen en rijden direct richting Funchal op de via rapida en het gaat echt wel snel ook. We volgen de via rapida tot net voor Ribeira Brava en daar nemen we de weg naar het noorden van het eiland. Deze weg gaat relatief snel omdat het een brede is met wel af en toe zwaar vervoer, maar het vlot nog goed. Voor we een lange tunnel bereiken moeten we echter een weg naar links vinden, ook richting São Vicente, maar dan via de bergen. We moeten een wegwijzer vinden naar Serra de Agua, maar die vinden we niet. Vlak voor de tunnel kunnen we nog snel omdraaien om zo toch nog de weg te zoeken. We hebben al gemerkt dat sommige wegwijzers niet langs elke richting staan. Het kan zijn dat je van beneden in het dal komt en er geen pijl staat, maar als je dan vanuit de bergen komt, zie je wel duidelijk waar je moet zijn. Dit is hier niet het geval, want Serra de Agua staat helemaal niet aangeduid, we zien wel ineens een pijl naar Encumeada en we moeten die richting uit, dus we nemen die bergweg. Iets later blijkt dit dan ook de goede te zijn. Het gaat steil omhoog en we rijden iets trager dan daarnet. Hier zijn ook minder locals die deze weg nemen, want het zijn bijna allemaal toeristen. We stoppen even voor een punt van zicht net voorbij Serra de Agua. De bergen hier zijn gewoon prachtig. In de diepte zien we de weg die we net verlaten hebben en we zien door de wolken de zon schijnen op sommige plaatsen van de bergflanken. Op de flanken staan huizen met hun tuinen zoals eerder vermeld aangelegd in terrassen. Echt heel erg mooi. Ons oog valt op de mooie blauwe sierlelie’s die hier bijna overal langs de weg groeien. Ze vormen op een paar plaatsen zelfs een haag langs de weg, echt prachtig en ze zien er in hun verschillende stadia elke keer prachtig uit. Als ze een knop zijn zie je het blauwe al, dan begint de knop open te gaan en zie je al kleine stukjes van de blauwe bloem. Als ze dan in volledige bloei zijn, is het een prachtige tros met kleinere bloemetjes, echt schitterend. Je hebt ze trouwens ook in het wit, maar die zie je niet zo vaak.

We blijven een paar minuten genieten van de vergezichten en nemen dan de steile weg naar boven. We volgen de richtlijnen van Frans voor het grootste deel en stoppen dan bij de Poussada dos Vinhaticos (staatshotel) in de bergen. We kunnen hier genieten van de bergen, de wolken en dat doen we ook. Het is zelfs een prachtig effect om de bergen en de wolken te zien in de ramen van het hotel. We wandelen even door de tuin, genieten weer van de prachtige bloemen en het groen van de omgeving. We passeren dan verder via Encumeada, maar stoppen hier niet want er staan drie bussen deze uitzichten te bekijken. Wij rijden dan verder en zien ineens een bordje met het opschrift: Parque Florestal do Chão dos Louros. En vooral die Louros viel ons op. We hadden al gelezen dat hier een laurierwoud was, dus even auto langs de weg en we gaan het eens bekijken. Hier staan honderden bomen, geen struiken laurier. Je merkt het eigenlijk pas echt wanneer je de takken en bladeren vast neemt en er dan eens aan ruikt, zeker aan de jonge blaadjes. Lang blijven we hier niet want het is hier fris en vochtig, daarom groeien er ook zo veel mossen en korstmossen op de bomen. En dan zetten we onze tocht verder richting São Vicente. Daar moeten we zeker eens zijn, want hier zijn beroemde grotten, die een bezoek waard zijn. We parkeren de auto beneden aan de rivier en stappen naar het centrum om eens te horen wat het inhoudt en kost. Het vulkanisch centrum ligt in een prachtig aangelegde tuin, het kost slechts acht Euro per persoon en je bent er wel een uur mee bezig. We moeten nog een twintigtal minuten wachten tot de volgende toer.

Een dik half uur later zijn er voldoende mensen en kunnen we Fatimah, onze gidse, volgen naar het begin van de grotten. Ze begint met het uitleggen dat veel mensen denken dat het door water is ontstaan, maar deze gangen zijn ontstaan door lavastromen. Ze hebben de gangen van wel drie kilometer uitgehold en daarna is de lava weggespoeld. De grotten hebben geen imposante stalagtieten of stalagmieten, maar dat neemt niet weg dat het best mooi is en een aparte indruk geeft wetende dat je in een gang loop die uitgesleten is door lava. Ze hebben sommige gangen met elkaar verbonden en die zijn manueel gemaakt. Er zijn lampen geïnstalleerd en die zorgen voor regelmatig wat afwisseling en die zorgen er ook voor dat er planten en mossen groeien. Het is ook hier heel vochtig: aan het begin van de grotten komt er klaarhelder water naar beneden via een kleine waterval. Iets verder krijgen we nog wat meer info over het ontstaan van de grotten en Fatimah doet moeite alles duidelijk in het Engels uit te leggen en ze kent zelfs een paar woorden, Frans, Duits, Deens en dan nog Nederlands ook, want op een bepaald moment moeten we opletten voor de ‘trapjes’. Nice. In de grot loopt er precies een kleine levada, maar iets verder zien we dat het gewoon kanaaltjes zijn die ze hier uitgehakt hebben. Een klein vijvertje staat bekend als een wens-bron: Veerle doet er aan mee onder het motto baat het niet dan schaadt het niet. We vervolgen onze weg en zien dingen van het plafond hangen die op stalagtieten lijken, maar dit zijn eigenlijk lavadruppels of reacties van het licht met de lucht en de werken die de mensen hier hebben gedaan. Op een klein half uurtje zijn we erbuiten, maar het is echt leuk geweest, speciaal om zo eens een grot binnen te gaan.  Dan krijgen we nog een kleine tentoonstelling te zien over de evolutie van de aarde en dan een korte film van tien minuutjes over het ontstaan van Madeira en de hele archipel eilanden hierrond. Wel erg interressant. En dan gaan we naar the center of the earth. We stappen de lift in en gaan op vijftien seconden naar het centrum van de aardbol, nice ik wist niet dat dit mogelijk was vanuit Madeira. We komen aan en zien de ‘core’ van de aarde in verschillende kleuren: rood, geel, groen, blauw, paars en de bol verandert constant van kleur en is als een vlammende cirkel (mooi geprojecteerd trouwens). We stappen vlak bij het centrum van de aarde in een kleine cinema-zaal, speciaal aangelegd voor dit evenment en krijgen een 3D-bril. Een stem in het Engels en Portugees verzegelt ons om terug naar de oppervlakte te gaan en tien minuten later zijn we dankzij prachtige beelden terug op het aardoppervlak. Leuk, want anders vonden we de auto niet meer terug. We keren dan terug naar de auto en stoppen even bij de fotograaf die aan het begin van het grottenbezoek van iedereen een foto heeft genomen. Het kost slechts vijf Euro, dus dat kopen we dan maar snel.

Dan terug de auto in en nu rijden we via een bergweg naar Porto Moniz. We rijden langs steile bergwanden en zien regelmatig watervallen zich naar beneden storten vlak naast de weg. De zee langs deze kant van het eiland is veel woester dan wat we eerder al gezien hebben en vlakbij een miradouro komen we bij een ander waterval en daar hebben we zicht op het prachtige dorpje van Porto Moniz. Het ligt daar mooi in de diepte met een kleine pier en rotsen en de huisjes staan tegen de steile wand van de berg. De best aangelegde stukken weg gaan door tunnels, maar de “antigua ER 101” loopt soms rechts van de tunnel en zo boven op de hoge klippen. Die ER 101 is een weg die helemaal rond Madeira loopt: de ring rond Madeira zou je kunnen zeggen, LOL. Dit geeft een schitterend zicht op de rotsen en de kust. We kiezen twee keer voor zo een scenic route, maar in sommige gevallen zijn die ook afgesloten. Één keer zien we zelfs grote blokken rotsen liggen aan het begin van dit kleine wegje. En dan komen we aan in Porto Moniz zelf. Twee opmerkelijke zaken zijn hier te zien: lavazwembaden en de lavarotsen zelf. We zoeken een parking (niet betalend: de blauw aangeduide plaatsen zijn steeds betalend en er is veel controle) en wandelen het dorpje in. De zee staat wild, maar dat geeft een prachtig schouwspel van witte golven uit een azuurblauwe zee die vallen op de zwarte rotsen en dan een hoge golf wegspattend water veroorzaken. De lavazwembaden liggen vlak tegen deze rotsen, dus een zwemmetje doen hier vandaag zal niet lukken: de rode vlag hangt uit. We genieten dan maar van het schouwspel van de golven die tegen de rotsen kapotslaan en gaan op een rustig terrasje iets drinken. Wanneer we zitten merken we dat we ook een beetje honger hebben, dus een kleinigheidje eten: een sandwich kaas en hesp (met een beetje frietjes) en een portie lapas: dit zijn napslakken: zo van die piramide-achtige schelpdieren die op de rotsen leven. Die dingen die je met de beste wil van de wereld niet van de rotsen krijgt zonder scherp mes. Het smaakt en we hebben een prachtig zicht. We betalen en stappen nog even naar beneden naar een ander deel waar de rotsen zich breken op het lavagesteente. Hier zijn ook een paar poeltjes en daar zien we enkele vissen zwemmen, die we waarschijnlijk tijdens het duiken ook zullen zien.

Het wordt stilaan tijd – het is al bijna drie uur - om terug richting Funchal te rijden. We nemen de bergweg terug richting Santa Madalena en dan naar Achadas da Cruz. Het is echt een bergweg, steil omhoog en soms even steil omlaag, echt snel vorderen we niet. Wat ons wel opvalt zijn opnieuw de prachtige blauwe bloemen waarvan de groene bladeren bijna een haag vormen langs de weg. Even moeten we hier stoppen voor houthakkers die hier net een boom omzagen en de diepte in laten vallen. Hopelijk loopt hier geen levada en zijn er geen wandelaars. Dit gebied is echt dooraderd door wandelpaden en levada’s. We komen op onze weg tot in Ponta do Pargo wel drie levada’s tegen gewoon langs de weg en regelmatig zien we pijlen die kleine padjes aanduiden voor wandelaars. Van hieruit gaat het sneller richting Calheta want de weg is nu niet zo steil meer en we kunnen zelfs een gemiddelde halen van vijftig: dat was daarvoor niet echt mogelijk. Na een dik uur komen we dan aan in Calheta. Hier moesten we even stoppen van Frans en dat doen we ook. We drinken iets in het enige hotel hier aan de haven met naar het schijnt een schitterend restaurant (dixit: FDL). We hebben pas in Porto Moniz een kleinigheidje gegeten, dus hier enkel iets drinken. We vergeten de parkeerautomaat niet en kunnen hier een half uurtje blijven. Mooie nieuwe haven, zandstrand, maar voor de rest niet veel te zien. Na een half uurtje nemen we de weg via een via expresso richting Ribeira Brava en naar Funchal. We moeten even van de hoofdweg af wegens een gesloten tunnel en daar volgen we even de kust. We moeten naar links, maar hebben het niet door wegens niet-aanwezig zijn van pijlen, dus we rijden het kleine wegje verder langs de kust. We rijden door oudere tunnels nu en die zijn echt wel leuk. De nieuwe zijn echt glad gebetonneerd langs de binnenkant, maar deze hebben nog ruwe en oude stenen in het dak: blij dat we de afslag gemist hebben. En dan moeten we ineens stoppen voor een waterval. In het midden van de weg stort zich een grote waterval naar beneden. Stoppen voor foto, want hier komt toch niemand en dan raampjes dicht en erdoor rijden. Zo’n twee meter zien we gewoon niks door de ramen, ruitenwissers aan en op hoop van zege en ja hoor, we zijn er gewoon zonder kleerscheuren doorgeraakt. Het stof is ineens van de auto en we rijden verder naar het kleine dorpje Madalena do Mar. Dit is echt een dorpje waar blijkbaar veel wandelingen starten, want iedereen is hier uitgedost om een wandeling te starten of ze stoppen er een. Wij nemen gewoon de via rapida hier naar Funchal en op een half uurtje via een tunnel of twintig komen we voorbij Funchal. Hier nog verder doorrijden naar Machico en dan afslag Garajau en een parkeerplaats zoeken in een zijstraat voor de auto.

Even uitrusten op het terras, dan een plonsje doen in het binnenzwembad en even internetten: gratis WIFI, maar niet zo snel vandaag. Dan kijken we nog even TV en maken ons klaar voor het avondeten. We gaan vandaag eens naar een ander restaurant, recht over blok zes van hotel Dom Pedro. Heb ik al gezegd dat heel de straat langs links van het hotel is: echt maf hoor. Het restaurant heet Frango de Guiia en we bestellen een glaasje witte en rode wijn en voor het eten een salade maison om te delen. Als hoofdgerecht bestelt Veerle een sol à la meunière en ik ga voor een seafood zarzuela. Het slaatje is echt fris en licht en het hoofdgerecht is schitterend, maar echt schitterend. De sol is echt een mega-beest en lekker klaargemaakt en de zarzuela is om duimen en vingers bij af te likken. Een pan met tomatensaus en verschillende soorten zeevruchten: veel kleine mosseltjes, twee mega-mosselen, een stuk of tien kleine scampi’s, twee grote scampi’s en nog wat andere soorten zeevruchten. Het is gewoon mega-lekker, maar echt veel te veel, want we krijgen er nog bloemkool, wortelen, broccoli, rijst en aardappelen bij. Echt bangelijk lekker, maar veel te veel. We nemen geen nagerechtje deze keer, maar wel een koffie en nog een glas rode wijn. We betalen hiervoor slechts vijftig Euro. In België zouden we alleen voor de zeetong al veertig Euro betalen, dus echt duur is het niet. Vol van het eten en geluk keren we naar de kamer terug en kijken we nog even naar TV en gaan we iets later slapen. We hebben niet zo veel inspanningen gedaan vandaag, maar we zijn best moe, dus we slapen goed. Morgen voorlopig de laatste dag auto en dan het weekend spenderen we in Funchal, want het is er bloemenweekend. Slaapwel!

 

Vrijdag 20 april 2012: Thema van de dag: levada

De laatste dag auto, tenminste als we volgende week niet nog snel één dagje meer een auto huren. Wat doen we dan vandaag? We gaan er een mooie dag van maken en willen twee levada’s doen. De eerste is de Levada del Norte en dan ergens in het binnenland nog een tweede. We zien wel. Na het ontbijt plannen we even hoe we rijden en tegen iets over negen zijn we al op weg, naar het westen van het eiland. Eerst Funchal voorbij, ah ja dat moet je bijna altijd passeren en dan richting Câmara de Lobos. We nemen de afslag naar het centrum zelf, maar nemen daar geen kijkje, we zoeken de weg naar Cabo Girão. Via een omleiding en even een kwartiertje verkeerd rijden, vinden we toch nog de juiste weg: het is maar tien kilometer, maar we doen er wel lang over, we zouden misschien beter een volgende afslag van de via rapida genomen hebben. Leuk is wel dat we opnieuw langs de levada rijden van onze eerste dag, we zien zelfs op een paar punten naast de snelweg waar we gelopen hebben. Amai, is dat al zoveel dagen geleden? Wij dus naar Cabo Girão en daar auto parkeren en even genieten van het uitzicht. Je ziet hier erg ver en het is echt prachtig wat voor een zicht je hebt. Het is wel weer een bewolkte dag, dus het had iets beter kunnen zijn met zonnig weer. We letten vooral op het kleine uitstulpsel van de kust waar we mooi de kleine tuintjes zien liggen in vierkantjes verdeeld, echt zeker de moeite. En dan willen we even een levada doen. Dankzij het boekje van FDL weten we dat de Levada del Norte hier loopt en dat is de langste van alle levada’s op Madeira met zijn tweeënzestig kilometer. We weten niet echt heel goed waar we moeten inpikken, maar beslissen dan wel even de auto te nemen naar onze vertrekplaats in Quinte Grande. Veerle vraagt even de weg aan twee behulpzame politieagenten, maar die kunnen het moeilijk uitleggen, dus ze zeggen volg ons maar we zullen jullie daar afzetten. Met een politie-escorte rijden we dus naar Quinte Grande. Net buiten het centrum stopt de combi en zegt, parkeer hier maar en als je de trap daar oploopt zul je de levada zien. Thanks guys: de politie, uw vriend heeft hier een andere betekenis dan in België.

We doen onze stapschoenen aan, laten de auto hier achter en gaan via een kleine trap naar omhoog en daar vinden we al direct de levada. We zullen die naar links volgen, ongeveer een uurtje en dan terugkeren naar de auto. Voila, wij op weg. Deze levada is iets breder dan de eerste en ernaast is een breed pad, heel erg makkelijk als er tegenliggers komen. En dat gebeurt wel een keer of acht deze wandeling, want blijkbaar is die heel populair bij groepen en het zijn allemaal Duitsers. We vertrekken met een mooi zicht op het dorpje Quinte Grande en volgen de levada stroomopwaarts. Het is niet steil en het lijkt of het water niet echt heel snel stroomt. Ik doe de test en steek er een stok in en voel dan dat er wel een serieuze stroming staat. Deze levada is ook iets dieper met ongeveer een halve meter. Nog maar tien minuten wandeling zijn gedaan en we zien al direct kleine wilde asters (denken we) en langs de kant groeien braambesstruiken die echt een bende zwart-witte spinnen herbergen. Die zullen hier wel voldoende voedsel vinden. We zetten er een goede tred in en moeten in het heengaan al een paar keer opzij voor troepen Duitsers. Oei, als dat maar goed komt. Vooral in het begin zien we ook veel groene algen die in het water van de levada groeien en die doen de alg-slag: geen idee wat dit eigenlijk is, maar swat. We steken twee keer een straat over en komen dan in een bos met bomen (ah ja anders zou het geen bos zijn) met kleine gele bloempjes. We denken dat dit de mimosa is. De bomen zijn zo veel in aantal dat je echt over een mimosa-bos kan spreken, zelfs nog groter dan het laurier- of het eucalyptusbos. Het geurt hier ook erg goed en we genieten van de wandeling. Op een paar plaatsen komen hier kleine stroompjes water vanuit de hoogte en die vormen mini-watervallen en zelfs op één plaats een klein grotmeertje, echt schitterend. Een uur wandelen gaat echt heel erg snel en we nemen dan een korte pauze en zetten dan de terugweg in, terug naar de auto. Op de terugweg stoppen we minder dan in het heengaan, want we nemen minder foto’s en we kennen de weg al, alsof dat al moeilijk zou zijn. De kleine brugjes over de levade met langs beide kanten trapjes zijn echt wel schattig. We rusten dan ook na een dikke twintig minuten ook even uit bij zo een brugje. Langs de levada hebben de Madeirezen hun tuinen aangelegd en die zien er ook steeds netjes en proper uit op nog wel ideale lokaties als je van mooie vergezichten houdt. Nog op vele stukken groeit een grote soort riet en bijna constant zien we kleine astertjes en grote bomen mimosa die langs de levada groeien. Echt een heel erg mooie wandeling van ongeveer een uurtje.

Terug bij de auto vertrekken we naar een heel ander gedeelte van het eiland. De bedoeling is om eens naar het centrum te gaan, richting Camacha en Ribiero frio en daar nog een tweede levada te doen na een stop in Camacha. We vinden al snel de via rapida naar Funchal en net daarvoorbij nemen we de weg naar Camacha. Even stoppen voor wegenwerken in een tunnel en dan naar boven. Hier een parking zoeken en dan even door het dorpje trekken om alles gezien te hebben. Dit dorp is echt wereldberoemd (toch in Madeira) voor zijn wijmenteelt en ook de gevlochten zaken die ze ermee maken en ook verkopen. Er is een dorpsplein dat bekend is omdat ze hier in Portugal voor de allereerste keer voetbal gespeeld hebben en op dit pleintje eten we onze lunch. Brood met een beetje smeerkaas en een banaan, gepikt van het ontbijt van het hotel.  We bezoeken even de grote winkel van de mandenvlechters en zien dat het echte kunstenaars zijn: ze kunnen er echt alles mee maken. We zien er op de benedenverdieping ook vijf bezig, maar buiten dit alles is er eigenlijk niet zo veel te zien in Camacha. Het uitzicht over de zee is ook weer mooi, maar door het bewolkte weer is het niet ideaal. Wij zoeken dan maar onze weg naar Ribiero Frio. Via een kleine bergweg komen we aan in Poiso en van daar rijden we nog een kwartiertje verder naar Ribiero Frio. We genieten van het leuke ritje door de bergen en zien de wolken op de hoogste punten over de weg waaien. Speciaal, maar wel zorgen dat we erg voorzichtig moeten zijn. Wanneer we aankomen in Ribiero Frio is het er erg rustig en we kunnen direct de wandeling aanvatten via de Vereda dos Balcões. Dit stukje pad maakt deel uit van een veel langere levada-wandeling: de levada do Furado: die is niet voor beginners, maar dit stukje is eigenlijk ideaal om kennis te maken met de levada’s. Voor ons is dit al de derde, dus no problem waarschijnlijk.

Het pad begint naast de weg en brengt ons recht naar de levada, die even naast en dan onder de weg loopt. Wij gaan echter voor het korte stuk van anderhalve kilometer tot een mooi zicht. Naar het schijnt is dit het mooiste zicht van heel Madeira op de hoogste toppen van het eiland. Met deze lage wolken zal het niet je dat zijn, maar we doen het toch. Langs een erg smalle met mos begroeide levada ligt een breed pad dat ons een beetje omhoog leidt. Voor we begonnen waren, lazen we – niet zoals de eerste levada – het bord en dat zegt dat je moet oppassen, wanneer het nat is. En dat is het op dit moment: op een paar plaatsen moeten we echt oppassen, want het is best glad en je wil hier niet vallen of je voet omslaan. Deze levada is weer een beetje anders dan de vorige twee, want is veel minder open dan de andere. We stappen door een bos met steile rotsen langs de linkerkant. Die rotsen zijn bijna constant begroeid met mossen en de bomen hebben korstmossen in lange slierten van hun takken en stam hangen. Twee keer stappen we ook door de rotsen waar een iets smallere gang is gemaakt voor de levada en na een dik kwartier bereiken we een platform dat zicht geeft over de vallei en de bergen. Het is een prachtig zicht; het staat hoog op een rots. Niet tussen het hek kruipen dus. We zetten ons even neer en genieten van het uitzicht. Buiten ons is er nog maar één koppel die even in een lach schieten wanneer wij toekomen en Veerle een kreet slaakt: Oh, shit. Yep, en dat vat het dan ook nog goed samen ook. We doen moeite om de kleine vinken te fotograferen en dan heeft Veerle een goed idee: we hebben nog brood bij. Ze gooit een paar kruimeltjes op de rotsen en binnen de kortste keren komen er een stuk of tien aanvliegen. Ze zijn echt mooi, die kleine Madeira-vinkjes en we kunnen ze nu goed op foto vastleggen. Ideaal. Dan keren we op dezelfde weg terug en ineens staan we voor een kleine bar. Tja, hier komen veel toeristen langs en dan is dit de ideale plaats om vanalles te verkopen. Het had onze aandacht al getrokken op de heenweg, maar nu liepen we er vlak op. Het laatste stukje duurt nog maar een vijftal minuutjes en we zijn blij dat we deze korte levada er nog bijgenomen hebben.

Wanneer we terug op de straat aankomen, stoppen we even in de bar om een pintje te drinken en dan gaan we nog snel een blik werpen op de forellenkwekerij. Buiten de levada is Ribiero Frio ook bekend voor de forellen. Hier houden ze het water van de rivier opzij in kleine bassins en daar kweken ze de forel. Van hele kleine tot de grote joekels beneden aan het forest-house van het dorp. Alles gezien hier, dus dan terug naar het hotel. We nemen de weg richting Faial en Porto da Cruz en daar kunnen we de via rapida nemen naar Funchal. Het vlot allemaal goed en op een klein half uurtje zijn we bij het hotel in Garajau. Dan nog even de weg naar beneden doen naar het duikcentrum, maar er is op dit moment niemand aanwezig. Het is best een leuke afdaling met het laatste deel een weg waar maar één auto op past. Even spannend in het naar beneden rijden, maar alles gaat goed en we keren na een paar minuten terug naar het hotel. De enige reden dat we hier wilden langskomen was voor het duiken, maar het is al dicht, dus terug naar boven. Terug de smalle weg naar boven nu en we parkeren snel de auto in een zijstraat en rusten even uit op de kamer. Verslagje maken, douchen en dan nog even naar de receptie om te wifi’en en dan op zoek naar een goed restaurantje. We gaan naar het eerste restaurantje in de straat, we drinken een glasje wijn. Veerle bestelt zich een espetada 'meat' (grote brochette) en Timo gaat voor de mixed grill. Als voorgerecht hebben we op dat moment al een lekkere tomatensoep op. Het is een echt dikke soep met een verrassend ingrediënt: een gepocheerd eitje. Het is speciaal, maar het past er bangelijk goed bij. Onthouden voor thuis, net als het lookbrood, echt zalig lekker. Niet alleen de lookboter, maar ook het brood zelf is ongelooflijk lekker. Daarmee hebben we - zoals je wel kan denken - voldoende en hoeven geen nagerechtje meer. Na de koffie waggelen we voldaan naar de kamer en drinken op het terras nog iets. Niet te laat gaan slapen, want morgen is het Funchal verkennen: de hoofdstad van het eiland Madeira.

 

Zaterdag 21 april 2012: Funchal ontdekken: Festa da Flor

Het ontbijt is iets drukker dan anders, want de hele zaal zit vol, gisteren waren er één of meerdere bussen bij het hotel gestopt en die vullen nu volledig de grote eetzaal en ook het kleine tweede deel. Wij zoeken ons een plaatsje in een hoek aan het raam waar het iets rustiger is. Het is een gevecht aan de ene koffiemachine en ook moeten we zorgen dat we snel brood nemen, want de obers kunnen niet volgen met aanvullen. Veerle laveert tussen de mensenmassa, maar ik heb al direct ambras met een Portugese en die krijgt een stomp terug: ieder voor zich en god voor ons allen. Het valt ons op dat er hier veel norse mensen rondlopen; het lijkt ons wel of ze enkel vriendelijk zijn in restaurants en winkels, anders is een Madeirees niet zo vriendelijk als je zou verwachten van zuiderse types. Naast ons is er even een gevecht voor een tafel, want er lag een sweater op een stoel, maar twee ouderen vinden het nodig om de tafel volledig in te palmen. Dit zal waarschijnlijk een voorbode zijn van vandaag: een drukte van jewelste. Na het ontbijt snel alles klaarpakken en naar de receptie om te kijken wanneer er een bus is terwijl ik de auto binnen lever bij de car rental. Daar is alles OK, maar een bus hebben we net tien minuten gemist en de volgende is nog minstens drie kwartier wachten. We vragen snel hoe duur taxi’s zijn naar het centrum en dat blijkt nog mee te vallen: tien tot vijftien Euro van Garajau naar Funchal. Dat is iets van een tien Euro duurder dan de bus, maar dan moeten we hier geen veertig minuten meer wachten. We vragen dus aan de receptie of ze een taxi kunnen bellen en er staat er net een. De dame aan de receptie kent de chauffeur en belt hem op. Wij dus naar Funchal. Bij het instappen kost de rit tien Euro en de chauffeur brengt ons snel via de via rapida naar Funchal, vlakbij de markt. Hij neemt niet de standaard weg, want dat is te druk, maar op een klein kwartiertje zijn we er toch al. Hij legt ons zelfs uit waar we moeten zijn voor de markt en we zijn hier al om negen uur, dus een meevaller. Uiteindelijk kost de rit ons twaalf Euro tegen de afspraak in, maar we doen niet moeilijk.

Onze eerste stop is de markt en we gaan die binnen langs de hoek waar het een gedeelte is van vis. Hier zien we de espada, lange smalle zwarte vissen met ongelooflijk grote ogen en een heleboel scherpe tanden, gevild zijn ze wit. Samen met tonijn zijn dat de vissen die hier het meeste verkocht worden. De tonijn ziet er goed uit, mooi rood en blijkbaar zit er hier nog best wat tonijn in de zee. Er zijn nog andere soorten vis, maar die zijn minder aanwezig. We zien de visboeren bezig met het villen van de espada en het in moten hakken van de tonijn. We bekijken de hele vismijn ook eens van boven en zien dan ook gedroogde en gepekelde vis liggen: de bakalhau. Waarschijnlijk zouden we dit niet zo lekker vinden, maar we hebben het nog niet geprobeerd. Van boven op de trap kom je aan in het gedeelte van de groenten en het fruit. Je ziet hier veel exotische soorten fruit en ze bieden ons ook een passievrucht aan van Madeira, maar we zijn hier niet om te proeven, maar vooral om te genieten van de geuren en de kleuren. Kleuren genoeg, want naast fruit en groenten kleuren zeker de bloemen ook de markt. Het is zelfs mogelijk hier zaden of knollen te kopen van de mooiste bloemen van het eiland. Dat doen we niet, maar gaan eerder verder om de stad te verkennen. Buiten aan de Mercado dos Lavradores staan vrouwen ook nog bloemen te verkopen in traditionele kledij. Dat is ook wel de moeite. Maar wij dus op verkenning. We hadden van FDL nog een SMS gekregen dat we van tien tot elf aan het kerkje van de universiteit moesten zijn om de bloemenstoet te zien van de kinderen. We weten echter niet waar die zich bevindt, dus we volgen even de aanwijzingen die FDL ons doorgemaild had. We passeren de kathedraal en gaan ook binnen even een kijkje nemen. Het is een donkere kathedraal met veel goud en veel bloemen. Alles is hier met bladgoud belegd en we kijken onze ogen uit van al deze pracht en praal. Deze kathedraal is trouwens gewijd aan Johannes Paulus II en die heeft voor de kathedraal zelfs een standbeeld gekregen. Dat was toch geen Portugees, maar een Pool?  Dat speelt geen rol. We zijn hier vooral voor het festival van de bloemen: we hebben dus echt een heel erg goede periode gekozen om naar Madeira te komen.

We zoeken een goede plaats om de stoet van de kinderen te zien, maar vinden die niet onmiddellijk. We stappen langs de hoofdweg in Funchal onder de blauw-paarse bloesems van de bomen hier, echt een prachtig zicht en echt typisch voor Madeira en Funchal specifiek. We passeren een groot bloementapijt dat op de lange boulevard is gelegd: we zien verschillende vormen: een notenbalk, het eiland Madeira, zelfs een vlinder: echt prachtig gedaan. We zoeken ondertussen verder naar een leuke plaats, want we hebben de universiteit nog niet gevonden. We blijven dan maar even wachten tot we de parade zien passeren. Onder politie escorte zien we eerst kleine meisjes langskomen met allemaal bloemen in de hand. Ze zijn erg mooi gekleed: witte bloesjes met een rood overhemdje en veel gekleurde lange rokken: erg mooi en schattig om die zo te zien komen aanstappen. Daarna volgen de iets grotere kinderen en dan de nog grotere. Ze zijn allemaal ongeveer hetzelfde gekleed en de jongens zijn helemaal in het wit. De grootsten van de groep dragen grote korven bloemen en zo gaat de stoet verder. Het is best lang, maar we wachten niet tot ze allemaal gepasseerd zijn en volgen de route van de stoet tot..., yep zeker het kerkje vlak aan de universiteit van de SMS. Hier staat nog niet zo veel volk: we hebben dus geluk, want er staan in het begin maar twee rijen voor ons en later slechts één rij. De raad om vroeg te komen was dus echt wel nodig, spijtig dat we nu pas de universiteit gevonden hebben, maar we zien nog voldoende. Hier passeert de stoet ook de hele tijd en we staan er een dik half uur te wachten tot er meer gebeurt. De kinderen moeten de bloemen die ze dragen in een muur van haagplanten zetten en dan op het grote plein samenkomen. In totaal passeren er denken we wel dertig groepen van kinderen die ook allemaal in aparte klederen zijn gestoken. Sommige hebben gewoon een gele T shirt aan, anderen rood-wit gestreepte kledij en als laatste is de scoutsgroep die de volledige stoet afsluit. Er zijn er zelfs ook bij die allemaal een rieten hoedje dragen met zwarte band met Madeira erop: leuk. We houden ons bezig met onze plaats te behouden en eventueel te verbeteren en dat lukt niet slecht. We hebben goed zicht op de stoet voor ons, het plein, hoewel we soms tussen de schouders van andere mensen moeten kijken. Ongeveer om elf uur is er het hoogtepunt voor de toeristen en dan gaan ze de duivenkeven openmaken en een paar honderd duiven lossen. Dit wordt op voorhand in het Portugees en het Engels aangekondigd en dan is het zover. Op de tonen van Ode an die Freude is het inderdaad een ode aan vrede op aarde en de duiven worden gelost. Een massa grijze en witte duiven vliegen over het plein, maken nog een toer en dan begint er een spektakel dat meer voor de kinderen zelf is dan voor de toeristen. Goed! Gun die gasten ook maar iets.

Na dit evenement wandelen wij weg naar de haven en gaan daar even een kijkje nemen. Via de haven volgen we de kade en zien dat er hier een mengelmoes aan restaurants is: ook dat van The Beatles, echt een tourist trap. We volgen de aanwijzingen van FDL verder tot een park waar we even bekijken of we morgen naar hier kunnen komen voor de parade van bloemen van de volwassenen. Dat moet wel lukken, maar dan wel iets vroeger komen dan vandaag. We eten op een bankje onze lunch die we bij ons hebben, doen de volledige wandeling rond het parkje en gaan dan verder met de richtlijnen. Terug op de grote boulevard zien we nog drie grote bloementapijten met mooie tekeningen in. We wandelen de boulevard verder af en stoppen even aan de grote tentoonstelling naast het fort. Hier staan bloemstukken tentoongesteld en een hele reeks gewone bloemen, vooral orchideeën. Die zijn allemaal prachtig maar voor ons is het hier een beetje te druk, dus we kijken even verder wat we nog kunnen doen. Het theatercafé zijn we net voorbij en het zit er net als op alle andere terrassen goed vol, dus we gaan eens kijken bij Blandy’s (bekend van de Madeira-wijn) of we daar niet nog een een kijkje kunnen gaan nemen. Die doen maar rondleidingen tot één uur en dat is het bijna, dus we zullen morgen of een andere dag nog eens terug moeten komen. Dan volgen we nog even verder de aanwijzingen van FDL en passeren het fort nog eens, maar dat kan vandaag niet bezocht worden. Tja, wel jammer, maar misschien een andere keer. We wandelen zo verder naar het plein waar eerder de kinderen aankwamen en daar stoppen we even om die mooie muur van bloemen eens te bekijken. Van daar wandelen we naar een restaurant dat ons aangeraden werd door een goede vriend, maar we eten er nu nog niks, misschien later vandaag of anders morgen middag. We stappen even verder terug richting markt en daar slaan we de straat in "van de kunstige deuren". Elke deur hier is wel op een bepaalde manier geverfd zodat het allemaal kunst is. De ene deur is al beter geslaagd dan de andere.

We wandelen de straat af tot het einde en daar nemen we terug de boulevard aan de zee en volgen die het een geel geverfd fort. We vinden het speciaal dat het geel is, dat is eens iets anders. Hier is niet zo veel te zien, want je kan er eigenlijk niet in vandaag en de twee musea die hier gehuisvest zijn, zijn niet open vandaag. We beslissen dan dat we het hier vandaag voor bekeken houden. We genieten nog even van het zicht op de zee en kijken hoe een paar vissers toch af en toe geluk hebben en een klein visje kunnen vangen. Om half vier hebben we een bus en die proberen we op te geraken. Het is niet echt makkelijk, want er staat heel veel volk te wachten voor die ene bus. Wanneer de bus toekomt is het weer een gevecht om erop te geraken, maar ons lukt het nog tamelijk goed. Een Duitse wil de heldin uithangen en voorrang geven aan mensen bij haar groep en in haar rij, maar een Madeirees maakt daar al vloekend en roepend en tierend met geweld een einde aan. Na tien minuten is het busje volgeladen en kunnen we vertrekken. Bij de volgende halte moet de chauffeur vier mensen weigeren, maar wij hebben geluk en kunnen met de bus terug naar Garajau. Op een paar punten heeft de bus veel last om omhoog te rijden, maar dat is deel van de fun. We geraken er goed en gaan dan even op ons terras zitten en even uitrusten. Van door een stad slenteren word je best wel moe. Iets later iets eten en niet te laat gaan slapen. We gaan deze avond nog eens eten bij Tourigalo. We bestellen grote scampi's of toch een grote portie en nu neemt Veerle eens een mix grill. Het ziet er weer lekker uit en dat is het ook. We drinken er een wijntje bij en laten het smaken. Hier in Madeira vragen ze steeds of we nog koffie of een nagerecht willen en een paar keer waaronder deze keer kan Veerle de verleiding niet weerstaan. Ze gaat voor een banana split en je ziet op haar gezicht dat ze ervan geniet. Nog iets later gaan we terug naar de kamer en dan gaan we slapen.

 

Zondag 22 april 2012: Festa da Flor: Parade

s Morgens is het weer een gedoe in het restaurant, maar we doen gewoon ons ding en trekken ons weinig aan van de degoutante mensen die hier rondlopen. Het is eigenlijk niet te doen hoe vervelend sommigen kunnen zijn als ze eten en drinken geroken hebben. Swat: wij hebben andere plannen vandaag en willen leukere dingen te doen. We gaan vandaag naar de bloemenstoet in Funchal. We zorgen dat we voldoende water bij ons hebben en een beetje eten. We nemen de bus naar Funchal vlak voor het hotel en er zit eigenlijk niet zo veel volk op. We hadden gedacht dat die tjokvol zou zitten omdat het het bloemenfestival is, maar dat valt goed mee. We worden afgezet aan Anadia Shopping, vlak bij de markt, maar die bekijken we vandaag niet meer: we waren er gisteren al. Vandaar stappen we naar de kathedraal en daar slaan we een zijstraat in om zo uit te komen in een andere zijstraat waar gisteren alles te doen was: het municipal square. Vandaag gaan we eerst een museum doen. We kiezen eerst het museum van kerkelijke kunst. Er zouden hier een paar Vlaamse meesters moeten hangen en dat moeten we natuurlijk gezien hebben. We gaan binnen in het museum dat net open is. Ze openen hier op zondag om tien uur. De inkom is niet zo duur, slechts een paar Euro en via een trap naast de inkomhal komen we op de eerste verdieping. We bekijken al het zilverwerk, maar we gaan niet echt alles lezen wat er op de kaartjes staat. Zilveren mijters, zilveren kandelaars, allemaal heel erg kunstig versierd en mooi om te zien. Op de eerste verdieping zijn er iets van een zes zalen en we stappen elke zaal door zodat we toch bijna alles gezien hebben. Een aantal kazuivels en andere kerkelijke voorwerpen zijn hier tentoongesteld. Van hieruit stappen we de treden van de trap op naar de volgende verdieping. Hier hangen kunstwerken van de Vlaamse meesters: echt bangelijk hoe die hier hangen. Het zijn knappe schilderijen van Jan Provoost en onder andere Rogier Vanderweyden. Ook houten stukken van kerkelijk interieur hangen hier tentoon en op een paar plaatsen verwijzen ze naar Agnus Dei. Het verloren paneel van de rechtvaardige rechters zou hier misschien nog kunnen hangen. Who knows. Prachtige zilveren platen zijn beschreven in het Latijn en enkele andere prachtige stukken hebben ze hier ook in de collectie.

We blijven hier een klein uurtje en stappen dan naar Blandy’s om daar een toer te doen. We komen er aan en het was niet open. Op zon- en feestdagen gesloten, dus we moeten nog eens naar Funchal terugkomen om die toer te doen. We waren hiervoor nog even langs de muur van bloemen gepasseerd om daar nog een foto te nemen zonder al het volk van gisteren. Hopla, over de grote avenida naar de bloemenmarkt: kleine stalletjes staan langs de avenida en daar verkopen ze bloembollen, zaadjes en volledige platen ook. We stappen dan maar wat verder door het stad en keren dan maar terug richting restaurant Apollo waar we even een pintje willen drinken. Het terras daar zit vol, dus we kiezen een plaatsje op een ander terras. We bekijken even wat we dan nog verder kunnen doen en lopen even de zeeboulevard op en af en keren dan nog even terug naar de avenida waar alle fun zich afspeelt nu. Een groep dansers doen er een typisch Madeirese dans. Ze starten onder live-begeleiding van fluit en gitaar in een rij en dan maken ze bewegingen naar elkaar toe al buigend. Dit heeft ook allemaal te maken met de festiviteiten van de Festa Flor. Joepie. En dan gaan we een restaurantje doen. Het is al net na de middag en we kunnen al wel wat eten, dus naar O Mesão om iets te drinken en te eten. We bestellen Espada à la Madeira en Espada à la iets anders, met champignons, pepers, ajuin en wortelen. Het wordt allemaal heel erg basic geserveerd met een aardappel en wat gekookte groenten. Het is echt basic, maar het smaakt echt ongelooflijk. De Madeira-espada wordt geserveerd met een banaantje en normaal is Timo geen echte fan van warme banaan, maar de combinatie met espada rules, echt waar. Daarbij een frisse Coral en we zijn weer gelukkig. Dan is het tijd om een plaatsje te zoeken voor de stoet van deze namiddag. Dankzij FDL weten we dat we aan het rond punt Rotunda dr Francisco Sa Carneiro moeten zijn. Daar gaat de wandeling dus naartoe.

We zetten ons eerst op de trap vlakbij het rond punt en denken dat we hier wel een goed zicht zullen hebben. Iets hoger dan de rest en perfect zicht op het rond punt. We zitten hier al twee en een half uur voor de stoet begint, dus echt op tijd, hoewel de beste plaatsen al ingepikt zijn door andere toeristen. We zitten hier en zitten hier en wachten en wachten. Tot het moment dat we toch even alles opnieuw bekijken en zien dat ze de overkant van de straat afzetten met hekken om daar de stoet te laten passeren. Dan denken we dat het misschien toch niet zo ideaal is om hier te blijven. Veerle gaat even vragen aan de politie of we vlak OP het rond punt mogen staan en dankzij hun toestemming verzetten we ons naar daar. We palmen wel vier plaatsen in met onze handdoeken en zetten ons met onze rug tegen de hekken. Dat zullen ze ons niet in dank afnemen, maar dan hadden ze maar wat vroeger moeten komen. De eerste die commentaar geeft is er al na vijf minuten. Een Zweeds koppel dat naast ons stond op de trappen en onze “lead” gevolgd heeft om ook hier te komen staan. We zeggen dat we straks wel plaats zullen maken voor hen beide en dan is het goed. Zij zet zich naast Timo en de man gaat nog even een wandeling doen, misschien op zoek naar een nog betere plaats. En dan begint het aftellen tot de start van de stoet. Nog twee uur en dan zullen ze beginnen komen. Of misschien niet. We socializen even met de Zweedse, maar verder dan hoe is het hier en van waar ben je, komen we niet. We wachten dus en wachten en wachten. Een geluk dat de zon schijnt, op sommige momenten is het echt heel heet en moeten we even onze armen onder de handdoek leggen om niet te veel te verbranden. We hebben ook zonnemelk mee, dus veel kan ons niet overkomen (bedankt voor de tip, Frans). Om iets voor vier zetten we ons recht en dan is het even drummen om onze plaats te behouden. Een paar plaatsen naast ons was het echt al dikke ambras geweest omdat iemand meer plaats had dan nodig. Wij kijken even achterom en zien dat het hele plein is overspoeld door mensen ondertussen. Een geluk dat we zo vroeg gekomen waren. Wederom bedankt voor de tip, Frans.

Om vier uur begint het niet, om kwart over vier is hier ook nog niks te zien, maar om half vijf komen de eerste politiemensen voorbij en dan kan de eigenlijke stoet beginnen. Als eerste komt er het bloemenmeisje in een kar getrokken door een paard. Ze zwaait naar alle bezoekers en heeft een jack russel op haar schoot. Op zo’n moment denk je wel aan Cartouche thuis natuurlijk, maar we zijn hier voor bloemen. De eerste praalwagen is een feit en dan de tweede. Het zijn pickups met overal bloemen. Zo veel bloemen dat de chauffeurs naast de wagen mannen hebben lopen zodat ze weten wanneer ze een bocht moeten nemen. De bloemen, daar draait het allemaal om en de eerste praalwagens zijn prachtig versierd. De ene heeft als hoofdthema geel, de volgende rood. Daarachter lopen meisjes met slingers die ze naast zich bewegen en iedereen doet een dans. Het is allemaal prachtig opgezet, allemaal synchroon en de choreografen hebben hier serieus veel werk aan gehad. Maar het is wel prachtig. In het begin zijn er niet zo veel dansers en danseressen, het zijn vooral de praalwagens die langskomen. Één specifiek springt eruit, eentje met snoep. En de kindjes op de wagen gooien snoepjes naar het publiek, precies karnaval. Achter elke wagen loopt en danst een groep kinderen, soms volwassenen en ze dansen op de muziek die uit grote luidpsrekers komt op de achterkant van elke wagen. Het is een muur van boxen en lawaai, soms zo hard dat we ons vragen stellen dat het nog te doen is voor de kleintjes op de karren. Elke wagen heeft een bepaald thema, sommigen zijn versierd met gewone simpele bloemetjes, maar andere zijn echt kunstwerken. Achter die grote wagens lopen dan de dansers en danseressen in een vergelijkbaar kostuum. Er zijn er met margrieten hoedjes en andere hebben echt kunstwerken van bloemen op hun hoofd. De lelies zijn ook schitterend en de meisjes die dansen hebben ook kledij aan waaruit je duidelijk kan zien dat dit de leliewagen is. Ze dansen allemaal en doen dit de hele stoet lang. De zon brandt en voor sommigen is het een beetje te veel aan het worden, want lachen kan er niet meer af. Om een goed idee te hebben hoe dit er allemaal uitziet, moet je zeker eens de foto’s bekijken, of beter nog, zelf eens gaan zien. Prachtige hoofddeksels, schitterende jurken, mooie dames, onze (vooral Timo’s) dag kan niet meer stuk. Bij de laatste wagens valt ons op dat er eentje bij is met een typisch huisje zoals we in Santana zagen en een kleine windmolen en ook deze zijn allemaal prachtig versierd met bloemen.

En zo loopt ook deze dag stilaan op zijn einde, tenminste het gedeelte bloemenstoet in Funchal. We beslissen dan maar om eens te bekijken hoe en wanneer we terug naar het hotel zullen kunnen. Bij de bushalte is geen enkele bus te bespeuren. Niet één. Timo kan uit het Portugees briefje dat er hangt puzzelen dat er tot acht uur geen enkele bus rijdt, dus het heeft geen zin om hier nog lang te wachten. Het is wel al iets over zeven, dus we hebben hier wel vijf uur gezeten en gestaan en gewacht en gekeken, maar het is echt allemaal de moeite geweest hier zo vroeg toe te komen en het ideale plaatsje te zoeken. Na het vinden ervan was het vooral genieten, genieten en nog eens genieten. Onze enige bus rijdt nu niet, dus we beslissen snel om een taxi te nemen. Het is één in het zwart, want hij zet zijn meter niet op. Voor zestien Euro zijn we terug in het hotel met een zotte taxi-chauffeur, maar hij is wel snel. Hij rijdt met gevaar voor eigen leven en dat van ons, maar we komen toch veilig aan bij blok vier van ons hotel. We douchen ons en gaan dan nog eens het dorp in voor een kleinigheidje te eten. We zoeken terug café Garajau op van de eerste twee dagen en eten daar een sla met kip en een hamburger special. Amai, en smaken dat dit doet. Zeker de hamburger is echt lekker met een beetje frietjes en zoals elke maaltijd eten we er een beetje lookbrood bij. Dat is echt een winner. We genieten van het eten met een Coral en een cola en gaan dan maar stilaan terug naar de kamer. Dit restaurant is heel erg goed gelegen, want het is bergaf naar de kamer terug. Rond een uur of tien zijn we terug en dan nog even napraten op het terrras, TV even op en dan slapen.

 

Maandag 23 april 2012: Garajau Diving: eerste dag duiken op het huisrif van Garajau

Vandaag duiken, altijd toppie tijdens een vakantie. Je ziet alles boven water en dankzij het duikbrevet ook onder water. Echt super. Deze ochtend is al een grote bus terroristen vertrokken uit het hotel, maar in het restaurant zelf is alles nog steeds heel druk. We moeten weeral rond en onder en over de mensen racen om onze koffie en brood en kaas en hesp te krijgen. We nemen alles snel mee naar een rustige tafel in een hoek. Leuk dat die mensen allemaal centraal in het restaurant willen zitten. Wij na het ontbijt direct terug naar de kamer om al onze duikspullen in orde te brengen zodat we op tijd naar het duikcentrum kunnen gaan. We hebben niet al het materiaal mee uit België, want voor een paar dagen duiken is dat niet de moeite. We nemen maskers en snorkels mee en ook de camera wordt in orde gezet voor de eerste twee duiken in Madeira. De twee eerste duiken in de Atlantische Oceaan. Joepie, daar keken we al naar uit. We gaan te voet naar het duikcentrum via de weg aan het rond punt op het einde van de Dom Pedro-straat en daar gaat het erg steil naar beneden. We hadden dit al eens te voet gedaan en op de laatste auto-huur-dag ook met de auto. Te voet is dit een serieus stuk. Het hele eind is wel twee kilometer. Naar beneden valt het mee, maar als we straks naar boven moeten, zal dit wat anders zijn. Halverwege is het stuk dat erg smal is en daar is de poort nog dicht. We wachten even en hebben op dit kleine stukje al een kwartier gestapt. Helemaal naar beneden zal het een klein half uurtje zijn denken we.

We zitten hier nog maar tien minuutjes en dan komt er de eerste auto langs om de poort open te doen. Verrassend (of misschien ook niet) is dit Felix, de instructeur die ons vandaag gaat begeleiden. We kunnen snel even mee met de auto en zijn er vijf minuten later. Nice. Even brevetten laten zien, logboek, maar we moeten geen formulieren tekenen. Dan verdeelt Felix de pakken, automaten, vinnen, botjes, flessen en we kunnen ons al beginnen klaarmaken. Amai, dat gaat hier vlotjes. We hadden gedacht dat dit toch een uur of zo zou in beslag nemen. Niet dus. We zijn om iets over tien al klaar om onze eerste duik te maken, maar eerst korte briefing. We moeten even opletten bij het te water gaan, want de golven komen hier serieus aangespoeld. We zullen even boven water zwemmen richting gele boei die in het midden van de baai ligt en dan naar links en zo terug aan de kant. We zetten de flessen op onze rug en wandelen naar het strand, zoals bijna overal is ook dit een keienstrand. Nergens in Madeira vind je een natuurlijk zandstrand, dus ook hier niet. We zijn voorzichtig bij het te water gaan en dat is nodig. Net voor we het water zelf ingaan doen we kap en masker op en dan stappen we voorzichtig het water in. We stappen iets verder tot we uit de hoogste golven zijn en dan kunnen we makkelijk onze vinnen aandoen. We palmen een twintig meter boven water en kunnen daar beginnen.

Twintig meter uit de kust is het een meter of vijf zes diep en daar zakken we. We hebben voldoende lood bij voor deze vijf millimeter pakken en twaalf liter flessen, want we zakken vlotjes. De eerste zaken die ons opvallen zijn de vele zeeëgels en de fireworms. Allebei zijn dit dieren waar we beter niet aankomen. Of nog: blijf gewoon overal af, dat is nog het beste. We zijn nog geen vijf minuten weg en van links naar rechts komt een grote barracuda langs. Direct mooi om mee te starten. We zwemmen constant tussen en over rotsblokken. Er zijn er die maar een paar meter hoog zijn en andere zijn zo groot als een huis. Dat is echt prachtig. De damselfish zwemmen langs de blokken en erop zitten er tientallen schorpioenvisjes. Als we er geen tien zien deze en de volgende duik zien we we er geen één. De kleine zwart-blauwe damselfish zijn ook wel schattig. De volwassenen hebben blijkbaar recent nestjes gehad, want tussen de rotsen zit het vol kleinere exemplaren. Nice. De regenbooggirelles zwemmen hier ook met tientallen tegelijk. Zelfs zo erg dat we bijna niet door de haag vissen kunnen zien, wanneer Felix ons een grote grouper toont. Dit is niet de huisgrouper, die hier al meer dan dertig jaar zit, maar een ander exemplaar. Zo’n beesten zien we deze duik ook drie keer. Ze zijn heel erg vriendelijk tegenover duikers en ze vinden het zelfs leuk om geaaid te worden. Ze zoeken de duikers zelf op.

Na een klein half uurtje bereiken we het diepste stuk van de duik, zo’n twintig meter en hier gaan we naar links volgen de rotsblokken aan onze linkerkant en rechts wordt het nog dieper en is alleen zand te zien. Daar stijgt als een elegante vogel in het water een kleine stingray op. Klein voor de afmetingen van Madeira, want hij is wel dertig centimeter doorsnede. We zien nog een paar krabachtige dingen: een driehoekig lijf met heel erg lange poten, nog geen van ons heeft dit gezien, maar best wel leuk en erg fotogeniek. Veel brasems zwemmen ook met ons mee en wanneer Felix op een rots tikt met zijn mes komen ze allemaal naar die plaats toe. Een bepaalde soort anemoon heeft haar plaats gevonden tussen de rotsen en het lijkt bijna een zeedahlia. Erg mooi. Hagedisvissen liggen roerloos op de bodem en andere bodemvissen zoeken tussen het zand naar voedsel, zo ook een paar mullets. Nog een grouper passeert ons en een hele school brasems. We vinden het erg leuk. Wanneer Veerle als eerste tegen de tachtig bar zit slaan we terug in de richting van de kant en iets voor de veertig minuten doen we onze safety stop. Dat is goed gedoken, Veerle! We doen onze safety stop tussen de keien en kunnen dan terug aan land. Even douchen en al het materiaal omhoog hangen en dan een uur of twee uitrusten. We vullen het logboek al in van de eerste duik op het terras van het restaurant hier, drinken er iets en gaan dan even liggen. Veerle legt zich in een luie zetel en Timo gaat zich op het strand wat te rusten leggen. Als de zon erdoor komt, wat niet zo vaak is, is het best heet. We blijven zo een uurtje of twee liggen en rond half twee komen we recht: we stappen naar het duikcentrum in de grot en maken ons klaar voor de tweede duik. Even een woordje uitleg over de grot. Het duikcentrum is in een grot gelegen die uitgekapt is en vroeger werd gebruikt door de walvisjagers. Er heeft lang nog walvisolie aanwezig geweest hier. Nu bevindt het duikcentrum zich hier en dat is best een leuke lokatie, zo in een grot, helemaal proper blauw geschilderd en volledig ingericht.

Snel in het natte natpak, terug eens een leuke ervaring om in een natpak te duiken na de laatste droogpakduiken in België. We duiken ongeveer dezelfde richting uit deze tweede duik, iets meer naar rechts van de gele boei en gaan daar onder, niet aan de boei zelf, want daar is het al dertig meter diep. Wij dus met z’n drie naar beneden. Veerle heeft een kilo minder en gaat langzamer onder dan de eerste keer, maar zo kan ze makkelijker klaren. Goed gedaan, V! We zitten nog maar net onder of er komt alweer een grouper onze richting uit. Het zijn echt machtige dieren, niet te doen. Felix begint die te aaien en over zijn kop te krabben en je ziet het beest genieten. Hij geeft bijna kopjes zoals een kat. We zien eigenlijk dezelfde dingen als tijdens de eerste duik, nu wel twee grote scholen vis: een school brasem in een grotje en een hele grote school op het diepste punt van de duik. We denken dat dit snappers zijn en het is echt wel een mooie grote school die zich voortbeweegt als een eenheid. Heel mooi zicht. We gaan dan stilaan iets minder diep duiken, want we komen van achtentwintig meter. En dan spot Felix toch iets speciaals: een platworm. Dat is natuurlijk weer iets voor Timo, hij kan een aantal knappe foto’s maken van deze paars-blauwe platworm met witte strepen over het lijf. Goed gezien van Felix, thanks mate! En daarna zien we hem: Elvis. Een zeer oude grouper, die al vijftig jaar of zo moet zijn. Je kan hem herkennen aan de rugvinnen. De eerste vier zijn er nog, maar de vijfde is weg, makkelijk te zien als hij de vinnen rechtzet. Het is echt een heel groot beest van bijna anderhalve meter. Deze komt niet zo dichtbij als de anderen, maar het is desalniettemin een prachtig zicht, zeker als hij naast ons in den blue hangt. Je ziet dat het een bangelijk grote vis is zeker in vergelijking met de kleine damselfish die errond hangen. We gaan nu stilaan iets hoger duiken, want we zijn al een hele tijd onderweg. We zien nog diezelfde krabben als tevoren, een heel aantal scorpionfish, maar dat was het voor deze duik. Na de safety stop kunnen we ons materiaal hier afspoelen en laten drogen en dan krijgen we van Felix een lift naar boven. Hij is heel vriendelijk, hoewel misschien een beetje verlegen, al bij al  bezorgt hij ons wel een gezellige dag.

Op het terras bekijken we al direct de onder water foto’s en we zien dat er wel een paar goede bij zitten. Op naar de volgende. We hebben nog niet direct mega-honger, hoewel we alleen fruit hebben gegeten deze middag, maar gaan toch tegen een uur of zeven eens kijken naar een restaurantje. Wanneer we hier alles zien, krijgen we toch wat honger en bestellen: tonijnsteak en fish casserole. Allebei erg lekker, zeker de tomatenvissoep, naast de zarzuela is dit toch ook een winner. Nog een dessertje voor Veerle, geflambeerd ijs en dan gaan we terug naar de kamer. We zijn best wel moe en gaan dan ook maar direct in bed, even TV kijken en dan maar vroeg gaan slapen. Morgen pikt Felix ons rond tien uur op aan het hotel voor de volgende twee duiken. Daar kijken we nu al naar uit.

 

Dinsdag 24 april 2012: Garajau Diving: Huisrif van Garajau

Omdat we gisteren vroeg zijn gaan slapen, worden we ook iets vroeger wakker dan andere dagen: om zeven uur zijn we wakker, nog niet echt alive and kicking, maar toch al voldoende om ons recht te zetten uit bed en naar het restaurant te gaan voor het ontbijt. Vandaag is het zalig aan het ontbijt, weinig volk, wel meer dan de eerste dagen, maar minder dan de laatste drie dagen. We hebben gisteren smeerkaas en salami gekocht om toch eens iets anders te hebben bij het ontbijt. Het smaakt ons erg, want nu hebben we eens andere smaken. We waren al gewaarschuwd door FDL dat dit ontbijt basic was, maar zo passen we er een mouw aan. Wanneer we de reis geboekt hadden stuurden we eens een mailtje naar Frans voor wat achtergrond informatie over Madeira en hij las die e-mail hier in het hotel toen een paar maanden geleden. Dat is wel straf dat hij toen in hetzelfde hotel zat dat wij net geboekt hadden. Toeval bestaat niet, of toch wel. Na het ontbijt nemen we al onze spullen bij elkaar en Timo steekt zijn camera en onderwaterhuis in elkaar. Om iets voor tien zijn we klaar en komt Felix ons oppikken aan het hotel. Hij rijdt met ons naar beneden en vertelt ons dat we met een andere gids duiken vandaag op een andere plaats. Hij was eens gaan kijken en het was OK om bij Reis Magos te duiken. We leggen alles klaar in bakken en Douard (hopelijk spel ik dit juist) is onze gids en vertrekt naar de duikplaats. Wij rijden mee met Rainer, eigenaar van het duikcentrum en vader van Felix. Het is maar tien minuutjes rijden, maar bij onze aankomst zien we dat er wel hoge golven staan en dat het niet echt te doen is om hier te water te gaan. Toch even van dichtbij bekijken, maar het zal niet lukken vandaag. Wij dus terug de auto in en terug een duikje doen op het huisrif met dezelfde gids. Felix gaat net in het water met een andere toerist en dan maken wij ons klaar.

Net hetzelfde als gisteren, korte briefing en we zullen onder leiding van Douard, ook een onderwaterfotograaf een duikje doen hier. We zijn erg op ons gemak en kunnen iets makkelijker te water gaan dan gisteren. We zijn er al aan gewend. Er zijn eigenlijk maar twee grote obstakels en dat zijn de keien en de toch wel straffe branding. Maar alles gaat vlot en het zicht ziet er weer toppie uit. OK, het is geen dertig meter zoals ze hier tijdens de zomer hebben, maar wij vinden het best aangenaam. Iedereen is klaar om te zakken een dertig meter uit de kant en dan beginnen we. Zakken op de bodem en we zien in het zand een rare vorm: dit is een common stingray. Heel erg mooi en die blijft ook goed liggen zodat we hem makkelijk kunnen benaderen en enkele mooie foto’s nemen. De stingray van gisteren was al snel weg wanneer we toekwamen, maar deze blijft de hele tijd liggen. We zien opnieuw de kleine schorpioenvisjes en de scholen brasem en natuurlijk ook de mooi gekleurde turkish wrasse: mooi geel, blauw, oranje en een leuke tekening op hun bek. De gids toont ons heel erg veel anemonen en die zien we nu in verschillende kleuren: geel, oranje, bijna rood en wit. We zien er zelfs twee vlakbij elkaar: een groot en een klein exemplaar. Goed gezien, maar hij weet ze natuurlijk ook goed zitten. Bij één van die anemonen zit ook weer zo’n krab met lange poten en die zijn ook heel erg mooi. En dan zien we twee trompetvissen. Die hadden we gisteren niet gezien en we vrezen dat ze snel uit het zicht verdwijnen. Maar net als de stingray blijft dit koppeltje rustig voor onze neus hangen en we genieten van het zicht: echt bangelijk. Iets verderop zit een murene tussen de rots, enkel de kop komt eruit. De scherpe tanden boezemen ons even angst in (yeah, right), maar als we niet te dicht komen, hebben we niks te vrezen. Dit is al een erg geslaagde duik tot nu toe. De gids duikt ook veel rustiger en trager dan Felix gisteren en wij zijn allebei goed op ons gemak. Veerle vindt het erg leuk om zo tussen de vissen te hangen, tussen de brasems en de damselfish, echt schitterend.

Op een bepaald moment moet Veerle zich omdraaien en iets hoger gaan duiken, want ze heeft bijna met haar vinnen één van die grote groupers geraakt. Een geluk dat hij snel genoeg was om weg te zwemmen. Wij doen allebei teken naar haar, ze draait zich nog eens om haar as en dan ineens schrikt ze, want de grote vis komt vlak voor haar neus gezwommen. Echt een mooi moment, dat ze waarschijnlijk niet snel zal vergeten. We duiken even door een kleine grot en daar zitten nog twee anemonen en een naar een zeester starende vis. Net buiten de grot zit nog een murene en dan keren we stilaan terug richting kant. We spotten zelf nog een paar schorpioenvisjes, een grote oranje zeester en een klein heremietkreeftje. We duiken gewoon op ons gemak verder en komen op onze safety stop. Geen problemen hier met buoyancy of iets dergelijks, dus alles dik OK. Tussen de grote keien zitten nog twee schorpioenvissen en een paar wrasses. Ook die kleine zwart met blauwe damselfish hebben beschutting gezocht tussen de keien. Echt erg leuk om op deze manier deze duik te beëindigen. Na de safety stop kijken we naar omhoog en zien daar een erg grote kwal. Doorsnede van de kop is ongeveer twintig centimeter, maar vooral opvallend zijn de lange smalle tentakels. Als nu de zon er even zou willen doorkomen, zou dit een prachtige foto opleveren, maar dat is niet het geval. Even zonder flash trekken en hopen op het beste. We’ll see. En dan steken we een paar meter verwijderd van de kwal onze kop boven water na eenenvijfitg minuten. Echt bangelijk relaxt en heel erg goed gemutst komen we terug aan wal. De zon was er niet, want het is even kort beginnen regenen. Niet het weer dat we zouden willen, maar we hebben toch een prachtige duik gedaan.

We kleden ons om, spreken af om deze avond misschien nog een nachtduik te doen, Timo dan en na een snelle hap en een slokje water vatten we onze terugweg aan, want we doen maar één duik vandaag. Timo misschien nog een tweede, maar dat zullen we straks nog wel zien. We gaan te voet terug naar het hotel en Felix verklaart ons zot, maar op een dik half uur moet dit echt wel te doen zijn. En ja hoor, met een paar tussenstops geraken we er goed. Voor het vertrek naar boven waren we nog eens op het kleine padje langs de rotsen gaan kijken, hebben het nest van een valk gezien, zijn serieus onder de indruk van de hoge rotsen, maar we gaan niet ver, want het is er ongelooflijk glibberig. En zoals steeds doen we safety first. Op weg naar boven naar het hotel dan maar. Vanop de erg kronkelende weg zien we Felix met de andere duiker te water gaan en het zijn echt maar kleine stipjes vlak aan het water. Het is echt een schitterende duiklokatie hier. Op iets meer dan een half uur komen we aan op onze straat, gaan snel nog wat geld afhalen en dan zetten we ons even op het terras in de zon. Het kan deze maand echt elke soort weer zijn. Van bewolkt en regenachtig tot heel erg felle zon. Rainer zei deze ochtend nog: April, April macht was er will. En dat klopt ook hier in Madeira. We hebben gisteren twee leuke duiken gehad en vandaag ook een erg goede, misschien nog één deze avond, maar dat zien we nog wel. Een late siësta en nog wat verslagjes schrijven en verbeteren en straks toch al iets kleins eten voor de duik misschien al. En zo doen we het Veerle doet een siësta, Timo probeert dat ook even, maar zonder veel succes. We zetten ons rond een uur of zes in beweging en gaan iets kleins eten. We nemen een spaghetti en een macaroni. Als er dan toch wordt gedoken straks, kan het al verteerd zijn, want met te veel eten in de maag duiken is niet zo goed. We maken er geen uitgebreid avondmaal van en eten gewoon iets en cola’tje drinken en dan naar de receptie.

Duarte (juiste spelling gevonden op Facebook) had gezegd dat hij zeker om acht uur eens zou langskomen om te laten weten of er gedoken werd of niet. Om die periode te overbruggen surfen we even op internet en bekijken even wat we de volgende dagen nog kunnen doen. De planning wordt vastgelegd of toch ongeveer en dan nog wat internetten en wachten tot Duarte langskomt. Om iets voor acht is hij daar en zegt dat de zee nog ruwer is dan deze ochtend, dus geen nachtduik, misschien wel de volgende dagen. Het kan nog vier avonden voor we hier weggaan, dus never fear. We hebben niet veel zin meer om nog veel te bewegen, dus zetten ons op ons terras en drinken een pintje en babbelen nog wat na over de duiken en de dagen die we hier al gehad hebben en nog te goed hebben. De tijd is tot nu toe al snel gevlogen, want het is al dinsdag, dus we zijn al dik over de helft. Niet wanhopen, want er komen nog leuke dagen. Daarna hangen we nog even voor TV en voor we het weten is het half elf en tijd om in slaap te vallen. Zonder een drukke dag geweest te zijn, kunnen we best een beetje slaap gebruiken, dus slapen tot morgenvroeg.

 

Woensdag 25 april 2012: Levada Do Caniço en helemaal terug naar Garajau

Veel plannen hebben we niet vandaag: de duiken gaan betalen bij Garajau Diving Center en een levada afwandelen. Timo had een paar dagen geleden alle levada’s nagekeken die we konden doen. Voor sommigen heb je een lamp nodig en ondanks die tip van FDL hadden we er geen mee en anderen die kan je enkel doen als je geen last hebt van hoogtevrees. We hebben er niet veel last van, maar de eerste levada van de vakantie was soms op het randje: letterlijk en figuurlijk. Na het ontbijt starten we door naar Christo Rei te wandelen en daar nemen we de cable car. Het kost twee Euro per persoon heen en terug, maar we hebben geen zin om dit stuk nog eens te voet te doen, dus zijn we lui en nemen we de teleferico. Nice. Hij gaat juist open wanneer we er toekomen om tien uur dus. Ze doen eerst een testritje en dan kunnen we op en neer. We zijn als eersten beneden: de poort is nog niet open, dus er kunnen nog geen auto’s naar beneden komen en van het restaurant of het duikcentrum is er ook nog niemand. We lopen even rond en zien opnieuw de valk en zijn nest, hetgeen we gisteren ook al gespot hadden. We nemen een kijkje langs de rotsen, maar gisteren waren we daar ook al, dus gewoon nog even wachten op Felix. Na een dik kwartier zien we al auto’s naar beneden komen, maar Felix is er niet één van, hij komt pas tegen half elf naar beneden gereden met zijn Opel. We spreken af dat hij ons nog belt, als er nog een nachtduik wordt gedaan deze week, we rekenen af en gaan terug naar boven. Het is vijfendertig Euro per persoon per duik, plus nog twee Euro tax voor het nationaal park. Het is een stuk onderwaterpark dat loopt van hier tot in Funchal en alle duikcentra uit de buurt komen hier duiken. Het is een schitterende plaats, maar al bij al vinden we het toch niet zo goedkoop hier bij Garajau. Tweehonderd tweeëntwintig Euro voor drie duiken elk, niet mis doorgerekend. We hebben er natuurlijk belachelijk veel voor te zien gekregen en de service zowel als de uitrusting die we huurden was tip top in orde. Alles goed verzorgd, dus dan hebben we het er wel voor over.

We nemen de cable car terug naar boven, doen het laatste stukje nog eens te voet en stoppen even snel langs de kamer om alles mee te nemen voor de levada walk. We zijn om iets voor elf aan de kamer en binnen tien minuten moeten we de bus hebben. We reppen ons, maar dat bleek niet echt nodig. De bus komt er uiteindelijk pas om half twaalf door en zo rijden we met een bezeten chauffeur naar Funchal. Daar stoppen we aan de eindhalte en stappen even verder naar de halte voor de niet-stadsbussen. Daar aangekomen merken we dat we nog een drie kwartier moeten wachten op de volgende bus naar Camacha, want daar zal de levada starten die we stroomafwaarts willen volgen. Eerst even een terrasje dan maar, want door de weekendregeling van deze feestdag vandaag, zijn er minder bussen. Al bij al gaan die drie kwartier nog snel voorbij en nemen we de bus naar Camacha. In Camacha zoeken we de levada do Caniço en dat is toch iets moeilijker dan gedacht. We passeren via het plein, slaan dan een klein wegje in in de linkerhoek van het plein (als je van de bushalte komt). Dit stuk is gebetonneerd en gaat in het begin niet erg steil naar beneden, maar dan ineens valt het tot we een kleine bar tegenkomen. Iets verder lopen we rechtdoor, maar een vriendelijke local zegt ons dat we linksaf moeten richting levada. Dat doen we dan, eerst een beton baantje van twintig meter en dan wordt het een kasseiwegje naar beneden. Het eerste stuk kan je nog goed volgen, maar dan wordt het steiler en steiler en smaller en smaller. Het is prachtig om hier naar beneden te stappen, maar het is erg steil en we moeten af en toe toch een halt houden, want onze benen beginnen de trillen van de schokken op te vangen.  Maar het is wel prachtig. We wandelen door de terrassen van de boeren en er zijn er zelfs een paar aan het werken. Het is blijkbaar hun beurt om water te krijgen uit de levada en ze begeleiden het naar de plaatsen waar het nodig is.

En dan verdwijnt het pad tussen de hoge grassen en is het echt uitkijken waar je je voeten zet, maar zoals gezegd is het een heel erg mooi padje. Wel een geluk dat we dit naar beneden doen en niet naar boven zoals een paar anderen. Via het kleine padje tussen de grassen, het riet en de tuinen zien we na een half uurtje wandelen toch de Levada do Caniço. Hier rusten we even en drinken een beetje water om zo de wandeling verder te zetten. Het is nu half twee en hebben nog een kleine twee uur tot het einde van de levada. Binnen een half uurtje even stoppen op een leuk picknickplekje en dan kunnen we verder. Deze levada is weer helemaal anders dan de vorige, veel wilder en minder goed onderhouden, maar dat geeft net een extra cachet aan deze. We vroegen ons eerder al af of er dieren zouden leven: tot nu toe hebben we nog geen gezien, maar hier springen de kikkers op en in en rond de levada. We dopen hem dan ook de frog levada. We lopen in de vallei van de Porto Novo en die rivier heeft goed haar werk gedaan om een prachtige vallei uit te snijden. Ook hier weer een paar keer aftakkingen om de boeren water te geven en ook hier vallen de mooie terrassen op waar ze hun planten zaaien en oogsten. Er zijn er zelfs bij die speciaal voor de oogst een kabelliftje hebben geïnstalleerd, anders zouden ze het met een hoogteverschil van meer dan vijftig meter niet naar boven krijgen. Op een bepaald punt in een brede bocht van de levada vinden we een leuke plaats om een picknick te houden en dat doen we ook. Links zien we de terrassen, rechts de ruwe rotsen die schitterende broedplaatsen zijn voor valken en recht voor ons zien we dat de vallei uitmondt in de zee en in de verte zien we zelfs de Islas Desertas. Even een korte beschrijving om duidelijk te maken dat dit echt een prachtige lokatie is voor een picknick. We eten brood, salami, smeerkaas en TV worstjes. Het smaakt ons, want we hadden al wel wat honger. Vlak beneden ons in de diepte is een groene oase van een boer die hier zijn aardappelen en dergelijke kweekt. We genieten van het zicht, het eten en denken: this is vacation.

Na deze korte pauze van twintig minuten zetten we onze wandeling verder. We passeren een brugje en een paar kleine watervalletjes en ook twee plaatsen waar een andere levada bij de onze komt. Vanaf dit punt is er veel meer water en dus ook stroming, maar het blijft een prachtige levada. We moeten ook nog door een tunnel, maar niet een echt lange, dus we hebben geen lamp nodig. Hier stroomt het water nog sneller en dan valt het terug een beetje stil. We zitten echt in stilte te genieten en wandelen verder. In totaal duurt deze levada slechts iets minder dan twee uur, maar de weg heen was al een half uur en dan de weg terug. Tja dat is een apart verhaal. Wanneer de levada stopt, gaan we richting Assumada en bekijken even aan de kerk waar we naartoe moeten. Volgens de beschrijving moeten we naar Zimbreiros, maar we vinden nergens ook de minste aanwijzing daar naartoe. OK dan maar recht naar beneden, want we moeten naar de kust. We raken verstrikt in een wirwar van straten in een wijk, proberen dan de ene straat, dan de andere, maar geen enkele leidt naar waar we moeten, of ze loopt gewoon dood. We raken toch een beetje gefrustreerd en niemand kan ons helpen. Na een kwartier ronddolen slaan we dan maar een weg in die ons naar de juiste richting zou moeten leiden. Dat blijkt dan nog de goede te zijn ook, amai, zo lang rondstappen om dan toch op goed geluk aan te komen bij de kapel van Mãe de Deus. Daar stoppen we even voor een drankje en een sanitaire stop en vragen even meer info. Vlak aan de bar loopt de straat de goede richting uit en dus op stap verder naar Zimbreiros. Daar zou de bus 155 naar Garajau moeten gaan. Hier gaat het steil naar beneden, echt niet te doen. Als ik zou kunnen schatten zou het wel dertig procent afdaling zijn, natuurlijk ken ik er niks van. We stappen de via rapida over en bereiken zo Ponta dos Reis Magos. Hier waren we gisteren ook om de duikplaats te checken. We kijken hier aan de bushalte en inderdaad de 155 komt hier langs, maar slechts binnen een half uur. We wachten er niet op en stappen verder. We gaan de weg omhoog en dan weer omlaag, dat ze ons dit nog lappen na al een paar uur wandelen.

We vinden tamelijk goed onze weg hier, maar zijn echt wel erg moe. Dan hebben we de keuze links gewoon plat of rechts heel steil. We kiezen opnieuw voor het steilste gedeelte en komen op de boulevard naar Christo Rei. Dan weten we dat we goed zitten, maar ook dat we nog een serieuze beklimming te doen hebben vanaf het kruisbeeld. We stijgen heel erg snel nu en moeten onderweg tijdens de beklimming even rusten en op adem komen. En dan krijgt Veerle het: we zijn net een paar honderd meter gestegen, heel steil en dan moeten we dalen naar Christo Rei, die we al zien, maar dat ziet ze niet zitten. Ze wil een trapje nemen om zo een shortcut te hebben. Ze wil echt niet meer dalen om dan nog meer te stijgen. Dus we volgen haar instinct en dat blijkt een goed idee te zijn. We komen tien meter voor het rond punt uit vlak bij het hotel. Dik OK. Dan naar de kamer, alles uit, even rusten en dan even aan het zwembad liggen. Het water is ijskoud, maar Timo gaat toch een kort zwemmetje doen en dan even zonnebaden. Na een half uur zijn we het ook weer beu, dus terug naar de kamer, douchen en klaarmaken voor het avondeten.

Vandaag gaan we nog eens bij Tourigalo eten. Eerst een tropical salad: tropisch fruit met sla, wortelen en tomaat. Dan als hoofdgerecht tropical scabbard fish en gegrilde zeebrasem. Het is weer lekker en we genieten van het eten met een flesje wijn. Al dit alles kost ons slechts iets meer dan dertig Euro, dus nog niet eens duur ook. Het is halve finale Champions League (Bayern – Real Madrid) en we kijken in het restaurant naar twee schermen. Daarna nog even verder in de kamer en zien dat met de penalties Bayern wint. Yes! Nog even een paar series bekijken en dan gaan slapen, want we zijn best moe van de lange wandeling met steile beklimmingen en afdalingen.

 

Donderdag 26 april 2012: Funchal, Monte, Teleferico

We hadden eigenlijk nog niet veel plannen voor vandaag en dat is al wel vaker gebeurd deze vakantie. Het weer is slecht, het heeft tamelijk veel geregend vandaag en wanneer we opstaan is het nog steeds bezig. Echt veel kunnen we dus niet doen. We beginnen maar met het begin en dat is wakker worden aan de ontbijttafel met wat koffie en brood. Even overleggen wat we gaan doen, maar er is geen haast bij, dus eerst even surfen aan de receptie en tegen een uur of tien hebben we beslist om toch nog maar eens naar Funchal te gaan. We hebben net de bus gemist, dus doen alles op ons gemak, leggen ons eerst nog een half uurtje op bed en gaan dan naar de bushalte. Om tien over elf komt de bus hier toe en kunnen we er zonder veel problemen op. Er zit niet veel volk op, dus makkelijk zitten naar Funchal. Daar aangekomen stappen we snel nog even naar de markt, want die is nog open en is toch altijd een belevenis. Vandaag echter minder, want de kramen op de binnenplaats zijn al weg, er zijn alleen nog een paar kleine kraampjes en de vismarkt is nog open. We hebben het er snel gezien, want ze hebben twee bussen toeristen afgezet en dus maken we ons uit de voeten. We wandelen richting kathedraal, even Anadia Shopping Center binnen, want Veerle wil een nieuwe bikini, maar spijtig genoeg niet gevonden. Niet dat we lang zoeken, maar swat. Onze eerste stop is het klooster, maar daar is ook niet echt veel te zien. Op de grote binnenplaats staat een fontein met waterschildpadden en enkele koi-karpers. Het interieur is wel de moeite, maar we kunnen niet verder dan alleen de grote binnenplaats en inkomhal. We proberen even de trap op en af, maar daar is geen publiek toegelaten. We bekijken even de betegelde muren die wel erg mooi gemaakt zijn, maar meer ook niet. Hopelijk hebben we bij Blandy’s de derde keer meer geluk.

Voor we naar daar trekken bekijken we eerst even het fort São Lourenço: mooi bewaard en zeker eens een bezoekje waard, maar je kan er ook geen uren rondlopen. We stappen even de binnenplaats rond, kijken even naar het uitzicht en snel naar de expositie op verdieping één, maar dat zijn gewoon foto’s, dus daar blijven we niet. We hadden gehoopt met deze twee bezoeken iets langer te kunnen spenderen, maar dat is dus niet gelukt. Zoals gezegd, hopelijk meer geluk bij Blandy’s. We zijn niet op tijd om de vorige rondleiding mee te doen, dus moeten wachten to half drie vooraleer we de rondleiding kunnen volgen. Tja, even overleggen en dat laten we dan maar links liggen. We zijn er drie keer langs geweest en drie keer is het niet gelukt, dus het heeft echt niet mogen zijn. We wandelen wel even rond op de delen die gewoon toegankelijk zijn en kijken naar de verschillende jaren van Madeira-wijn die ze hier hebben. Er zitten er echt heel erg oude tussen, van meer dan honderd jaar. De vraag is of die nog drinkbaar zijn. We zoeken en vinden flessen van 1980 en 1975 (onze geboortejaren), maar meer dan dat ook niet. De persen en vanalle verschillende werktuigen staan hier wel tentoon gesteld, maar als je er geen uitleg bij hebt, kan je er niet veel van maken, buiten de persen dan. We wandelen nog even door het stadspark en zoeken dan de bus naar Monte, want daar moesten we ook even geweest zijn. De bus 20 vertrekt naar Monte binnen twintig minuten, dus even wachten en dan de bus op.

Omdat er al zo erg veel volk stond kunnen we niet meer zitten, maar dan staan we maar even recht: geen probleem. Wel goed vasthouden bij vertrek en in de bochten, want zoals al eerder vermeld rijden ze hier als zotten. We zijn meer dan een half uur onderweg naar Monte, want de chauffeur moet bijna bij elke halte stoppen, voor iemand eraf te laten of erop. Soms is de volgende halte maar twintig meter verder, maar ja, als je wat ouder wordt zijn die steile wegen niet makkelijk voor de autochtonen. We komen aan in Monte bij het pleintje en willen iets kleins eten en iets drinken. We delen een pizza en drinken er iets bij. Hier zitten we rustig in de schaduw: de zon is erdoor gekomen, maar met het lichte windje is het best frisjes. We zien een paar mannen in wit kostuum met bruine Madeira-hoeden passeren en dat zijn die gasten die met de sleden van boven naar beneden glijden met gevaar voor eigen leven en de toeristen die erin zitten. In brochures van Madeira en Funchal wordt niet vermeld dat er regelmatig zware ongevallen gebeuren met die mannen. Wij doen daar dus niet aan mee. Wij stappen na deze lichte lunch de trappen op naar de kerk en gaan er even binnen. Deze kerk is gewijd aan Keizer Karel I van Oostenrijk. Het is maar een klein kerkje en veel is er niet over te zeggen. Niet dat het lelijk is, maar we hadden voor deze moeite wel iets meer verwacht. Wel zeker de moeite is de tuin rond de kerk en het uitzicht dat je hebt van hierboven. Je ziet beneden je heel Funchal liggen en met de grote cruiseschepen die er liggen, is het best een mooi zicht.

We willen nog de botanische tuin doen en moeten ofwel te voet daarnaartoe of anders met de teleferico. We kiezen voor het laatste. In combinatie met de tuin kost ons dat elf Euro, anders zou het vijftien geweest zijn. Wij dus naar de teleferico, niet die die naar Funchal gaat, maar naar de botanische tuin, want in Monte komen deze twee samen. Op onze weg van de kerk via de tuin komen we die gasten met de sleden tegen. We weten niet hoe de Portugezen die noemen, maar wanneer we zo een slede zien vertrekken, denken wij dat ze zotten heten. We gaan ze voorbij, niet alleen uit veiligheidsoverwegingen, maar ook voor de prijs, want voor twee personen vragen ze best door: dertig Euro en dan ben je nog niet eens beneden in Funchal. Total rip-off. Wij stappen verder naar de teleferico richting botanical garden, kopen ons een combi-ticket en gaan dan de cabine in. Speciaal met deze toch wel strakke wind. De gondel gaat van links naar rechts, maar er staan wel aanwijzingen dat je niet mag bewegen om die gondel te laten stilhangen, maar ja wat moet je doen als de wind in je nadeel zit: ogen toe! Op minder dan tien minuten komen we aan en hebben een mooi zicht gehad op de natuur rond Funchal, alsof we dat nog niet hadden tijdens de levada-wandelingen. Vanaf deze halte van de teleferico gaan we naar de botanical garden.

Tickets afgeven en dan naar binnen. We kunnen hier genieten van prachtige bloemen en magnifieke bomen. De dingen die er eruitspringen zijn de agricultural things, zoals aardappelen, ajuinen en venkel, maar buiten dit is er geen botten te zien. Of toch wel; LOL. Schitterende planten van allerlei soorten, authentieke bomen en planten van Madeira, een heel stuk is gewijd aan cactussen, hé Veerle en we wandelen hier al snel een uurtje rond. De meeste van de bloemen en planten hebben we al in het wild gezien, maar hier staan ze allemaal nog eens samen. Leuk plekje. Timo wil een hele tijd al een bepaalde richting volgen en uiteindelijk komen we bij het exotic bird park. Daar zitten veel soorten exotische vogels, ah ja, en Jose, the turtle on a stick zit hier ook: een grote landschildpad die ergens tussen de vogels zijn weg is kwijtgeraakt en deel is beginnen uitmaken van het decor. We bekijken de vogels en kunnen wel zeggen dat er prachtige exotische exemplaren tussen zitten. Als top of de bill zit er een kooi met een heleboel ara’s, echt prachtbeesten. Uiteindelijk blijkt dat we hier al bijna twee uur rondlopen en dat is het teken om naar Funchal af te zakken.

We nemen de uitgang en bekijken op de kaart waar we naartoe moeten. Even denken we nog om een paar orchideeën te bekijken, maar dat doen we niet vandaag. Ten eerste vijf Euro inkom en ten tweede we hebben al veel orchideeën gezien tijdens de tentoonstelling van de Festa Flor in het centrum zelf. We zakken dus af naar het centrum van Funchal, komen op een grote weg naar beneden zonder voetpad, echt gevaarlijk, dus we zijn blij dat we een trap kunnen nemen. Het gaat veel sneller, is veel minder gevaarlijk en het is nog veel korter ook. Op minder dan een half uur, met weer een paar mooie zichten op Funchal komen we aan bij de bushalte. Daar zetten we ons even neer om iets te drinken en een ijsje te eten en tegen zes uur nemen we de bus terug naar Garajau. Perfect op tijd komen we aan bij de halte zelf en de bus vertrekt ook op tijd naar Garajau en iets later zijn we thuis. Daar rusten we even uit en nemen een bad. Zo ongeveer rond een uur of acht krijgen we honger en gaan we iets zoeken om te eten. Vandaag kiest Timo de plaats waar we eten en ook wat we eten. Veerle heeft eens niks te zeggen, alsof dat anders wel het geval is. We gaan dus naar het restaurant helemaal bovenaan de straat, het is eigenlijk één gebouw met twee restaurants, één iets beter dan het andere met vooral visspecialiteiten, en het tweede vooral specialiteiten op de grill. Wij gaan dus daarnaartoe, drinken eerst een glasje Madeira-wijn als aperitief en dan bestellen we rijst met zeevruchten. Dat kan je alleen bestellen voor twee personen, dus we profiteren er nog maar eens van. De Madeirawijn met lookbrood als aperitief is echt geslaagd en dan is het een klein half uurtje wachten op het hoofdgerecht. We hadden verwacht dat het iets à la paëlla zou zijn, maar dat is eigenlijk alleen ongeveer zo. De zeevruchten zijn hetzelfde, maar het is rijst met nog veel saus erbij: tomatensaus met ui en paprika’s. Er liggen een paar grote mosselen tussen en veel kleintjes. Er liggen ook een paar roze garnalen tussen en enkele grotere sampi’s en met het flesje wijn en de saus smaakt het heel erg lekker: we genieten met volle teugen. Daarna de rekening is iets minder, maar het was wel de moeite. We hebben heel lekker gegeten en niet eens te veel. Tegen een uur of tien terug naar de kamer, op kruipafstand en dan lekker slapen.

 

Vrijdag 27 april 2012: Twee levada’s voor de prijs van één: Levada da Serra da Faial en Levada dos Tornos

Wakker worden gaat hier met de dag moeilijker, ik bedoel opstaan en uit bed komen. Elke dag doen we wel serieuze wandelingen en met het hellingspercentage is het niet om te lachen. Gisteren hadden we uiteindelijk toch wat kilometers erop zitten. Vandaag zal het niet anders zijn, want we gaan een levada doen. Na het opstaan richting restaurant voor het ontbijt, dan terug naar de kamer om ons klaar te maken en we nemen direct een taxi naar Camacha. Manuel, de taxichauffeur staat hier bijna altijd vlak voor het hotel en is niet eens duur. We spreken hem aan, krijgen de prijs van tien Euro naar Camacha en dat is bijna hetzelfde als zouden we de bus nemen van Garajau naar Funchal en dan naar Camacha. Het is twee Euro duurder, maar zo moeten we niet wachten op een bus en op aansluiting in Funchal. Reeds een kwartier later zijn we in Camacha in het centrum aan het grote plein. Manuel maakt ook een beetje reclame voor zijn winkel voor het geval dat we eens een andere levada willen doen of ergens naartoe willen. Hij kan zich morgen de hele dag vrijmaken. Tja dat zien we dan nog wel. Manuel vertrekt en wij ook. We volgen de aanwijzingen van het levada-walk boekje en moeten eerst steil omhoog richting Santo Antonio da Serra. We vinden in de tegenovergestelde hoek een wegwijzer in die richting, dus weten dadelijk waar we naartoe moeten, voorbij de post en de kerk en iets verder staat de levada al aangeduid naar links. Op hetzelfde moment doet een oude Madeirees, grijs haar, lange grijze baard teken dat we die richting uitmoeten voor ongeveer een kilometer. Bedankt man met grijze baard. Dit is niet de eerste keer dat ze ons helpen de start van de levada te vinden en geeft wel een bewijs dat Madeirezen ook vriendelijke mensen kunnen zijn. We passeren enkele huizen die een prachtig zicht hebben op de Atlantische Oceaan en op het balkon van één ervan staat een iets oudere man zijn broodje in zijn koffie te soppen, terwijl de rest van de wereld stilstaat voor hem. Met dit zicht in de zon, een zalige bezigheid. Iets verderop, even omlaag en terug omhoog vinden we een wegwijzer naar de levada. We hebben hem gevonden.

In de gids staat dat dit ook één van de meest populaire levada’s is omdat het makkelijk is en zo dicht bij Funchal. In het begin merken we er niet veel van, maar verderop komen we regelmatig grote groepen tegen, een geluk dat ze in de andere richting gaan, trager dan wij en meer stoppen zodat we er makkelijk voorbij komen. De levada begint smal en is iets minder gebetonneerd dan andere, hetgeen deze een iets natuurlijker karakter geeft. We zien in het begin nog wat huizen staan, maar daarna zijn die volledig weg. This is it! We zijn al vroeg op pad, want de rit met de taxi duurde niet lang en we vonden snel waar we moesten zijn. We komen voorbij de huizen in een prachtige vallei met grote bomen en een weelderige begroeiing. De ochtenddauw ligt nog op de bladen van de bloemen en de geuren van het woud zijn nog niet weg na een korte regenbui deze nacht. Het ruikt hier zalig en alles ziet er prachtig uit. We moeten iets verder even de levada verlaten in het dorpje Achadinha, maar een vijfitg meter verder vinden we die al terug. Het is hier dat er wel tien autocars staan en dat er veel mensen vertrekken en toekomen. We zien langs deze levada wederom de prachtige bloemen van eerder: agapanthussen vooral, die soms een echte haag vormen langs de weg, schitterende planten met prachtig blauwe bloemen. We komen dan in de Vale Paraiso en het is een echt paradijs, een zalige plaats om de levada te volgen. Het had beter gekund, wanneer het weer beter was geweest. De zon komt er slechts af en toe door en er valt zelfs een eenzame regendruppel. Dit zal het weer zijn tijdens deze dag dat ons de hele tijd gezelschap houdt. Iets verderop is de levada gewoon droog, maar we blijven hem volgen. Het is leuker wanneer er water doorstroomt, maar het is en blijft leuk wandelen. We gaan af en toe eens omhoog en omlaag omdat de levada door een tunnel loopt en we moeten erover. Langs de rechterkant komt er regelmatig een kleine waterval naar beneden, maar die vult de levada niet, dus hij blijft droog staan.

Nog een half uurtje verder begint er meer en meer vuil (natuurlijk afval van bomen en dergelijke) in de levada te liggen tot het moment dat het precies meer een wandelpad is dan een echte levada. Links en rechts staan de groene bladeren van de agapanthus en iets verder van het pad af vormen de lange smalle bomen, dichte bossen die af en toe afgewisseld worden door laurierbomen. Ze staan hier niet zo weelderig, maar zijn duidelijk aanwezig, zeker als je je neus laat werken. De levada is het laatste stuk helemaal niet meer aanwezig, droog, vol bladeren en takken zodat je zelfs niet meer weet dat er een levada langs het pad loopt. En dan ineens stopt zelfs het padje en zien we alleen een kasseiweg steil naar boven of beneden. Volgens de gids moeten we naar beneden en er staat hier op een boom een onduidelijke pijl met 'bus' erboven. Gelukkig hebben we iets duidelijkere aanwijzingen in de Rother Walking Guide. We dalen, passeren het voetbalveld en stoppen hier even voor een drankje. Na deze korte stop zakken we nog meer en zien we de eerste huizen van het dorp Choupana. Volgens onze gids moeten we iets verderop de andere levada zien die ons naar Monte brengt. Net voorbij een minikerkje van Quinta do Pomar komen we inderdaad de levada tegen die we stroomopwaarts moeten volgen. De vorige hebben we stroomafwaarts gevolgd met een niveauverschil van ongeveer 250 meter, deze is niet zo lang en heeft bijna geen niveauverschil van hier tot Monte. De Levada dos Tornos is breed en diep. We steken even een stok in het water om het te bekijken en denken toch aan een dikke tachtig centimeter. Ook dit stuk levada is eigenlijk best wel druk, want om de vijf of tien minuten komen we tegenliggers tegen. We doen deze levada ook in de omgekeerde richting dan de meesten.

Ineens is de levada afgesloten met een hek, maar je mag er wel door op voorwaarde dat je het levada-pad niet verlaat. Dit is privé-eigendom van een bepaald resort en die willen geen pottenkijkers. We stappen gewoon door en aan de andere kant van het domein is het net hetzelfde, maar het was niet lang en best wel OK dat ze de levada toegang niet ontzegd hebben. We volgen de levada de hele tijd en komen door bossen en hebben regelmatig een prachtig zicht op Funchal. Vanuit een bepaalde hoek zien we aan de overkant van de vallei de cable car naar de jardim botanico die we gisteren genomen hebben. Het is nog een eindje en we moeten nog even picknicken. We vinden geen plaats meer zoals de vorige keer, maar gewoon op een betonnen brugje kan er ook wel door. We zitten hier aan een kleine waterval op een brug en eten hier een paar boterhammen met chedar kaas. We drinken er wat cola en water bij, roken op ons gemak een sigaretje en kunnen dan de tocht verder zetten. De hele tijd is het tamelijk rustig op dit stuk van de levada en een kwartiertje verder zien we waarom. We passeren eerst Curral dos Romeiros en dan wordt het steeds steiler links van de levada. Dit is een stukje waar je geen hoogtevrees mag hebben: er zijn veel stukken waar je echt de afgrond in kan kijken en die zijn niet beschut, dus uitkijken als je dit stuk nog verder wil doen. Op een bepaald punt komen we in een grote bocht waar de levada door een vergaarbak loopt en daar wordt elektriciteit opgewekt. Je kan de turbines hier duidelijk horen draaien. Levada’s dienen dus niet alleen om water van de ene plaats naar de andere te leiden, maar ook om hydro-elektriciteit op te wekken. We stappen verder langs de levada met een steile afgrond ernaast en dan ineens stopt die. Een tunnel door en we komen aan de andere kant van de berg uit. Het spijtige is dat er voor het pad van deze tunnel een grote stok staat en de weg verspert. We kiezen hier een pad dat naar beneden leidt en dus niet door de tunnel: die stok zal er wel voor een reden staan.

We rusten even uit en nemen dan maar het steile pad naar beneden. Veel boomstammen liggen over het pad en soms moet je erover of eronder. Niet echt makkelijk en we weten ook niet waar het uitkomt (weeral niet). We zakken en zakken en we hadden ons eerder al afgevraagd waarom we de levada aan de andere kant niet zagen. Misterie opgelost, want hij gaat hier een lange tunnel door en we moeten een ander pad volgen. We komen bijna niemand tegen, maar na een tien minuten zien we twee mensen het pad van de andere kant opklimmen, dus even checken waar dit uitkomt. Het pad leidt naar de teleferico van de jardim botanico, dus we zitten goed. Met gerust gemoed doen we de afdaling verder en zien dan na een dikke tien minuten de wagonnetjes van de teleferico al. We komen er iets later ook aan via een steile trap, nu omhoog en daar staat ineens een bus. Vlak bij de teleferico is een bushalte Barbasos en de chauffeur zegt ons dat hij binnen drie minuten naar Funchal vertrekt. Very nice, want we nemen die direct en zijn dadelijk onderweg naar beneden naar Funchal. Als je eerder al gelezen hebt dat de buschauffeurs hier soms gekken zijn, dan heb je deze nog niet gezien. Hij rijdt als een gek naar beneden, soms op centimeters van geparkeerde auto’s en dan komt er een kleine bestelwagen naar boven, geen goed idee, want die moet een heel eind terug waar de bus erlangs kan. Als een gek rijdt hij dan verder en moet even stoppen. We zien in de zijstraat van rechts een slede komen van die andere zotten die van Monte komen. We raken veilig én heel erg snel naar Funchal en wachten daar een half uurtje op de bus naar Garajau terug. Een oudere dame raakt aan de praat met ons en het is echt wel lachen. Op de twintig minuten dat we met haar praten kennen we volledig haar leven, hebben veel van haar littekens gezien, maar het is een lieve en toffe madam. Dan zet de chauffeur zijn deuren open en kunnen we terug naar het hotel. Een kwartier later zijn we er en rusten even op het terras en doen een halve siësta. Eerder gewoon even in bed hangen voor TV.

Het is onze derde laatste avond hier nu, dus we gaan de drie restaurantjes die we gedaan hebben alle drie nog eens een laatste keer afgaan. Vandaag naar restaurant-bar Garajau. Een snelle hap voor Timo: special hamburger, lekker zoals de eerste keer. Veerle neemt een mini-brochette op een laurierstok. Het is allebei lekker, alleen het vlees van de spies had iets langer mogen gebakken worden. Veerle wil normaal haar steak schoenzool gebakken en dit is nog rood. Op het terras wordt het ook snel koud, dus het is bijna een blue froid. Al bij al is de kwaliteit van het vlees erg goed, dus het smaakt wel. We drinken een glasje Coral en witte wijn erbij en tegen tien uur terug naar de kamer. Daar nog even een filmpje meepikken en iets voor middernacht gaan we slapen. Nog twee dagen en maandag vliegen we terug.

 

Zaterdag 28 april 2012: Zuiden en westen van Madeira

Eigenlijk hebben we het meeste al gezien van Madeira, maar het is geen weer om te gaan zonnekloppen, dus we proberen vandaag nog het een en ander te doen. Eerst overleggen wat het zal zijn: met de taxi of een auto huren. Na het ontbijt zijn we eruit en we beslissen om voor vandaag nog een auto te huren, dan zijn we vrij om te doen en laten wat we willen, waar en wanneer. Er staan eigenlijk nog maar een paar dingen op de lijst: eens gaan kijken naar Porto Moniz of de zwembaden open zijn, Paul da Serra en Punta do Sol. Als het laatstgenoemde dorp zijn naam eer zou aandoen, blijven we er even want dan is er daar zon. Het weer vandaag is in Garajau niet slecht, maar ook niet om over naar huis te schrijven. Op de terugweg van het ontbijt worden we even vergezeld door een paar druppels regen, maar dan komt er een constante afwisseling tussen zon en wolken. Dat typeert eigenlijk het weer dat we de laatste twee weken gehad hebben. We troosten ons echter dat het in België constant regent, hagelt en zelfs koud is, dus dan zijn we hier beter af. Plus het is nog steeds vakantie, dus alles nog steeds dik OK. We huren de auto terug bij Insular, want bij Avis aan de andere kant van de weg is weer niemand te zien. We krijgen dezelfde prijs als tevoren en kunnen direct vertrekken, want we hebben onze rugzak en de rest allemaal al bij ons.

We moeten direct gaan tanken, want het lichtje begint direct te pinken, wanneer we beneden de straat keren aan het rond punt. We weten dat er net boven in Garajau een tankstation is, dus rijden direct daar naartoe en tanken voor twintig Euro. We vermoeden dat we ongeveer zullen toekomen voor die prijs. En dat is ook de prijs (huur auto en benzine samen) die Manuel vraagt voor een halve dag rondrit met de taxi, dus we komen op dezelfde prijs uit, maar nu zijn we vrij om te doen en laten wat we zelf willen. Wij dus op weg richting Funchal langs de via rapida. Omdat we het al gewend zijn hier te racen, gaat het vlot en bereiken we op een klein half uur Ribeira Brava en daar moeten we van de via rapida af naar Ponta do Sol. We komen in een klein dorpje waar je eigenlijk niet veel hebt vandaag. Alles is dicht, want het waait er en onze hoop dat de zon hier zou schijnen is ijdele hoop. Het waait en het is er fris. We denken van iets hoger een mooi zicht te hebben over het dorpje, maar we kunnen nergens naar boven. De weg naar het hoger punt is afgesloten zelfs voor voetgangers wegens gevaar dat er stenen naar beneden donderen. Het dorpje ligt tussen twee hoge rotsen en dat is wel mooi, een leuk kerkje, maar voor de rest dus niet veel en we hebben het fris, dus weg hier en naar de volgende stop. Op dit moment vrezen we al voor Porto Moniz zijn zwembaden en voor een eventuele nachtduik die vandaag nog kon plaatsvinden. We proberen nog even toch iets hoger te geraken met de auto, maar dat lukt niet, want de enige zijweg loopt naar een hotel. Terugdraaien en naar Jardim en Paul do Mar. Die twee dorpjes maken hun naam wel waar, want ze liggen aan zee. In Jardim do Mar is niet veel te zien naar het schijnt dus daar rijden we gewoon voorbij en Paul do Mar moet een gezellig dorpsplein hebben, maar dat vinden we niet. Het zit ons niet echt mee vandaag.

We rijden de bergen in naar Fajã de Ovelha en daar hebben we een heel goed zicht op deze beide dorpjes. Vlak voor onze neus ligt Paul do Mar met een hele grote boom in het midden van het dorp en woeste golven vlak ervoor van de Atlantiche Oceaan die op de keienstranden bonken. Achter een rots in de verte zien we de kleine huisjes nog staan van Jardim do Mar en achter ons komt een hele grote waterval naar beneden met donderend geraas. Het is niet zozeer een grote in de zin dat ze breed is en er veel water stroomt, maar vooral door de lengte. Ze komt helemaal van boven aan de top tot bijna de hoogte waar wij nu even gestopt zijn. Nog een kwartiertje verder slaan we even rechtsaf richting een miradouro en een vuurtoren. Daar stoppen we weer eens om te genieten van het uitzicht. Links van ons zien we de hoge rotsen die soms loodrecht in zee terecht komen en rechts zien we in de verte de vuurtoren. Het waait ook hier weer erg hard, dus we blijven niet. We naderen Porto Moniz langs de bergen via Achadas da Cruz en passeren iets later Santa Madalena. Hier is een grote parking waar ook bussen stoppen om beneden aan de kust Porto Moniz te zien liggen. Wij bekijken het ook even en zien dat het inderdaad niet te doen gaat zijn: de zwembaden zullen gesloten zijn. Het dorpje ligt er vredig bij, maar de golven slaan te pletter tegen de rotsen en dat kunnen we zelfs al van een paar honderd meter hoog zien. Het is echt wel een mooie plaats om te stoppen en zijn wel blij dat we dit deze keer wel gedaan hebben.

Aangekomen in Porto Moniz gaan we parking zoeken en vinden zonder problemen de plaats terug waar we eerder de auto gezet hadden. Van daar gaat het te voet verder om nog even naar de golven te kijken en te constateren dat de rode vlag weer uithangt. Tja, dat is toch een beetje balen, want Veerle wou hier echt eens gezwommen hebben. Misschien komen we hier ooit nog terug, who knows. We eten en drinken hier iets, maar de wind maakt het niet echt aangenaam. Als de wind valt en de zon door de wolken komt is het heel aangenaam, maar dat zijn zeldzame momenten. Na de lunch vertrekken we terug met de auto en kiezen richting Ribeira de Janela. Daar stoppen we even om te kijken naar de speciale rots die zich hier in de loop der tijd gevormd heeft in de vorm van een vinger. Links en rechts van deze rots komen de bergflanken er dicht bij elkaar. Ze zijn uitgesleten door de gelijknamige rivier en dit is echt een heel indrukwekkende kloof geworden. Van hieruit gaat het omhoog en omhoog en van heel steil naar gewoon steil. De Renault Clio die we nu hebben heeft minder kracht dan de Nissan die we de eerste drie dagen hadden, maar moeilijk gaat ook. Tegen het moment dat we bijna boven zijn, zien we wel dat er veel benzine doorgedraaid is, want op deze korte trip staat die eerder richting rood dan het eerste streepje, dus toch even uitkijken naar een benzinestation. Natuurlijk vinden we die de eerste kilometers niet, maar we denken dat het wel goed komt. We zitten nu op een heel hoog plateau waar heel erg veel koeien grazen. Hier zijn ook heel veel wandelingen, maar we doen er geen vandaag. De begroeiing is hier ook helemaal anders dan op de rest van Madeira: we zien alleen heide, grassen en varens en het is veel en veel bruiner dan op andere plaatsen. Het is een dorre woestenij. Ze schrijven dat dit moet doen denken aan Schotse hoogveenlandschappen, maar we zijn nog niet in Schotland geweest, dus we kunnen dit niet beamen.

Op het hoogste punt van Paul da Serra staan veel windturbines en dat verbaast ons niet, want we zien aan de lage grassen dat er veel wind staat. We stoppen hier eigenlijk alleen om even te kijken naar het landschap en een paar foto’s te nemen. Een wandeling was niet gepland vandaag. Het is de hele tijd omhoog gegaan, dan lange tijd heuvelachtig een beetje op en neer en dan vatten we de weg aan naar Encumeada. Die loopt steil tussen het hooggebergte naar beneden in het dal van de Ribeira Brava. We hebben deze bergketen eerder al gezien en toen zag het er even indrukwekkend uit als nu. We hadden op de top even mist waardoor we niks zagen, maar hier is die weg. Het is wel erg donker door het gebrek aan zon, dus fotogeniek zijn de bergen niet echt op dit moment. Na een tiental kilometer bereiken we Encumeada en vandaar nemen we de weg naar Ribeira Brava. We passeren een paar stopplaatsen van vorige week, opnieuw de poussada en bereiken Ribeira Brava zonder veel problemen. Even overleggen we snel wat we gaan doen. Veerle voelt zich niet optimaal vandaag, Timo vindt dat we er al voldoende kilometer hebben opzitten, dus we rijden gewoon helemaal terug naar Garajau. We tanken niet meer want we denken dat we de vijfendertig kilometer nog wel kunnen doen met deze tank. En dat klopt. Op ons terras schijnt de zon, dus even daar nog wat van genieten, even een siësta en dan zien we nog wel wat we gaan doen de rest van de namiddag en avond. Misschien even de auto naar Funchal nemen om daar iets te eten of misschien nog naar ergens anders. We’ll see.

Zo rond een uur of zes nemen we inderdaad de auto, stoppen eerst even bij het tankstation en tanken nog voor tien Euro. We zijn nu zeker dat we zonder problemen naar Funchal en terug kunnen. We hebben dus beslist in Funchal iets te gaan eten. We willen eens bekijken hoe Funchal er tijdens de avond uitziet. We vinden makkelijk onze weg via dezelfde route als de bus. Ah ja, we hebben deze route al een tiental keer gedaan, dus we kennen de weg perfect. We rijden de hele boulevard af langs de kust, de Avenida do Mar e das Comunidades Madeirenses. We dachten even dat er voorbij het rondpunt waar we tijdens de stoet stonden parking was langs de weg, maar er is alleen een ondergrondse betaalparking. We doen dus de toer eens van de zeeboulevard en dan richting bushalte. Daar nemen we een paar kleine straatjes en komen uit bij het hoofdpolitiekantoor. En net wanneer we daar toekomen, rijdt er iemand weg. Na twee uur in de namiddag moet je hier niet meer betalen – bevestigt een rokende politieagent – en we kunnen dus zonder problemen de auto hier achterlaten. We stappen richting kathedraal en stoppen even voor een drankje bij het Café do Teatro. Hier hadden we al eerder iets willen gaan drinken, maar het was er altijd te druk. Nu loopt er weinig volk in het centrum en is het aangenaam toeven in het café. Het is een leuk interieur en we drinken een koffie en een Coral. De muren zijn precies boekenkasten en dat is wel knap gedaan. We kijken uit op de Avenida M Arriaga en zien af en toe een beetje volk passeren, maar het is niet echt de drukte die je hier overdag hebt. Deze avenue is die met de grote en vele jacaranda’s. Dat zijn die bomen met de prachtige paarse bloemen. We blijven hier een half uurtje en dan stappen we even naar het park: Parque de Santa Catarina. Veerle wil eens het casino gezien hebben en dat ligt er vlak achter. We wandelen door het park en zien de margrieten en andere bloemen hun blaadjes sluiten voor de nacht. Net voorbij het park bekijken we even het casino, maar gaan niet binnen en keren gewoon terug naar de Avenida do Mar.

We hebben een paar insider tips gelezen in de gids van Marco Polo, maar na navraging bij de lokale buschauffeur weet die ons te zeggen dat de meeste restaurants die in de gids staan in de zona hotelleria liggen. Dat is helemaal de andere kant, daar waar we de eerste levada begonnen zijn. Dat doen we dus niet. We stappen de boulevard verder af tot voorbij de bushalte en de teleferico en daar zijn een paar restaurants. We moeten hier wel opletten voor hevige en soms brutale ronselaars, want hier is het een gevecht voor elke klant. We lopen langs de andere kant van waar de restaurants zijn en zelfs daar komen ze ons aanspreken. Dat doen we dus niet, want dat is erover. We stappen even verder en worden vriendelijk aangesproken door een ober van restaurante São José. Die is niet echt brutaal, maar laat gewoon vriendelijk zijn menukaart zien in tegenstelling tot anderen die ons zelfs aanklampten en bijna binnentrokken. Hier eten we dus iets. We bestellen elk een wijntje, rood en wit en een espetada kip en een traditional espetada, twee brochetten dus. Ze smaken ons heel erg goed en Veerle kan het na het hoofdgerecht niet laten om nog een dessert te eten. Een chocoldetaartje met koffie, dat kan er altijd wel in. We betalen hiervoor slechts vierendertig Euro, dus daarvoor ken je niet sukkelen. Als extra service gaat de ober nog sigaretten halen voor ons, dus ze hebben hun drinkgeld goed verdiend. Even nog naar het water en Funchal by night bekijken en dan is het de weg terug naar de auto en we staan direct goed om de stad te verlaten via dezelfde weg als in het komen en zoals de bus rijdt. Onderweg stoppen we nog even aan het kerkje van São Gonçalo. Dit is wederom het kerkje dat je op alle postkaarten van Funchal ziet staan, maar wij nemen de foto by night en is veel leuker en origineler dan de postkaartfoto overdag. Op een kleine twintig minuten zijn we aan het hotel terug, nemen een paar foto’s van de auto om te bewijzen dat hij in goede staat is afgeleverd en steken de sleutel in de bus van de car rental. Op het terras van de kamer nog even nagenieten en dan gaan slapen. Of proberen tenminste, want er is veel lawaai vandaag. Veerle slaapt snel in, maar Timo ligt nog wakker tot half twee, maar dan uiteindelijk lukt het hem wel de slaap te vatten. Andere dagen hadden we meer beweging gehad, vandaag niet zo, dus dat zal er wel wat mee te maken hebben. Dan toch een late slaapwel.

 

Zondag 29 april 2012: Lazy Sunday

De laatste volledige dag is aangebroken. We doen niet veel meer vandaag buiten nog wat genieten van de omgeving en het mooie weer, want de dag kondigt zich echt heel erg goed aan, geen wolkje aan de lucht. Heel erg leuk om op te staan. We zijn iets vroeger op dan normaal, want we willen vroeg naar de ochtendmarkt in Funchal. We wilden nog even van de sfeer genieten en nog wat inkopen doen. We nemen de bus om 07:55, die was tien minuten eerder uit Ponta da Oliveira vertrokken en brengt ons zo naar Funchal. Dit is de enige lijn (155) die regelmatig langs Garajau komt om naar Funchal te gaan. We doen dit vandaag voor de laatste keer deze vakantie. We stappen af na een dikke tien minuten aan Anadia Shopping en merken direct dat de markt niet open is vandaag. Op zon- en feestdagen is de markt dicht. Daar gaat ons plan om inkopen te doen. Damn! We doen het dan maar anders dan gepland en gaan ontbijten bij Apollo vlakbij de kathedraal. We hadden hier al van de eerste keer dat we in de stad waren eens willen stoppen om iets te drinken, maar altijd was er te veel volk. Nu zitten er alleen een paar Madeirezen hun koffie te drinken en de zondagseditie te lezen van de krant. Er is net een viering bezig in de kathedraal en we merken dat er sommige mensen gewoon buiten de mis aan het volgen zijn. Geen idee eigenlijk wat de reden daarvoor is. We drinken een lekkere grote koffie, eten een omelet met kaas en hesp, daarna drinken we nog een koffie en we genieten van de leuke sfeer die hier hangt en de rust. Het valt ons op dat op zondagochtend Funchal niet zo druk is. Wanneer de viering in de kathedraal gedaan is, wordt het even een beetje drukker, maar eigenlijk echt druk is het niet. Het bloemenfestival is gedaan, dus iedereen is nu aan het uitrusten van het drukke vorige weekend. Wij gaan op zoek naar een aantal dingen die we toch nog voor thuis kunnen meenemen.

We lopen de avenue af tot het einde naar het duurste shopping center van Funchal, maar daar is eigenlijk weinig open, alleen een kleine superette en de bakker, dus op zoek naar iets anders. We keren langs de zee-boulevard terug naar Anadia Shopping Center en zien daar veel volk lopen met zakjes, dus ergens moet er wel iets open zijn. En inderdaad op de benedenverdieping van Anadia is een grote supermarkt open op zondag. Wij erbinnen en zoeken wat kleine dingen om mee te nemen. Pepertjes, lookpasta, Madeira-wijn, porto, sandwiches (voor deze middag), olie en wijnazijn. We hebben het allemaal snel gevonden en kunnen via de kassa passeren en nog even door de stad kuieren. We hebben eigenlijk alles al gezien in Funchal, dus veel kuieren we niet. We kijken even of de boekenwinkel Jogos open is, maar zondag zijn die ook dicht. Er wordt daar ook met de loterij gespeeld, dus daarom zullen die zondag niet open zijn. Dan maar de bus terug naar Garajau en we moeten nu maar tien minuten wachten op een bus. Uiteindelijk zijn we toch iets sneller terug op de kamer, maar we vervelen ons niet en gaan even nog wat kleur opdoen aan het zwembad. Hier liggen we toch ook even, zo een uur of twee tot één uur in de namiddag en dan zijn we het beu. De zon schijnt nog volle bak en we doen nog wat laatste warmte op, want in België is het de hele tijd echt slecht weer geweest. Spijtig voor de mensen daar, maar wij genieten nu nog van wat zon. We zijn niet echt traditionele zonnekloppers, dus gaan daarna naar de kamer. Het water was nog veel te koud om te zwemmen, hoewel Timo dit al gedaan had enkele dagen geleden, maar vandaag niet.

Op de kamer eten we de sandwiches met de overschot kaas en rusten een half uurtje. Ah ja we zijn al moe van de vele inspanningen. Of toch maar even actie: ja, we gaan naar de receptie om daar wat te internetten en even in het binnenzwembad te zwemmen en wat te prutsen en ploeteren. Echt zwemkampioenen kunnen ze van ons niet maken. Na een uurtje daar houden we ook dat voor bekeken en keren terug naar de kamer. Het is wel al bijna vijf uur, dus we hebben de dag al goed kunnen doorkomen. We nemen nog een bad, kijken even TV en beginnen dan in te pakken. Dat moet ook gebeuren. Op een klein uurtje is alles in orde. We hebben niet alles in de valies steken, maar bijna alles. Morgenvroeg hebben we ook nog het een en ander nodig, dus dat laten we allemaal nog in de badkamer. We hebben een uitgebreid ontbijt gehad, maar ’s middags niet veel gegeten, dus zo ongeveer tegen een uur of zeven vinden we het tijd om nog een laatste keer in Garajau te eten. We gaan naar het restaurant op het einde van de straat, want daar was de zarzuela echt bangelijk lekker. We gaan daar dan nog eens zarzuela eten, echt Portugees en bangelijk goed. Veerle neemt nog eens de sol meunière en we eten heel erg uitgebreid vanavond. We nemen eerst een sla van het huis met brood van het huis. Veerle wou de laatste avond ook dat eens proberen in plaats van gewoon lookbrood. Het is gegrild brood met paprika’s en tomaat en mozarella erop en dat allemaal even de oven in en onder de grill, hm, hm, lekker. We gaan zelfs voor een nagerecht en koffie: geflambeerd ijs en een chocoladetaartje. Weer om duimen en vingers bij af te likken. De rekening is ook iets hoger dan ervoor maar al bij al nog niet zo overdreven. We betalen in totaal zeventig Euro voor dit alles en niet te vergeten dat we nog een fles wijn gedronken hebben. We keren rond een uur of tien terug naar de kamer en zetten ons nog even op ons terras. We drinken iets, hoewel er eigenlijk niet veel meer bij kan, maar we kunnen wel één keer zondigen. Dan kijken we nog even TV en gaan rond middernacht slapen.

 

Maandag 30 april 2012: Terug naar huis

Alles hat ein Ende, zeggen de Duitsers, nur ein Wurst hat zwei. Vandaag is het echt helemaal gedaan, vroeg opstaan, ontbijten, naar de luchthaven met de bus, dan inchecken, hetgeen vlotjes gaat en we kunnen zelfs tien minuten vroeger vertrekken voor een vlucht van drie uur en een half. Tja eigenlijk is er niet veel meer over te zeggen over deze dag. Heel de dag reizen om terug rustig thuis te komen en Cartouche terug te zien. Iedereen is blij en wij kunnen nog wat nagenieten van een leuke twee weken vakantie op Madeira. Bij onze thuiskomst heeft mama Linda eten voorzien. Patrik en Linda kwamen ons halen aan de luchthaven en we eten samen iets thuis: asperges à la Flamande en het smaakt. Daarna nog een Duveltje en praten over de vakantie met de vrienden en maken er een leuke avond van. Nice to be back.