Vrijdag 30 juli 2010: Den Osse – reefballs
Na het werk rijden we allemaal naar Den Osse. We waren hier enkele weken geleden ook al en het was wel een heel mooie plaats, dus we gaan eens overdag in de hoop dat er minder duikers zijn en beter zicht. Vertrek in Bornem tegen 13:00, het is heel erg druk op de weg: een zwart weekend op de autowegen. Dit betekent dat we er een dikke twee uur over doen eer we in Den Osse zijn. Jurgen en Roel zijn er al en Eef en Timo komen een kwartiertje later en we kunnen direct alles optuigen en vertrekken. Timo neemt de duikleiding en probeert eens te fotograferen zonder de diffuserbox erop. Het zal blijken dat die er met een reden opstaat. We vertrekken: eerst Timo en Eef, daarachter Ju en Roel. We duiken uit op ongeveer 0° tot 30°, bereiken al na 3 minuten de wand en duiken naar rechts. Ondertussen hebben we al enkele kreeften gezien in het ondiepe, enkele krabben en vele kleine visjes. De wand is heel mooi en het zicht is schitterend, de ene zegt 6 meter, de andere 8, maar in elk geval goed zicht.
Er zitten heel erg veel zeedonderpadden, we doen een experiment met fotografie om zonder flits te trekken. Jurgen en Roel lichten bij, Timo heeft zijn flits afgezet en probeert zo de zeedonderpadden, de zeeanjelieren te fotograferen, maar heeft op dit moment geen zicht of ze goed gelukt zijn. In elke reefball zit een kreeft, de steenbolken zwemmen ertussen en veel botervisjes zitten er ook tussen de oesters. Veel zwarte grondels verbergen zich in de lege oesters en het zicht is nog steeds heel erg goed. Bijna na een half uur op de reefballs keren we stilaan terug richting ponton. Deze keer ook zijn we met een commando-sprong in het water gegaan en nu keren we in die richting terug. We kunnen elkaar perfect volgen zonder enig probleem, dankzij het goede zicht. Roel en Jurgen hangen iets achter Eef en Timo, maar we zien elkaar ten allen tijde. De betonnen blokken zijn hier met vanalles begroeid en de zon schijnt helemaal tot op de bodem. We gaan ook nooit echt dieper dan een tien meter, dus dan heb je geen lamp nodig.
We duiken een vijftig minuten eer we terugkeren richting kant. Die bevindt zich op ongeveer 165° en Timo begeleidt de andere drie perfect terug naar het ponton. We komen na een duiktijd van een uur twee meter uit links van het ponton en dat is niet slecht genavigeerd. We kijken niet meer onder de steiger, maar klauteren uit het water langs de trap die hier speciaal voor duikers aangelegd is. De voorzieningen voor duikers zijn hier echt heel goed: een grote parking, een steiger en een trapje onder water om zo terug op de steiger te komen: dik OK. De Nederlanders hebben het hier niet echt slecht geregeld.
We gaan dan direct naar De Kabbelaar om in te checken in de Dive-inn en drinken een Duvel op het terrasje. Alles wordt te drogen gehangen en we genieten van de zon op het terras. Een Nederlandse spant hier de kroon door een portie Engels te proberen spreken. Ze doet de legendariche uitspraak: I think you are taking me in the mailing. Heel het terras is mee aan het lachen en ze heeft het niet eens door. We zorgen ervoor dat de flessen terug gevuld zijn tegen de volgende duik. Die gaat hier plaatsvinden aan het Kabbelaarsrif tegen een uur of zeven of zoiets. Flessen vullen gaat hier erg gemakkelijk, er is een vulstation beneden in de kleedkamers. Jurgen kon 50 centjes wisselen en zo dat vulstation gebruiken. Dit is stukken gooedkoper dan vullen in de shop zelfs met een vulkaart. We hebben na de eerste duik nog 110 (Ju), 100 (T), 80 (Roel) en 120 (Eef) baar, dus met een euro of vier, vijf kunnen we de drie flessen vullen, terwijl in de duikshop een vulling voor een 15 liter automatisch 4.70 Euro kost. Goed geregeld: dit is luxe-duiken, niet te schatten.
We maken ons al klaar om de tweede duik te doen tegen een uur of acht, zodat we er nog op tijd terug uit zijn om hier iets te eten: de keuken is open tot 22:00. Perfect. We kruipen allemaal terug in een natte short, badpak, natte pakken en shorties: dat is iets minder, maar we kunnen ons droog aankleden en van hier direct verder naar de duikstek. We willen te water gaan rechts van het torentje, dan even kijken naar het wrakje, als we het vinden en zo de wand af richting platform. Als er dan nog lucht en goesting is kunnen we nog verder doorduiken naar de reefballs. Zo gezegd zo gedaan of plan de duik, duik het plan. We liggen er goed op tijd in, kijken even de fles na van Timo want die blaast af en ook de automaat van Roel, want die verliest ook wat lucht. Alles OK en dan weg tot een diepte van vijf meter. Timo ziet al direct twee groene wierslakken, geen grote, maar hij kan ze duidelijk tonen aan Eef, Roel en Jurgen. Die vinden het maf dat die zo’n kleine beestjes zo goed kan spotten. Tja, een grote sepia ziet Timo nooit als eerste, maar slakjes, kleine speia’s, dat is zijn ding wel. Op 5 meter diepte duiken we naar links en komen iets tegen dat op een wrak lijkt: er zit verroest staal tegen de kant, maar als je dat niet ziet, zou je het niet direct herkennen als een wrak. Roel en Jurgen hangen iets achter Eef en Timo en al na tien minuten zijn we elkaar kwijt, maar de afspraak was om gewoon verder te duiken en in buddy-teams bij elkaar te blijven. Lukt goed.
Er zijn heel erg veel donderpadden, kreeften en noordzeekrabben on the move: of zoals de Nederlandse het zou zeggen ‘on fe moef’. De grondels schieten hier her en der weg, veel botervisjes volgen hun voorbeeld en het is echt een heel kalme duik. Eef amuseert zich en Timo ook, zelfs met de duikleiding en de foto’s te nemen. Er zitten deze keer echt belachelijk veel noordzeekrabben en zelfs hele grote. Bij een gewone duik tijdens de dag kom je die iets minder tegen en zeker al niet bewegend over de oesters en de stenen blokken. Voor de rest zien we eigenlijk niet echt erg veel, maar de duik is wel OK. Na een dik half uur bereiken we de zandvlakte waarover sprake eerder, zorgen dat we die steeds op een diepte van 9 meter volgen. Soms hangen we even op 9.4, de andere keer op 8.7, maar door het wat te corrigeren kan je toch perfect op het platform uitkomen. Ongeveer tien minuten later bereiken we dat ook, zien dat er wederom hier veel noordzeekrabben zitten: eentje met een anemoon op haar schild. Dat is wel knap om te zien. We zeggen na een paar minuutjes het platform vaarwel en keren terug richting kant of dat is tenminste de bedoeling. Timo navigeert, we doen onze safety stop tussen de wieren, bij de oesters en over het zand en keren stilaan terug naar een diepte van een meter of drie.
Dan blijkt dat er op deze diepte – net als de vorige duik hier met Roel – heel erg veel groene wierslakken zitten. Het zou bijna een plaag kunnen genoemd worden. Het is wel erg knap: er zijn er groene, rode en witte en van de meesten zie je zelfs de kleine blauwe stipjes. Op een bepaald moment zitten er zelfs vier in het gezichtsveld van de camera: twee vlakbij elkaar (scherp) en twee iets verder (niet scherp). De duik duurt al iets meer dan een uur, dus we beslissen stilaan om er een einde aan de maken. Timo duikt nog een paar minuutjes verder en we komen boven, kijken omhoog en zien de houten planken van de steiger. Perfecter kon niet: heel erg goed genavigeerd, T. En die gaat binnenkort in augustus nog eens de specialty navigatie doen ook, dus dan wordt het zeker genieten.
We klauteren op de steiger en langs de andere kant komen Ju en Roel ook aangedoken, eerder aangezwommen aan de oppervlakte. Eef en Timo keren al terug naar de kleedkamer en beginnen alles al snel te spoelen en zich te douchen. Dan is het tijd om iets te bestellen om te eten: tegen 21:40 bestellen we een cheeseburger, twee hamburgers en kibbelingen met frietjes en een Duvel. Het wordt ook een beetje fris, dus we drinken binnen nog iets, wiezen een beetje en bekijken de foto’s op de laptop. Dan zien we dat Eef een zeedahlia heeft gefotografeerd op Den Osse zonder het aan haar buddies te vertellen: Roel heeft het ook gezien. Dus gasten, volgende keer doorvertellen. Om iets na elven is het boeken toe en moe, dus gaan slapen met het nodige snurk- en piepgeluid van iedereen. Ambiance verzekerd.
Zaterdag 31 juli 2010: Duikdag twee: Kijkuitpolder Den osse en Koepeltje Scharendijke
Timo is als eerste op en zet zich op het terras van De Kabbelaar, kijkt wat rond, schrijft het verslagje, Roel komt iets later bij hem zitten met een kopje koffie en we babbelen wat over de al geslaagde start van het weekend. Het ontbijt wordt al geserveerd vanaf 08:00 tot 10:00. Zo staat het op de tafels vermeld. Er is een beetje verwarring, want op de borden buiten staat dat het tot 11:00 is. Om zeker niet te laat te zijn gaat Timo, Jurgen en Eef wekken en die komen dan ook beneden iets eten. We bekijken de planning voor vandaag: normaal moeten we rond de middage op Plompe Toren zijn. We bekijken de Duikersgids eens en daar staat specifiek vermeld dat het zicht bij westenwind nihil is. We kijken naar de windrichting en de wind komt natuurlijk uit het westen. We bekijken andere opties en beslissen om het nu maar niet te doen. We hebben nog tijd genoeg om eens naar de duikplaatsen te gaan voorbij de Zeelandbrug.
Maurits, Betty, Ann en Aagje komen vandaag naar hier om eens een wandeling te doen en de duikers eens bezig te zien. Het weer is niet optimaal hiervoor, maar dat trekken ze zich niet aan. Het is warm genoeg, enkel de zon komt er niet steeds door met hier en daar zelfs een spatje regen. We drinken nog wat op het terras en wachten tot ze hier zijn ongeveer net voor de middag. We hebben ondertussen ook beslist dat we hier in de buurt blijven en eens willen duiken in Den osse, duikplaats: Kijkuitpolder. We rijden allemaal naar de Zeedijk in Den Osse, een kleine tien minuutjes rijden vanuit Scharendijke. Iedereen is mee, maar voor Aagje is er niks te beleven hier, dus zij gaan naar het strandje waar we al eens gezeten hebben, bij het café Jeanzz en na de duik zullen wij wel naar daar komen om iets te drinken. We zoeken eerst de beste optie om het water in te gaan. Op de punt van de dijk is een pier en daar is instapplaats 1, maar dat is een heel eind lopen, dus dat doen we niet. We parkeren beneden aan de dijk vlakbij camping Kijkuit, die ook de naam van de duikplaats heeft gegeven. Hier vlak voor is een kleine strandje en ook een pier. Daar kunnen we perfect te water en zo uitduiken, naar links en dan terugkeren.
We zijn allemaal tamelijk snel klaar en vertrekken over de dijk, aan het strandje erin en dan een heel eind door het water waden, want het blijft hier heel erg lang ondiep. Op een dertig meter in het water zijn we nog steeds maar 1 meter diep, niet gemakkelijk. Timo leidt de duik, navigeert de hele tijd puur noord en ziet dan een naaktslakje: een kleine vlokkige. We verliezen even twee mededuikers, dus we stijgen even op, maar enkel Eef en Timo hadden de slak gezien. Terug onder water en Timo doet zijn best om de slak terug te lokaliseren en slaagt daar wonderwel in. Iedereen gezien, verder dan maar nog steeds noord. De computers zijn nog niet beginnen tellen aan de duiktijd, maar we zijn toch al tien minuten bezig. Krabben schieten onder ons weg en na een lange ondiepe uitduik belanden we aan de wand. Timo gaat tot een diepte van 12 meter en daar is het heel erg speciaal: weinig te zien, een zwart maanlandschap onder water. Het zand is hier pikzwart en slechts om de paar meter zien we wat oesters en enkele krabben. De duik brengt ons voorbij een net dat hier al een tijdje ligt, maar de speciale look van deze duikplaats blijft ons verbazen. Tegen ongeveer 25 minuten (+10, toen de computers nog niet telden) keren we iets hoger terug richting zuiden en zo terug op onze stappen oost met de bedoeling terug aan de pier uit te komen.
Op een diepte rond de 6 meter is het iets beter, daar is meer leven, maar niet echt zo uitbundig als op de andere duikstekken hier in Grevelingen. We zien nog een puitaal, enkele kleinere zeedonderpadden en ongelooflijk veel zeeappels. Hier zitten er tientallen bij elkaar. We trekken de duik niet te lang, want zo’n mooie plaats is het hier niet, maar het is wel tof om hier eens geweest te zijn, zeker door het zwarte zand. We spotten nog een zeenaaldje en keren zo terug naar het ondiepe gedeelte dat heel erg lang aanhoudt. Uit het water langs de andere kant van de strekdam, alles terug in de auto’s en dan zoals afgesproken iets gaan drinken aan het strandje. Betty staat ons op te wachten met een smos en dat laten we ons heel erg smaken. Merci Betty. Een paar Duveltjes drinken, genieten van het zicht, de aangename temperatuur en het goede gezelschap.
We zitten hier een hele tijd en rijden dan terug naar Scharendijke zelf om daar nog iets te drinken en iets te eten: kibbelingen en gefrituurde snacks. Het smaakt en zelfs na de smos konden we het eten wel gebruiken. Rond een uur of zes vertrekken Maurits, Betty, An en Aagje terug naar huis en wij doen een dutje. Even bekomen van de vermoeienissen van de dag, zeker met een paar Duvels in ons lijf. We slapen ongeveer twee uurtjes: Roel en Jurgen eten nog iets vlak voor de duik op het Koepeltje. Dat zal een nachtduik worden speciaal om de sepiola’s te spotten. Eef en Timo hadden die al eens gezien op Kabbelaarsrif, maar Jurgen en Roel niet: nu dus een duik met een echte missie.
Alles zit nog in de auto van de vorige duik en we rijden naar de duikplaats voor deze nacht. Op minder dan vijf minuten zijn we er, gaan eerst eens kijken hoe we hier het beste duiken en spreken af dat we links erin gaan, dan naar rechts duiken en aan de andere kant er terug uitkomen aan de steiger. Op een uurtje moeten we dat wel kunnen afduiken. We zien direct een puitaal, heel erg veel zeedonderpadden. Roel en Timo duiken eerst, dan volgen Eef en Jurgen. We zien onmiddellijk dat het niet echt een diepe plaats is, dus we blijven gemiddeld zo rond een meter of zeven. En dan komt hét moment: Roel spot een sepiola, we blijven even bij het beestje hangen, maar Eef en Jurgen hangen iets verder stil. Timo doet teken aan Roel: blijf hier even hangen, ik haal die andere twee. Dat was niet zo goed doorgedrongen bij Roel, want als Timo zich omdraait komt Roel mee naar die andere twee. Die hebben ook een sepiola gezien, dus we blijven daar even hangen. Het is echt een prachtig beestje hoe die de lampen aanvalt en ook de duikbrillen. De vleugeltjes achteraan het lijf zijn schattig en zoals vaak wordt beweerd vergeet een mens de ontmoeting met een sepiola niet snel.
Na een dikke vijf minuten heeft de sepiola ons naar bijna 11 meter gebracht en hier dwarrelt het stof echt heel erg hard op, dus het zicht is bijna niks meer en we verliezen hem uit het oog, maar we hebben hem wel gespot. We duiken verder en zien een heel erg grote paling wegschieten: die lijkt groter dan een meter. Grote noordzeekrabben zijn ook weer in beweging en nog enkele kleinere palingen zitten verborgen tussen de oesters. Timo toont verschillende vlokkige naaktslakjes aan zijn mededuikers, want die zitten hier ook in overvloed. En dan komt de tweede (derde) sepiola. Wederom spot Roel die als eerste en nu is het iets makkelijker om stil te blijven hangen en geen stof te maken. Hij verbergt zich in het zand tussen de oesters. Het is wel prachtig hoe het beestje van kleur kan veranderen: van donker bordeaux – bijna zwart – tot heel erg licht. Op een bepaald moment is hij weer on the move, maar zet zich iets verder neer in het zand en begint zich half in te graven. Dan valt ons op dat op een steen vlak naast de sepiola ook nog een naaktslakje rondkruipt: schitterend. We genieten er allemaal van en vinden het echt een geslaagde duik. Timo navigeert terug naar de kant, maar vindt het erg ongeloofwaardig dat het terug dieper wordt in plaats van minder diep. We breken na een uur de duik af en gaan op snorkel terug naar de instapplaats en wandelen terug naar de auto.
Het is hier een heel eind stappen en ook moet je een hoge trap over om terug langs de kant van de weg te komen: de rampweg. Een rampduik is het zeker niet geweest, want we zijn alle vier echt vol van onze ontmoeting. SCHITTEREND! En zeker mission accomplished! Terug naar De Kabbelaar, materiaal spoelen, ons douchen. We zijn de luxe van het duiken hier al goed gewend. Dan drinken we nog een paar Duveltjes en krijgen onze klop iets na twee. Tja als je een nachtduik doet en je komt maar iets voor 00:00 uit het water, wordt het snel laat. Om half drie gaat iedereen naar bed en is het direct oogjes dicht en snaveltjes toe. Slaap lekker sepiola’s.
Zondag 1 augustus 2010: Duik 5: Den Osse reefballs
We slapen goed lang uit, ontbijten en beslissen welke duikplaats we willen doen. Op de planning had Timo Preekhil gezet, maar de vermoeidheid is al groot voor ons na twee dagen duiken, dus we verkiezen een andere duikstek, want bij Preekhil is het een heel stuk wandelen. Roel en Eef hadden op Den Osse een zeedahlia gezien en Jurgen en Timo niet, dus de missie voor onze laatste duik is om die terug te vinden op de reefballs, zodat iedereen die ziet. Eens benieuwd of dit gaat lukken. Eef weet dat het zeker op een reefball is dat ze die gezien heeft, tamelijk tegen het einde ervan, dus we zien wel of niet, wie zal het zeggen.
Flessen vullen in de kleedkamer, makkelijk en goedkoop en dan met de auto naar Den Osse tegen de middag. Het is al stukken drukker dan vrijdagmiddag, want de parking staat vol en we moeten ons langs de kant van de weg parkeren. We komen aan op de steiger en die staat vol met duikers, dus we gaan gewoon ernaast te water en doen de commando-sprong niet, maar die konden we vrijdag al eens oefenen. Timo neemt opnieuw de duikleiding, palmt iets te snel blijkbaar, want de anderen kunnen niet volgen. We verliezen elkaar uit het oog en komen terug naar boven. Tweede poging lukt ook niet omdat het zicht iets slechter is dan vorige duik en Roel krijgt volle bak water zijn zijn bril. De derde keer is het allemaal wel in orde en we duiken in formatie naar de reefballs. Die vinden we wederom op een diepte van 7 meter en volgen die helemaal tot het einde. In elke reefball zit een kreeft, op de rand zwemmen heel erg veel botervisjes, maar het is ons vooral te doen rond de zeedahlia. Op het half uur komen we aan de laatste reefball in de reeks en hebben de zeedahlia nog steeds niet gezien. Dat is dikke pech. Of misschien toch niet? Ineens begint Eef lijk zot met haar lamp te schijnen en te wuiven en iedereen hoopt te weten wat dit betekent. En inderdaad in een klein gat in de allerlaatste reefball is de zeedahlia weer gespot. Schitterend. Iedereen kan goed genieten van deze mooie anemoon. Het is een prachtig dier en iedereen is heel erg blij.
We doen hier een paar experimenten met belichting door in de reefball richting dahlia te schijnen en dan foto’s te nemen zonder flits en met flits. Het resultaat mag gezien worden. We zijn alle vier vol van vreugde en kunnen nu met een gerust hart terugkeren naar de steiger. Het zicht wordt er steeds minder op, want we komen erg veel duikers tegen. Één staat zelfs met zijn/haar vinnen op de wand om iets te overleggen met de buddy. We duiken niet te lang meer, want we zitten al tegen de 45 minuten. De flessen waren iets minder gevuld dan de vorige keren. De meesten waren aan de duik gestart met slechts een 170 bar. Voor de Grevelingen is dat niet zo’n groot probleem en als je de manometer goed in het oog houdt, ben je toch nog veilig. Zeker als Eef erbij is, die ondertussen al bijna kieuwen heeft ontwikkeld: die verbruikt echt bijna geen lucht.
Dat is dus het einde van het duikweekend qua duiken, nu dus enkel nog douchen, kamer opruimen, iets eten en drinken en dan terug naar huis. We rijden terug naar de Kabbelaar, eten cheeseburgers, hamburger en een panini-broodje. Nu laten ze ons weten dat ze dit in de hele geschiedenis van het hotel nog nooit hebben meegemaakt. Op één kamer van vier staan zowaar 32 Duvels genoteerd. Record gebroken, weekend over de hele lijn geslaagd: mooie duik op Den Osse, mooie nachtduik met veel naaktslakken op Scharendijke, puitaal op Kijkuit, sepiola’s op Koepeltje en zeedahlia op Den Osse. Daarnaast nog record gebroken van Duvels. We rijden tegen half vier ongeveer terug naar huis en stoppen om de traditie nog eens in De Waggel. Timo geeft alle foto’s mee aan Jurgen, die zijn best eens gaat doen om er enkele iets te verbeteren in Photoshop. Het resultaat zal snel te zien zijn op deze site. Dat is ondertussen al langer het geval.
Merci buddies voor ons eerste geslaagde duikweekend in de Grevelingen. Volgend jaar opnieuw?