Frankrijk Goudargues op camping Camping Saint Michelet
Van vrijdag 13 augustus tot en met donderdag 2 september 2004
Frankrijk, Provence, Goudargues
De Provence is bij iedereen wel bekend. Het zuidelijke stukje Frankrijk, dat baadt in de zon , de cultuur, de wijn, le Joie de Vivre. Iedereen kan zich wel perfect een Zuidfrans boertje inbeelden, die naast een druivelaar in de zon van alles aangename van het leven aan het genieten is. Daarom is het ook niet zo moeilijk om datzelfde te doen in het Zuiden: je wordt als het ware meegesleept doorde mensen en het leven ter plaatse. Het is onze eerste reis geweest met caravan en met familie. Alles andere reizen waren bijna alleen met ons twee en in hotels, dus dat was wel een aanpassing, maar we hebben er zeer erg van genoten. Ook was het bijna drie weken, dat ons verlof nu duurde, dus dat is ok anders geweest. We hebben prachtige natuur gezien, architectuur, geschiedenis geproefd. Als je een prachtig land met prachtige mensen wil bezoeken en ervaren, dan is this the place to be! De Provence is een gebied in het zuidoosten van Frankrijk. De Provence ligt tussen de Middellandse Zee, het Rhônedal en Italië. Grote steden in het gebied zijn Marseille, Toulon en Aix-en-Provence. De Provence maakt nu deel uit van de regio Provence-Alpes-Côte d'Azur.
Geschiedenis
De naam Provence is tijdens de overheersing door de Romeinen ontstaan uit het Latijnse provincia. In 121 v.Chr. werd het gebied deel van het Imperium Romanum. In de vijfde eeuw werd het door de Goten geregeerd. Dit duurde tot 536, toen de Franken het veroverden. in 713 werd de Provence geteisterd door Moorse plundertochten onder leiding van de emir Al Hoak. Bij het Verdrag van Verdun (843) werd het toebedeeld aan keizer Lotharius I. Zijn zoon Karel van Provence maakte er het koninkrijk Provence of Cisjuranisch Bourgondië van dat een kort leven beschoren was (855-863). Na een wanordelijke periode werd de Provence bij het Verdrag van Meerssen (870) opnieuw gevoegd bij het keizerlijk gebied, slechts voor korte tijd, want na de dood van keizer Lodewijk II in 875 viel het in handen van de koning van Frankrijk Karel de Kale, alweer voor maar een poosje. Karels zwager Boso V van Provence liet zich in 879 uitroepen tot koning van het tweede koninkrijk Provence. De zoon van Boso V, keizer Lodewijk III de Blinde, vertrouwde het bestuur van de Provence toe aan Hugo van Arles die op zijn beurt overdroeg in 934 aan Rudolf II, koning van Transjuranisch Bourgondië. Het nieuwe geheel werd het tweede koninkrijk Bourgondië-Provence, ook wel ’’Koninkrijk Arles’’ genoemd. Dat bleef bestaan tot 1032. Van 1033 tot 1264 maakte het als markizaat en graafschap deel uit van het Heilige Roomse Rijk, waarna door uithuwelijking het gebied onder de hertog van Anjou viel.
Sinds 1481 behoort de Provence toe aan Frankrijk en tot aan de Franse revolutie was het een zelfstandige Franse provincie.
Wijnbouw
Het amfora model van de wijnfles is typisch voor de ProvenceDe grootste Roséwijn producent ter wereld is de Provence. De drie Appellations, Coteaux d'Aix en Provence, Coteaux Varois en Provence en Cotes de Provence, zijn gezamenlijk de grootste producent van kwaliteitsrosé ter wereld.
De eerste Roséwijn vindt haar origine in de Provence, 2600 jaar geleden, toen de Grieken de eerste wijnranken aanplantten in de regio rond Marseille. Tegenwoordig is de regio rond Aix en Provence typerend voor de wijnen uit deze regio. De beste rosés komen uit deze regio. Voorbeelden zijn AIX Rosé, Revelette, Vignelaure en La Coste, maar ook La Bernarde, Estello en Ott produceren sinds jaren kwaliteit rosé.
De regio in z'n geheel wordt gekenmerkt door de associatie met de Côte d'Azur en haar mondaine levensstijl.
Vrijdag 13 en zaterdag 14 augustus 2004: Vertrek naar Goudargues
Vandaag is het eindelijk zover; we vertrekken vandaag naar 'La Douce France", naar Goudargues meerbepaald. Eerst moeten er nog een paar verplichtingen in orde gebracht worden. De mannen komen de deur van de badkamer installeren, we moeten nog even slapen voor te vertrekken en we moeten nog naar de gebedswake voor Va Weit. Van een uur of 7 tot een uur of 10 heeft Timo gewerkt en Eef iets langer; tot 10u30. We maken voor de rest van de tijd alles klaar om te vertrekken. Onze Cartouche gaat deze namiddag bij mama Linda verblijven, zodat wij kunnen slapen of tenminste wat rusten. We maken alles nog in orde (frikadellen koken, laatste spullen inladen, stofzuigen). We proberen dit in orde te krijgen tussen 14 en 18 uur. Dan is het tijd om ons te douchen en klaar te maken. We gaan naar de kerk in Weert voor de gebedswake van Va Weit; een grote cinema van de katholieke kerk. Na de dienst gaan we naar de Eikenlaan. Ons mama heeft scampi's voor ons klaargemaakt. We eten op ons gemakske en eigenlijk zijn we dan klaar om te vertrekken. Dat doen we dan ook en tegen 20u30 stappen we in de auto en zijn weg naar het Zuiden van Frankrijk, ons verlof is nu officieel begonnen. We moesten zeker zorgen, dat we voor 21 uur weg waren, want dan zou de Dodentocht vertrekken en die kwam onmiddellijk langs ons mama.
We rijden via de A12 naar Brussel en dan via de E411 naar Luxemburg. Op iets meer dan 2 uur zijn we klaar om te tanken in het eerste Luxemburgse tankstation (Aire De Capellen) en om 5 minuten onze benen te strekken. Tot nu toe verloopt het goed en de enige vertraging was door werken in Neufchâteau (50 km wel), maar we konden toch nog tegen 70 per uur rijden. Voor de rest is het toch 130 dat er constant op de teller staat. Vanuit Luxemburg is het naar de Franse grens, richting Thionville, Metz en Nancy. Daar begint de eerste péage, straf zenne: dat is een hele hoop kottekes, waar ge een ticketje moet kopen en dan gaat de slagboom open. Als het de eerste keer door Frankrijk is, doet dit wel raar aan. Eef heeft tot nu toe gereden en het gaat haar goed af. We hebben eigenlijk nog niet gestopt en we zijn toch al een paar uur aan het rijden. Timo probeert wat te slapen, maar moet zich eigenlijk beperken tot wat rusten. In Dijon wordt het Eef een beetje te veel, ze wordt moe, na toch al bijna aan één stuk 6 uur te hebben gereden.
Op deze Aire rusten we even, eten iets en dan neemt Timo het stuur over. Het is ondertussen half 2 onder de morgen. Timo rijdt vlotjes verder richting Lyon (200 km verder). In Lyon nemen we de autostrade recht door de stad en niet helemaal rond, want dat is 40 km om. Het lijkt niet echt veel, maar op dit moment zijn het er 40 te veel. Het lukt goed, we moeten enkel zorgen, dat we steeds richting Marseille volgen. We moeten onze eerste keer péage betalen dan iets voorbij Lyon (23 Euro). We nemen enkele kilometers verderop een nieuw ticketje, dat we moeten gebruiken tot we van de autostrade afgaan in Bollène. Het is nu half vier onder de morgen. We rijden verder richting Marseille, komen eerst voorbij Vienne en Valence. In Valence wordt het Timo ook iets te veel en we moeten effe stoppen. Het is nog nacht en het is toch al tamelijk druk op de weg. We zien in dat we een goede beslissing hebben genomen om reeds vrijdagavond te vertrekken. Als we dat niet hadden gedaan, dan stonden we binnen een paar uur serieus in de file. Het laatste stukje richting is Montélimar en iets ervoorbij nemen we de afrit Bollène, daar is het péage betalen en kunnen we richting Goudargues rijden. We zullen ongeveer binnen een half uurtje bij de camping zijn, als alles nu nog goed verloopt.
We rijden naar Pont-St. Esprit, daar richting Bagnols Sur Cèze en dan naar Goudargues. We zijn tot nu toe geen meter verkeerd gereden, maar we weten in Goudargues zelf eigenlijk niet waar we moeten zijn. We sturen een berichtje, dat we eraan komen en dat Maurits ons moet komen ophalen aan de ingang van de camping. We rijden het dorpje binnen rond half zeven en vinden direct de weg naar de camping en wie zien we daar al staan: de Maurits. Nog even de auto buiten laten staan en al een pintje gaan drinken aan de tent. Iedereen is al wakker en we worden met open armen ontvangen, moe maar voldaan en klaar voor een goed verlof.
De auto wordt uitgeladen, we zetten ons nog even neer met een pintje, doen het laatste dringend noodzakelijke en gaan dan in de caravan even rusten. We slapen een tweetal uurtjes, tot 11 uur. Eigenlijk heeft iedereen dan al honger en eten we iets. Deze namiddag gaan we al direct een ander dorpje bezoeken. Roel had dat vorige week per toeval ontdekt: Aiguèze. Timo rijdt door de bergen alsof het niets is. In tegenstelling tot Griekenland zijn in Frankrijk de wegen heel goed en nu kan hij ook met zijn eigen auto rijden in plaats van met zo'n kramikkig ding, dat eigenlijk al vervallen is. Opvallend zijn de vele wijngaarden in de streek. We zijn hier in de streek van de Côtes du Rhône. Aiguèze is een heel klein dorpje, maar echt wel prachtig. Een mooi kerkje (qua architectuur), een mooi zicht op de Ardèche en een heel mooi terrasje om een pintje te drinken onder de platanen. Cool, dit is vakantie.
Na dit kort uitstapje moeten we enkel nog gaan winkelen, zodat we eten hebben voor deze avond. We rijden nog snel naar Pont St. Esprit en winkelen daar bij de keten Champion. Timo blijft achter met Cartouche en vallen allebei in slaap. Tegen een uur of 16 zijn we terug op de campingplaats, we pladeizen ons neer in de hangmat en in een terrasstoeltje en vallen als twee blokken in slaap. Zo rond een uur of 18 kunnen we er weer tegen en Timo gaat even zwemmen met Cartouche. De Cèze ligt vlak naast de camping en het is ideaal om daar 's avonds nog eens in af te koelen. We kunnen dan beginnen met eten. Vanuit de serre van Maurits hebben we een aantal komkommers en een paar kilo tomaten meegenomen en genieten nu van een barbecue: worstjes, hamburger, kip (voor An) en dan kippevleugeltjes. Dat met wat groetjes, zoals wortelen, tomaten, komkommer. Na het eten genieten we nog van een glasje wijn en tegen half elf is het boeken toe. We zijn steendood van de reis en genieten van een welverdiende nachtrust.
Zondag 15 augustus 2004: Rusten, bekomen en wat zwemmen
We staan tamelijk vroeg op, want we worden gewekt door onze Cartouche. We hebben heel goed geslapen en zijn klaar om ten volle van onze vakantie te genieten. Rond een uur of 7 vertrekken we op ons gemakske naar het centrum (600 meter) om enkele broden te halen en een krant. Vandaag is er echter geen krant, want het is zondag. Zo een half uurtje later zijn we terug op de camping, maar er is nog niemand wakker. An, Roel, Maurits, Betty en natuurlijk ook Baloe liggen nog te ronken en te stinken in hun bed. Wij gaan naar het plageke en onze Cartouche ontmoet daar Milou, een klein Frans hondje van een jaar oud. Ze racen lijk zot in het rond en Cartouche gaat zwemmen in de Cèze. Ze hebben veel plezier, dus laten we ze een half uurtje rondracen.
Tegen ongeveer half 9 begint er leven in de brouwerij te komen op onze campingplaats. Iedereen wordt stilaan wakker. Met de broden, die we hebben meegebracht en de croissants bereiden we ons een lekker ontbijt. Smoskes en croissants en koffie: gewoon lekker. Dan begint de grote discussie. Er moet door Roel en An nog twee dingen gedaan worden op verlof, want overmorgen vertrekken ze: Nîmes en een cano-tocht op de Cèze. Ze gaan effe snel informeren in het centrum en beslissen dan om tegen elf uur te vertrekken met de cano. Eef, Timo, Baloe en Cartouche blijven op de camping. Ze moeten enkel zien dat ze aanwezig zijn wanneer de anderen voorbij de camping komen varen. We rusten een beetje en iets na twaalven gaan we naar de Cèze om een plaatsje te zoeken waar ook de honden in het water kunnen. Raar maar waar, op het plageke mogen geen honden in het water.
We lopen in en door het water een 100 meter stroomopwaarts en net als we daar zijn, komen er 4 canoërs aangevaren. Net op tijd, want het zijn ze. Direct een grote verrassing, want onderweg heeft An een snoek gezien en Roel heeft die uit het water gevist. Betty en Timo terug naar de plaats om de vis te fileren en in de ijskast te leggen. Dat zal lekker worden. We komen terug naar het 'strandje' waar iedereen was en drinken er elk nog een pintje. Cartouche kan het zich niet laten van te zwemmen en Timo doet natuurlijk mee, lekker verfrissend. Dorst gelest, kunnen de canoërs verder nog 2/3 van de tocht. Eef en Timo blijven nog even liggen en genieten van het water en de zon.
Tegen een uur of 4 zijn we terug op de plaats en rusten we wat uit. Een uurtje later zijn de anderen ook terug en ze zeggen dat het echt de moeite is om het ook eens te doen. En dat zullen we natuurlijk. Wat nu te eten? Maurits, Eef, Timo en Roel gaan frietjes halen aan de receptie. An eet terwijl een groot stuk van de snoek en geniet er goed van met wat brood. Terwijl de anderen bier liggen te drinken en frietjes halen, bakt Betty na de snoek ook de steaks die gisteren niet op de BBQ konden. Nu eten we er dus wel van en nemen elk ook een klein stukje snoek. Lekkerder en vooral verser kan je het niet hebben.
Na het avondeten nog wat plezier maken met een natje en een droogje en tamelijk vroeg gaat iedereen onder de veren. Ze zijn allemaal moe van het varen en wij zijn nog niet 100% bekomen van de lange trip naar hier.
Maandag 16 augustus 2004: Laatste dag; opruimen en kleine stadjes bezoeken
Zoals de vorige dag staan we reeds om 7 uur op en gaan we te voet naar het centrum om brood en croissants. Gisteren hadden we te grote broden mee, maar nu hebben we de goede gevonden. Een smoske met heps en kaas of wat salami en andere dingen zoals confituur en choco met verse koffie. Vandaag gaan Roel en An naar Nîmes, Betty maakt alles klaar, want ze vertrekt morgen. Eef moet nog het een en ander weten over het inladen van de caravan, zodat Betty met een gerust hart kan vertrekken. Rond 11 uur is iedereen klaar om zijn ding te doen. Betty ruimt op, Roel en An zijn weg, Timo en Maurits nemen Cartouche mee naar Goudargues zelf om geld af te halen en om een tafeltje in het restaurant te reserveren. Ze kunnen het zich niet laten om nog iets te drinken onderweg, maar dat hadden we wel gedacht, he. Tegen de tijd dat ze terug op de camping zijn, zijn Betty en Eef ook klaar met opruimen en kunnen we nog een uitstapje doen. We houden het klein vandaag, want vanaf morgen vliegen Eef, Timo en Maurits erin om de Provence te verkennen. Met ons gevieren rijden we naar een Belvédère, Cornillon, een dorpje vlak in de buurt, maar het ligt wel wat hoger. Erg rustig, met een fort, een prachtig zicht over de vlakte van de Cèze. We zien net onze camping niet, omdat die van hieruit achter een klein heuveltje ligt. Toch de moeite om eens te gaan kijken. We kuieren daar een uurtje rond en dan wil Maurits richting Lussan rijden. We hebben natuurlijk geen kaart bij ons en rijden maar op ons gevoel. Na een half uurtje keren we onverrichterzake terug.
Onderweg ziet T ineens een mooi tafereel, een oude brug, met een oud fort. Wat is dat? We rijden er eens naarote om het te ontdekken. Het is het dorpje Monclus. Het enige wat daar staat is een huis of 100, een brug en een soort burcht met en oude toegangspoort, alles uit de Middeleeuwen. We zoeken daar iets om te drinken, maar het enige café is gesloten. We wandelen er nog wat rond; in het stadje, langs de rivier, langs de brug en keren dan terug naar Goudargues. Omdat we nog steeds dorst hebben, drinken we daar een pintje, of beter gezegd elk 2 halve liters en al tamelijk goed in de wind keren we terug naar de camping. Daar is het tijd voor An en Roel om het laatste in te pakken en al in de auto te leggen.
Iedereen helpt mee en maakt zich klaar om tegen half 8 naar Goudargues te gaan om iets te eten in "La Cantonnade". Roel en Maurits eten poulet rôti, Eef en Betty truites aux amandes, Timo stierensteak en An zalmsaté. Dat alles met een lekkere witte en rode wijn. Het is allemaal heel lekker en als dessertje nemen enkel Betty en Timo iets. Betty een café glacé en Timo een citroensorbet met vodka. Na het eten is het tijd om nog de laatste dingen te regelen en de laatste pintjes te drinken. Roel en An gaan vroeg slapen, want ze zijn serieus moe na hun lange trip naar Nîmes. Tegen een uur of 11 ligt iedereen te maffen.
Dinsdag 17 augustus 2004: Vertrek van drie, anderen Pont du Gard en Uzès
Vandaag is het de dag dat An, Roel en Betty terug naar huis rijden. Betty moet woensdag reeds gaan werken, An moet gaan inschrijven op school en Roel moet ook tegen woensdag thuis zijn. Heel vroeg ontbijten ze en maken een picknick klaar voor onderweg. De hele Peugeot van An is volledig volgestoken met vanalles dat zeker mee moet. Baloe keert met die drie ook terug mee naar huis. Het zal dus van heel gewoon (4 personen) over 6 (toen Eef en Timo) erbij kwamen, gaan naar een rustig trio met Maurits, Eef en Timo. Tegen 8 uur zijn ze weg en beginnen wij vanalles te doen om wat orde te scheppen op de campingplaats. Na een uurtje is dat allemaal al in orde, wat afwassen en alles in gereedheid brengen om naar Uzès te gaan.
Zo rond een uur of 10 zijn we uiteindelijk weg naar Uzès. Maurits kent daar zijn weg, we parkeren ergens buiten het centrum en stappen 5 minuutjes tot de Eglise St-Etienne, een grote kerk met grote bogen erin, niet echt om van te verschieten, maar wel een mooi iets om te bezoeken. Via enkele kleine steegjes komen we uit op de Place aux Herbes. Dat is een klein plein in het centrum met overal terrasjes en winkeltjes, best gezellig om iets te drinken en wat rond te wandelen. We stoppen even bij een snoepwinkeltje daar in de buurt, alles hebben ze daar in snoep, van olijven, tot aardbeien en alle andere soorten fruit, groenten, echt wel de moeite, maar we gaan er niet binnen nu. Misschien komt dat er nog van. We zoeken nog even naar de Tour Fenestrelle, maar Maurits weet zonder de kaart in de Michelingids de weg niet. Dan maar zonder toren verder naar Le Pont du Gard.
De weg naar Pont du Gard is bezaaid, precies zoals de rest van de Provence met wijngaarden. Het is best impressionant, om zoveel druivenranken bij elkaar te zien. Op een grote parking plaatsen we de auto, Timo rijdt vandaag en we gaan te voet door het toeristisch centrum van de Pont. Langs de weg reeds zien we de eerste stukken van de brug reeds. Het is niet gewoon een brug over de Gard, maar een ongelooflijk bouwwerk, dat vroeger onder de Romeinen dienst deed als aquaduct. Het is ongelooflijk hoog en ook ongelooflijk breed. Het is gewoon immens. Je moet het gezien hebben op het niveau van de rivier en dan pas wordt het duidelijk wat die Romeinen indertijd gepresteerd hebben. We nemen ook de tijd om langs boven een kijkje te nemen en alle van daaruit eens te bekijken. Ook een prachtig zicht langs die kant. Je ziet langs de rechtse kant de Pont en langs links de Gard verder stromen. PRACHTIG.
Uiteindelijk hebben we toch al snel een uurtje daar vertoeft en genoten van het zicht van de Gard en van de Pont erover. Omdat we vandaag toch al vroeg op waren, maken we het niet laat. We stoppen in Bagnols sur Cèze om te winkelen. We kopen champignons, aubergines, ajuinen en nog wat om ratatouille te maken met pasta. Eens op de camping beginnen we eraan en we kunnen al tamelijk snel eten. Onze Cartouche geniet er ook van, want we hebben ons best gedaan met het eten. Genieten in de voortent met een glaasje rode wijn. Het was wat aan het waaien, dus we aten onder de beschutting van de voortent. Ons eten is nog niet op en we mogen al beginnen dweilen. Het is beginnen gieten, dat het geen naam heeft. In de voortent moeten we dweilen, omdat het water anders te hoog komt te staan en dan hebben we serieuze natte voeten. Zo na een uurtje regenen, donderen en bliksemen, is het al wat minder. Maurits en Timo gaan naar de sanitairblok om te gaan afwassen. We zijn een paar minuten bezig, als het daar terug begint te donderen en te bliksemen. Timo gaat terug naar de tent om Eef te gaan helpen dweilen. Nu duurt het onweer niet zolang als tevoren, een kwartierjte later is het al terug gestopt. We stippelen in de caravan zelf nog de weg uit, voor morgen, drinken nog een pintje en gaan dan tamelijk vroeg slapen. Tegen een uur of 11 liggen we te maffen. We slapen allemaal direct in, want het is een serieus lange dag geweest. Nu enkel hopen, dat het niet te hard meer gaat regenen deze nacht.
Woensdag 18 augustus 2004: Marktje in Goudargues en Orange
Zoals steeds slapen we niet te lang. We konden ook niet, want het heeft tamelijk geregend nog deze nacht. Eef heeft slechts een paar uurtjes geslapen, maar Maurits, Timo en Cartouche hebben goed gesnurkt deze nacht. Timo is als eerste wakker en gaat met Cartouche om brood, te voet naar Goudargues. Hij haalt croissants en stokbrood. Tegen de tijd dat hij met Cartouche terug is aan de tent, zijn Eef en Maurits ook al wakker. De Cèze is serieus opgezwollen en is van een rustig kabbelend stroompje omgevormd tot een kolkende rivier. Het plageke was nergens meer te bespeuren, er waren enkele dikke takken afgerukt van de bomen en een bruine massa water stroomde voorbij. We laten het tot nu toe niet aan ons hart komen, want we hebben droog geslapen. We ontbijten, douchen ons en bereiden ons voor om naar de markt te gaan in het dorpje. We gaan te voet, want er is toch geen enkele plaats vrij om te parkeren. We lopen er wat rond, kopen olie, kruiden, olijven en stoppen even om een pintje te drinken. De Fransmannen zijn niet erg gesteld op de Hollanders, maar kunnen het best vinden met Vlamingen. Goed, hé. Dat is ook logisch met die hoop luidruchtige Nederlanders iets verderop. Gelukkig zijn ze niet allemaal zo!! We zijn na een uurtje of 2 terug op de camping, eten iets en gaan dan verder om Orange te bezoeken.
Nu rijdt Maurits met de Citroën Berlingo ons naar Orange. Via Bagnols sur Cèze, over Rocquemaure naar Orange. Onderweg veranderen de plannen een beetje, want Timo wil langs Châteauneuf-du-Pape rijden. Hji wil daar de wijnranken gezien hebben en het is niet echt ver rond (7km). Het stikt er van de wijnkelders, en het zijn daar echt nog kelders ook. Overal is er de mogelijkheid om te proeven en te kopen, maar we bedwingen ons en kunnen er rondlopen, zonder echt de neiging te hebben om even in zo'n kelder binnen te stappen. We slenteren wat door het stadje, bekijken de restanten van het kasteel en verwonderen ons over zoveel wijnranken, die daar groeien. Ze groeien hier echt op de rotsen en niet in de stevige grond en dat geeft de wijn ook net die typische Châteauneuf-smaak. Na een klein uurtje rijden we verder via een binnenweg naar Orange. We komen in het centrum uit vlak aan de achterkant van het amphitheater. Dit wordt ons eerste bezoek in de stad. We kunnen met Cartouche binnen zonder problemen, krijgen een geluidsbandje mee, in het Nederlands, dat ons alle uitleg verschaft over het theater en over de geschiedenis errond. Hier is het echt de moeite en we nemen er ook onze tijd voor. We lopen daar wel een uur of 2 rond. Het weer is ondertussen ook al terug verbeterd. Het is verschrikkelijk heet in het theater. Het is er echts groots, spijtig genoeg doen ze deze avond een optreden in het theater en zijn ze op het podium alles in gereedheid aan het brengen (licht en PA). De treden van het theater en de muren errond, kortom alles is wederom zo groots en zo immens, dat een mens zich echt klein en nietig begint te voelen. Een mooi uitzicht is het laatste wat we meenemen van het theater, het museum laten we links liggen.
Dan is het tijd voor een terrasje. Timo heeft wat last van de warmte en neemt een cola en de anderen nemen een pint. Cartouche is ook doodop en valt direct als een blok in slaap. Dat doet hij al sinds gisteren, braaf slapen. We hebben er bijna geen omkijken naar. We gaan nog te voet door Orange naar de Arc de Triomphe, een beroemde triomfboog net buiten het centrum. Orange is niet zo groot, zo blijkt, want we zijn er in en klein kwartiertje. Na dit laatste bezoek is het tijd om Orange te verlaten; het zal al laat genoeg zijn, wanneer we thuis komen. Via dezelfde weg keren we terug naar de camping, halen eerst in de Utile in Goudargues nog wat voor het avondeten en zijn tegen 19 uur terug. Dan even bekomen van de reis en kunnen we beginnen met het avond eten. We eten fishsticks met sla en tomaten en patatjes en wassen af. Tegen half negen is alles in gereedheid gebracht om nog wat te genieten van onze avond. We zijn allemaal wel moe, zeker na een nachtrust, die niet zo veel voorstelde. We krijgen berichtjes, dat de Ardèche met ongeveer 7 meter is gestegen. Dat hebben ze in België op het nieuws gezegd. Wederom niet laat gaan slapen na nog wat nagepraat te hebben over de voorbije dagen.
Donderdag 19 augustus 2004: Avignon, Fontaine de Vaucluse en Roussillon
We hadden gisterenavond 2 mogelijke uitstappen uitgekiend. Als het open weer was, zouden we naar de Mont Ventoux gaan, anders zou het Avignon, Fontaine de Vaucluse en Roussillon worden. Als het geen open weer is, kan men op de Ventoux niks gaan doen, dus moeten we eerst naar Avignon. Eef is deze morgen al onderweg geweest naar Goudargues om brood. Na het ontbijt maken we ons klaar om te vertrekken. Het is ondertussen ongeveer half 11. Timo rijdt vandaag en zet goede vaart naar Avignon. We rijden naar het goede weer, want op de camping was het serieus bewolkt. Na een uurtje bollen, komen we aan bij de rempards van Avignon, waar we ons parkeren. Wij onderweg naar het Palais des Papes, het beruchte paleis van de Franse pauzen. We lopen heel de tijd langs een grote laan, die er bijna recht op uitkomt. Het plein is volledig overschaduwd door het paleis, het heeft geen naam hoe groot dit wel is. In het paleis zelf gaan we niet binnen, want Maurits zegt dat het niet echt de moeite is. We bekijken wel snel eens de kathedraal er vlak naast: Notre Dame des Doms. Omdat verder in de tuinen van het paleis honden niet toegelaten zijn, gaan we in 2 keer naar boven om daar goed zicht te hebben op de Pont St-Bènèzet, bekend door "Sur le pont d'Avignon...". Het is echt een mooi zicht, eerst gaan Maurits en Timo en dan komt Eef even naar boven om ook een kijkje te nemen. We hebben het belangrijkste gezien in de stad; we zouden hier nog een volledige dag kunnen rondlopen, maar we gaan nog 2 andere dingen bezoeken, dus moeten we niet treuzelen. We gaan terug naar de auto, drinken snel iets (het is heet in de stad) en vertrekken verder naar Fontaine de Vaucluse. Om de stad uit te geraken, volgen we richting Isle sur la Sorge en het lukt ons tamelijk goed om de juiste richting te vinden. Hier langs de weg nemen we even en pauze, om iets te eten en te drinken.
Via Isle sur la Sorgue rijden we naar Fontaine de Vaucluse. We rijden het dorp helemaal door om daar te parkeren en te voet terug te keren naar het centrum en de Sorgue. Onze Cartouche heeft het al wat warm en moet even afkoelen in het frisse, heldere water. Dan gaan we langs de promenade langs de Sorgue naar boven, naar de eigenlijke bron. Heel de tijd genieten we van het zicht op de rivier en het kristalheldere water. Als er zoveel stroming niet opzat, dan zou je je erin kunnen spiegelen. We lopen door de galerij, waar ze op de oude ambachtelijke manier nog papier maken, het is er koel en je hebt er nog iet bij te zien. Na een half uurtje stappen, komen we aan de bron. We kunnen er niet helemaal bij, want ze zijn er aan speleologie aan het doen nu. We zien er toch genoeg en staan even stil bij de grootsheid van de dingen. Als je even naar boven kijkt, voel je je zo klein; er is een bergwand van een paar 100 meter. De bron staat hoger dan vorige week, toen Maurits hier was met Roel en An, logisch want er is ook een heleboel water bijgevallen. We keren terug naar beneden naar het centrum, drinken iets en nemen de weg naar Roussillon. We nemen de route touristique en komen na een uurtje rijden aan in Roussillon. We rijden voorbij Gordes; misschien moeten we later nog eens terugkomen, om hier nog een paar andere dingen te bekijken. We parkeren ons buiten het centrum van Roussillon en stappen naar boven. We gaan via de kleine straatjes naar de ingang van de "okermijn". Hier staan eeuwenoude rotsformaties in diverse kleuren, van geel over oker naar donkerrood. We wandelen er wat in rond en het laat toch een serieuze indruk na. Het is een prachtige site voor eigenlijk geen geld (2 Euro inkom). Onze Cartouche vindt het natuurlijk prachtig, om in het losse zand te ravotten. Hij komt eruit met precies rode laarsjes aan. We drinken 2 pintjes op een terrasje in het dorp en nemen dan de weg terug naar de camping. We gaan toch terug de weg via Avignon nemen en daar richting Bagnols. We zijn toch al een 90 km van huis en het duurt dan ook toch bijna anderhalf uur, eer we terug op de camping zijn. Timo heeft goed gereden; we zijn alledrie serieus moe van de trip en tegen een uur of half acht waren we op de camping. Daar toegekomen is het eigenlijk te laat om zelf nog te koken. We hebben er trouwens de ingedriënten niet voor. We drinken dan aperitief en bestellen 3 keer steak haché met frietjes en een liter wijn. We laten het ons smaken en keren terug naar de caravan. We willen ons douchen en als we teruggaan, begint het opnieuw te regenen, dat het geen naam heeft. Nu duurt het niet zo lang als de vorige keren en het is na 15 minuten over. Er zijn nog wat pintjes en olijven, die we tot ons nemen en tegen half 12 zijn we allemaal gaan slapen.
Vrijdag 20 augustus 2004: Grotten van Orgnac en de rest tamdag
We staan 's morgens op rond een uur of 8 zoals we hier dat bijna altijd al gedaan hebben. Maurits rijdt met de auto om brood naar het dorpje; de enigen die dat al te voet gedaan hebben, zijn Eef en Timo. We eten een boke en een croissantje, ondertussen al een traditie en dan maken we ons klaar om even een bezoekje te brengen aan L'Aven Orgnac en even winkelen en dan nog wat tammen en de dag is om. Timo neemt de auto naar Orgnac. Via kleine weggetjes komen we er na een klein uurtje aan. We kunnen direct mee met de volgende rondleiding (11 uur) en Maurits blijft buiten. Cartouche mag niet mee, enkel als hij gedragen wordt. We hadden dit al eens een keer gedaan op de IJzertoren in Diksmuide en dat was ons toen eigenlijk niet zo goed bevallen. Nu zou het nog langer duren, dan toen, dus Maurits blijft bij Cartouche.
We kunnen direct mee naar binnen, via een trap met een heleboel treden komen we op een diepte van 125 meter. Dit is de eerste zaal, die we bezoeken, gekenmerkt door vooral stalagmieten; het zijn precies een heleboel pannekoeken, die ze boven elkaar gezet hebben. Prachtig. Hier krijgen we de uitleg van de gids over hoe ze indertijd langs een gat boven (50 meter) zijn kunnen binnenkomen. Daarom is dit een "aven", door de vertikale ingang. De volgende zaal in de grotten is gekenmerkt door gordijnen. Er hangen er een paar naar beneden van enkele meters lang. Dit is een echt schouwspel, het is nu reeds de moeite om 9 Euro inkom te hebben betaald. De laatste zaal is de meest spectaculaire. Daar geven ze na de uitleg een muziek- en lichtschouwspel. Nu zie je dingen meer duidelijk omdat je erop gefocused bent. Achteraan vormen de rotsen een mensengezicht in profiel. Magnifiek.
Na een uurtje rondleiding is het gedaan en gaan we met de lift terug naar boven. Daar staan Maurits en Cartouche ons al op te wachten. Snel iets drinken en dan naar Pont St Esprit om te gaan winkelen. We kopen alles om te BBQ'en vandaag en dan is het na een snel middagmaal tijd om te tammen. De zon staat er niet helemaal, maar het is toch ideaal om toch een uiltje te knappen. Tot een uur of 5 liggen we daar wat te liggen en dan is Timo het al beu en gaat met Cartouche en Eef nog even zwemmen in de Cèze. De stroming is nog altijd te snel om er in te zwemmen. Cartouche wou toch even nat geweest zijn, maar werd door de snelle stroming meegenomen. Voor ons was het in het midden nog maar net te doen, dus voor zo'n klein beestje!! We zijn afgekoeld en dat was het belangrijkste. Cartouche is ondertussen zijn bottekes van Roussillon kwijt. We maken alles klaar voor een BBQ en genieten ervan met volle teugen. Er zijn hamburgers, satés, 2 soorten worstjes en op het einde kippevleugeltjes. Lekker en gezellig. Na het eten wordt het wel wat frisjes en we drinken een glaasje wijn in de voortent van de caravan. Een dagje niksen is ideaal om krachten op te doen voor een iets langere tocht morgen: eindelijk de Mont Ventoux - als het weer het toelaat deze keer. Slapen doen we rond een uur of 12.
Zaterdag 21 augustus 2004: Mont Ventoux en Vaison La Romaine
Opstaan rond het uur van anders, maar nu gaat alles veel vlugger, omdat we snel eten en een picknickje maken. We moeten niet treuzelen, als we de MontVentoux willen doen vandaag; de lucht is helblauw en het moment is aangebroken om de Mont te doen. Als we echter de Ventoux zien, iets voorbij Bagnols, ziet het er niet zo goed uit. We zien een belachelijk grote wolk boven op de top hangen. Eigenlijk is de top helemaal niet zichtbaar op dit moment. We willen geen risico nemen en zeker de beklimming gedaan hebben, ook al bestaat de kans, dat het er spookt boven (zoals Maurits het zegt). Wij dus via Rocquemaure over Châteauneuf, naar Bédarrides. Daar volgen we de weg naar Monteux. Dan naar Carpentras en via Bedoin beginnen we aan de beklimming van de Ventoux. In Monteux hadden we gezien dat de wolk er nog hing, maar de kans zat erin dat ze weg zou trekken, tegen dat wij daar boven zouden komen. Daarom nemen we op een hoogte van ongeveer 1000 even te tijd om te picknicken. Het is eigenlijk nog wat vroeg (11u30), maar anders is het helemaal tot boven eer we kunnen stoppen. Na het eten rijden we verder, samen met een hoop andere mensen, die het met de fiets proberen. Eigenlijk zouden maurits en Timo het ook eens moeten doen met de fiets, maar dan moeten ze eerst hun bierbuikje eraf trainen, want met de fysiek van nu zal het niet lukken. We rijden via de verschillende haarspeldbochten naar boven en plots komen we op een soort maanlandschap terecht. Daar begint het echte werk, voor de durvers en voor mannen zoals Pantani. Tot nu toe is het nog goed te doen qua weer. Er staat verschrikkelijk veel wind en de temperatuur begint ook al wat te dalen. Beneden was het achter in de 20 en hier is het toch al meer rond de 10-15. We passeren het maanlandschap op het gemakske, stoppen nog eens bij het monument van Simpson en doen dan de laatste klim naar de top. Boven stoppen we langs de zuidkant, omdat hier eigenlijk het minste wind is. We nemen de trappen naar boven en gaan naar het hoogste punt van de Ventoux. Hier is het bijna aan het vriezen, tenminste het voelt zo aan en waaien, niet te schatten; je waait net niet om. Maar het compenseert allemaal wel, dat het zo'n prachtig zicht is. Het maanlandschap langs de zuidkant, de eerste toppen van de Alpen in het noordoosten en dan de vlaktes daarvoor in de diepte. Het is een prachtig zicht. Als ik ooit verliefd zou worden op een berg, dan zou het wel deze zijn:
Vive Le Ventoux.
Omdat het hier zo koud is en zo veel wind, blijven we hier niet te lang. Timo zou liever nog wat rond blijven hangen, om te genieten, maar ja dan moet hij maar eens terugkomen. Tijd om naar Vaison La Romaine te rijden. We nemen gewoon de andere kant van de Ventoux en rijden langs daar naar beneden via Malaucène naar Vaison La Romaine. Dat is een oude stad uit de tijd van de Romeinen. We wandelen wat door de straten, kunnen niks bezoeken, want honden zijn bijna nergens toegelaten. De opgravingen trouwens kunnen we vanop de weg ook snel bekijken. Het bekendste van het dorp is de "Pont Romain"; die kunnen we gewoon overlopen en langs alle kanten bekijken. Een ander deel van het dorp is het Middeleeuwse gedeelte. Dat is ook de moeite om door de kuieren, als je eens in de Provence bent. Het is ondertussen toch al tamelijk laat en keren via Orange terug naar Goudargues en de camping. Vandaag is het ook 's avonds kalmaan; het is heel druk geweest vandaag. Morgen is weer een andere dag en gaan we misschien de Ardèche afrijden.
Zondag 22 augustus 2004: De Ardèche
Vandaag willen we toch zeker zijn dat onze Cartouche braaf is, want hij moet auto in en auto uit; vandaag doen we de afdaling van de Ardèche, met de auto, weilswaar. We staan nog steeds rond hetzelfde uur op. Timo gaat met Cartouche te voet om brood, dan wordt die al wat moe en is die niet ambetant onderweg. Niet dat die dat echt al geweest is, maar dat kan nog komen he. Wij dus relatief vroeg (10 uur alreeds) naar Vallon Pont d'Arc om daar te vertrekken om de volledige Gorges de l'Ardèche te volgen tot in St Martin d'Ardèche. Wij rijden zonder veel problemen naar Vallon en daar begint het. De eerste stop is het bekende zicht van de Ardèche: de brug bij Vallon; dat is al een machtig schouwspel. We rijden hoog boven de rivier en af en toe stoppen we om eens van het prachtige uitzicht te genieten. Zo een keer of 20 auto uit en auto terug in, maat het deert niet, want het is echt de moeite. De mooiste stukken zijn die waar de rivier een kronkel maakt en ook de meanders. Ook de bergen waarin we rondrijden zijn best imposant. Het zijn ongelooflijk hoge en steile rotsen; het is beter om hier niet naar beneden te vallen, want dan ben je morsdood. Het duurt 2 uurtjes eer we volledig beneden zijn. Vanuit St Martin d'Ardèche rijden we dan terug naar de camping, waar we eten en wat gaan rusten en genieten van de zon. Het is tamlijk warm en we zijn allemaal al wel een beetje moe, dus da's welgekomen. Na een uurtje of 3 is het tijd om wat af te koelen. Eef en Timo gaan samen met Cartouche naar het strandje iets verderop om wat te zwemmen. De stroming is eigenlijk nog tamelijk snel, dus het zwemmen beperkt zich gewoon tot wat plonsen, maar we raken wel afgekoeld.
Maurits was ondertussen gaan wandelen in 'Les Concluses', maar is onverrichterzake teruggekomen, omdat er legeroefeningen aan de gang waren. In plaats daarvan wandelen we eens naar Goudargues, om een terrasje te doen. We nemen een pastis en daarna nog een grote pint. Tegen dan is het tijd om naar huis te gaan om iets te koken. We eten vandaag gordon bleu met boontjes en gestoomde aardappelen. Na het eten douchen we ons en wassen we af. Dan zitten we nog wat samen te praten en een wijntje te drinken en tegen half 12 gaan we maffen.
Maandag 23 augustus 2004: Tarascon, Les Baux de Provence, Moulin de Daudet
Vandaag rijdt Maurits snel naar het dorp om brood en na het ontbijt zijn we al snel weg. Er staat haal wat op het programma vandaag. We vertrekken reeds om 10 uur en onze eerste stop is in Tarascon. Daar staat een prachtig kasteel langs de Rhône, het is echt een onineembare vesting. We passeren ook langs een mooi kerkje, de église Ste-Marthe. Van hieruit rijden we verder naar St Rémy de Provence, een klein dorpje, bekend om de opgravingen van Glanum en ook omdat Nostradamus hier geboren werd en Van Gogh hier gewoond heeft. We bezichtigen "Les Antiques"; dat bestaat uit een mausoleum en een oude Romeinse stadsboog. We eten hier ook onze picknick, maar tijd om Glanum te bezoeken is er eigenlijk niet. We willen straks nog naar Les Baux en daar moeten we zeker het kasteel bezocht hebben. Wij dus onderweg naar Les Baux. We stoppen op de weg daarheen even langs de weg. Het kleine bergmassief staat hier bekend onder dan naam "Les Alpilles". Het is hier prachtig wandelen en bij elke stap, die je zet, krijg je de geur van kruiden in je neus. We kijken wat rond en vinden er direct een aantal verschillende soorten kruiden. Dan gaat de reis verder naar Les Baux. De auto's staan hier al een paar kilometer in langs rijen langs de weg; er zal wel wat volk zijn. Les Baux heeft een prachtige ligging, het ligt boven op een eenzame rots en helemaal op de top staan de ruïnes van een Middeleeuws kasteel. We parkeren ons even buiten het centrum, want daar zijn alle parkings te betalen. Maurits kent daar de weg en weet waar we kunnen staan zonder parkeergeld te betalen. Dan gaan we te voet naar het dorp zelf, een wirwar van kleine straatjes vol met winkeltjes. We kopen hier vanalles voor onszelf en voor mama Linda. We bezoeken het kasteel; da's echt wel de moeite om eens gezien te hebben, zowel qua geschiedenis, als qua uitzicht. Je krijgt een volledige uitleg via een audiophone te horen, die gratis ter beschikking wordt gesteld. Na het bezoek van ongeveer een uur, ontmoeten we Maurits terug bij de uitgang. We drinken even iets op het terras, kuieren nog wat rond door de straatjes en vertrekken naar de laatste stop voor de dag: Le Moulin de Daudet.
We maken een kleine omweg naar Fontvielle. Het enige wat daar eigenlijk te zien is, is een molen. Deze molen was de inspiratie voor Daudet voor het schrijven van zijn "Lettres de mon Moulin". We stappen er even naartoe, bekijken de molen en vertrekken terug naar de camping. Het is al 5 uur en we moeten nog een dik uur bollen en onderweg in Bagnols nog stoppen om te winkelen. Tegen een uur of half 8 zijn we klaar om iets te eten. Timo had voorgesteld om snel iets te eten op de camping. We eten elk een steak haché, één kom sla met een fles landwijn. We babbelen nog wat, drinken een paar glaasjes wijn en gaan kort voor middernacht slapen.
Dinsdag 24 augustus 2004: Rustdag
Vandaag was het normaal de laatste dag voor Maurits in de Provence en zouden wij gaan kajakken. Nu heeft het weer daar anders over beslist. Het heeft deze nacht weer veel geregend en als we opstaan is het nog bezig. De weergoden hebben ons eigenlijk al goed in de steek gelaten. Het heeft al een paar keer hevig geregend, geonweerd en de temperatuur is goed, maar niet echt heet zoals het hier normaal deze tijd van het jaar is. Maar swat, we kunnen daar toch niks aan doen, dus het heeft geen zin om erover te zagen. We kunnen niet gaan kajakken, dus rijdt Maurits vandaag al naar huis. Timo heeft een kater van de wijn van gisteren en Eef en Maurits laden de auto in om hem te kunnen laten vertrekken. Iets voor 11 uur is hij weg en blijven wij ons gedrieën alleen nog over. We verhuizen al onze spullen van onze tent naar de caravan en proberen er het beste van te maken. Eef krijgt het even moeilijk met Maurits die vertrekt en het weer dat ook op geen botten trekt. We nemen nu een beslissing: als we nog 2 dagen slecht weer hebben, pikken we de caravan aan en rijden we naar huis. Hopelijk is dit een serieus dreigement en komt de zon erdoor, zodat we toch nog van onze 3 weken verlof kunnen genieten. We lezen een beetje de krant en schrijven aan ons dagboek, zo tot een uur of 4. Tot dan ook is het de hele tijd aan het regenen, maar er komt een goed zicht op de zaak: het zonnetje komt erdoor, wel heel waterig, maar het is toch iets anders dan regen. We beginnen de tent van Roel en An af te breken zo rond een uur of 5. We dachten dat dat effe rap in orde ging komen, maar dat was dik tegen onze rekker; we hebben er al rap twee uur werk mee. We hebben het wel goed gedaan natuurlijk, dus ze mogen content zijn. Alles is proper, behalve de plastieken die er onder lagen. Dat was er echt te veel aan. Zo rond de zevenen beginnen we dan toch al honger te krijgen. We hebben niks in huis om te koken en we hebben er geen zin in, dus gaan we uit eten. We gaan te voet naar het centrum en daar in Café de France eten we elk een pizza. Eef neemt la Sicilienne en Timo le Catalane. We wisselen af en toe een stukje uit en het smaakt echt wel goed. Dat is dan een goede afsluiter van eigenlijk een relatief slechte dag. We zijn er een beetje bovenop als we terug op de camping komen. We douchen ons apart nog, babbelen nog wat met een pintje en gaan om half elf slapen, wel heel vroeg, maar deze dag mag niet te lang duren. Slaapwel en hopelijk morgen beter.
Woensdag 25 augustus 2004: Nîmes en La Rocque sur Cèze
Vandaag ziet het weer er al weer veel beter uit en wij voelen ons al veel beter ook. We slapen uit tot bijna 9 uur en beslissen dan te vertrekken om Nîmes te bezoeken. Ontbijten, ons wassen en alles in de auto en tegen half 11 zijn we weg. Eef rijdt nu met de auto, recht door Bagnols en dan de N86 tot in het centrum van Nîmes. In een ondergrondse garage zetten we de auto, vlakbij de arena. Cool. We stappen buiten uit de garage en we zien een hele hoop soldaten passeren. Misschien gasten, die op missie vertrekken of van één terugkomen. Geen idee eigenlijk, wel een heleboel lawaai, met fanfare en al. Onze Cartouche vindt dat niet echt tof, maar ze zijn vlug gepasseerd. We wandelen rond de arena, want de ingang is langs de andere kant. We gaan binnen - geen probleem met de hond (vive la France) - en komen direct in het laagste deel van de arena uit. We wandelen een beetje rond op deze hoogte, maar willen ook hoger, dus zoeken we de weg naar boven. We moeten de buitenste ring van de arena nemen om dan via grote, brede trappen naar boven te kunnen gaan. Cartouchke vindt het echt cool; als er maar trappen zijn, direct racet hij naar boven. Het zicht daarboven is ook wel de moeite om zoveel treden te doen. Het is verrassend, dat het gebouw nog zo intact is gebleven. In Tunesië was er ook één in El Jem, maar als we deze zien, verwatert die toch een beetje. Na een uurtje hebben we het gezien en moeten we naar de volgende grote attractie van de stad Nîmes: Maison Carrée. We volgen de grote boulevard van de arena naar de andere kant van de stad. Onderweg moeten we Maison Carrée tegenkomen. Plots staat een ongelooflijk prachtig gebouw voor onze neus. Het zijn deze keer geen brokken, het is een tempel in volle glorie. Blijkbaar een van de weinigen, die zo goed bewaard is gebleven. Prachtig gewoon. We bekijken het langs alle kanten, gaan vlug even binnen en nemen dan de kleinere straatjes recht door het centrum van Nîmes. We komen aan de andere kant van de stad aan een soort ringweg. Daar prijkt de Porte Augustinus, een oude Romeinse toegangspoort tot de oude stad Nîmes. Vlak daarbij staat ook een kathedraal. Eef neemt hier even de tijd om iets te eten te halen en we eten elk een smos tonijn vlak tegen de kathedraal. We vinden het nu welletjes geweest in de stad en beslissen om terug te rijden naar huis. Het is weliswaar nog maar 14 uur, maar om de andere dingen in de stad te zien, moeten we nog een eind buiten de stad en dat doen we niet. Wij dus terug naar Goudargues. Nu rijdt Timo op de weg terug en na een uurtje zijn we voorbij Bagnols. We hebben nog de tijd om La Rocque sur Cèze eens te bezoeken en doen dat dan ook. Over de oude brug naar de parking en dan te voet verder naar Les Cascades de Sautadet. Een prachtig schouwspel van de natuur. Een waterval, die heel breed begint en iets verder zich in de Cèze stort met een overweldigende vaart. Als je bovenaan erin tuimelt, ben je morsdood, als je beneden komt.
Onze Cartouche is verfrist - ah ja die moest er toch snel even in plensen - Eef is ook verfrist - ze had een beet op haar voet en heeft even door de Cèze gewaad. We moeten ook eens door het dorpje La Rocque zelf gewandeld hebben en we nemen dezelfde weg terug via de parking naar boven. Ze willen er zelf de authenticiteit van behouden, want er mogen buiten bewoners geen auto's komen. Wij gaan dus gewoon te voet naar boven. Een mooi rustiek dorpje met een mooie oude kerk (1883), maar niet om er uren te lopen. Wij nemen dan de auto terug naar Goudargues, winkelen in de Utile, posten nog de laatste kaarten en gaan terug naar de camping. De zon is even weg, dus de plannen om te gaan zwemmen in de Cèze worden opgeborgen. Misschien morgen of overmorgen. De bewolking blijft echter niet duren, want na een uurtje klaart het opnieuw uit en schijnt de avondzon nog lekker warm. We koken vandaag zelf. Timo heeft al een aantal dagen zin in spaghetti, dus dat wordt het ook vandaag. Daarna nog wat genieten van de vooruitzichten voor morgen en gaan maffen. Als het weer het toelaat, zitten we morgen in Aigues-Mortes en in de Camargue, een droom voor den T qua vogels en wilde dieren. Hoop doet leven.
Donderdag 26 augustus 2004: Aigues Mortes en de Camargue
Vandaag is het vroeg opstaan, want we hebben een heleboel kilometers voor de boeg; het zijn er nog een aantal meer dan gisteren naar Nîmes. Nu komen er nog een 50-tal bij. Dus tegen een uur of 9 's morgens zijn we al weg. Eef rijdt, want er is beslist dat Timo met de caravan naar huis moet rijden. Om hem nu dus een beetje te sparen rijdt zij. Helemaal dezelfde weg terug richting Nîmes en daar verder de route nationale naar Montpellier om enkele kilometers voor Montpellier kleinere wegjes te volgen naar Aigues Mortes. Daar moet je zeker geweest zijn, als je de Camargue bezoekt. Net buiten het centrum parkeren we de auto (zonder te moeten betalen) en we gaan te voet naar de rempards, die de hele stad nog omwallen. We wandelen door het kleine ommuurde centrum en drinken op een gezellig terrasje op een tof pleintje een koffietje. Buiten de gezelligheid en de rempards is er niet veel te zien, dus na een uurtje zijn we ook weg. We rijden recht van daar naar het "Parc Ornithologique", om daar een wandeling te maken en te picknicken. Ze hebben hier een bordje hangen, dat hondjes niet toegelaten zijn. Wij dus naar het info-centrum ernaast, waar we wel met de hond binnen mochten. Wij eerst gepicknickt vlak naast het bureautje, want we hadden al honger. Het stikt hier van de muggen, Eef vindt dat niet echt leuk.
Wij rijden tegen beter weten in naar Saintes Maries de la Mer. Daar toegekomen, maken we direct dat we er weg zijn. Het is ongelooflijk druk en geen botten te zien. De dijk loopt bomvol volk, niets voor ons dus. Trouwens wandelen in de Camargue is geen optie, want Eef staat nu al vol muggenbeten. Wij rijden dus via een kleine departementale terug richting noorden en slaan op deze weg een klein zandweggetje in. Hier krijgen we tenminste de echte Camargue te zien. We zien grote plassen met overal flamingo's, koereigers, meeuwen (veel soorten), ijsvogels, echt een paradijs voor Timo en zijn vogelliefhebberij. We moeten na een paar kilometer terugkeren, want de weg loopt hier dood, tenminste voor auto's toch. We genieten hier nog wat van het uitzicht, echt maf hoe vlak het hier is en op de achtergrond staat de Mont Ventoux te dreigen. Dan maar de terugweg aanvatten. We rijden via een paar kleine departementals helemaal rond het reservaat "Plaine de la Camargue" en komen dan uit op nog een laatste zichtpunt op het reservaat. Op de weg daarnaartoe komen we nog een groep wilde stieren tegen en enkele wilde paarden. De Camargue is eigenlijk daarvoor gekend. Echt wel prachtig. Het is ondertussen ook al iets na drieën en we moeten nog anderhalf uur naar huis, dus we vatten de definitieve terugweg aan. Om niet de 2de dag op rij dezelfde weg helemaal te moeten doen, rijden we van hieruit naar Arles, zo naar Tarascon, Beaucaire, Remoulins, Bagnols en dan naar Goudargues. Tegen bijna 5 uur zijn we terug op de camping. We zijn nog even gestopt in het Utilleke voor eten voor vandaag en morgen. Vandaag eten we spekjes met kaassaus en pasta. Morgen wordt het steak hâché en aardappelen, en gestoofde wortelen. We nemen nog even de tijd om de vermoeienis van de hele dagreis (toch weer 300 km) van ons af te spoelen in de Cèze en kunnen beginnen aan het eten. Na het eten afwassen en douchen en dan nog wat nababbelen over onze reis tot nu toe met een pintje in de hand, lekker gezellig. Vandaag was het goed, hopelijk komt er morgen nog een even goede dag.
Vrijdag 27 augsustus 2004: Les Concluses en tammen op de camping
Vandaag is het iets langer slapen dan anders, het is pas 9 uur, eer we uit onze tram (lees: caravan) komen. Vandaag staan er 2 dingen op het programma: een wandeling in "Les Concluses" en gewoon wat tammen. We vertrekken voor de wandeling zo rond een uur of half elf. Eef rijdt naar daar na het ontbijt en we vinden ter plaatse tamelijk snel de parking. We nemen een wegje dat van de parking wegloopt naar boven - dan kunnen we straks terug naar beneden komen. Het padje zou na +/- 1 km moeten uitkomen aan "Le Portail". Na ongeveer 2 km lopen nog geen portail te zien. We nemen dus het eerste baantje naar rechts en keren via de gewone weg terug naar de parking. We hebben dus al een km of 5 gestapt, maar nog niks gezien van de opgedroogd bedding van een rivier. Wel een mooie, rustige wandeling gemaakt, maar dat was niet alleen de bedoeling, hé. Wij via het kleine steile weggetje naar beneden en komen na een km aan bij de uitgedroogde bedding van een klein riviertje. Het enige dat er staat is hier en daar een plas met wat torren, kikkers en visjes. Het is wel een mooi zicht om eens te zien hoe een rivier zich eigenlijk door en onder en tussen de rotsen slingert. Cartouche moet natuurlijk weer gezwommen hebben, anders is hij niet tevreden. Wij dus terug dezelfde kleine weg naar boven en met een natte hond de auto in. Terug op de camping snel iets eten en de krant lezen in de zon. De lucht is hemels-blauw en de zon brandt tegen 100 in d'uur. Daarvoor zijn we naar hier gekomen, se. Goed, hé alle nattigheid van de voorbije week is al vergeten. We werken een beetje aan onze kleur; de mensen moeten toch weten, dat we 3 weken in het zuiden hebben gezeten. Na het uurtje zonnen moeten we wat verkoeling zoeken. Die vinden we aan de andere kant van de Cèze. Cartouche plonst wat in het water en wij doen hetzelfde. We hebben ons net achter een kleine heuvel gelegd, zodat we niet te veel gestoord worden door andere Cèze-gasten. Daar houden we het toch vol (zwemmen, opdrogen, snorkelen, zwemmen, opdrogen,...) tot een uur of 17 en houden het dan voor bekeken. Eef heeft een beetje last van verbranden van de zon, dus het is ook tijd om uit het water en de zon te blijven. Wij gaan te voet naar het dorpje; Eef heeft al een tijdje zin in een crème, net dezelfde als Betty genomen had vorige week. We komen er toe en niks is open: ze serveren maar vanaf 19 uur, raar hé. We informeren ons ook, hoe het zit met Cartouche als we willen canoën; geen probleem, dus dat doen we morgen. Dus zonder crème en zonder eten terug naar de camping. We stoppen nog eens snel het het Utilleken voor sla en een komkommer en vandaag eten we gestoomde aardappelen met steak hâchée, sla, tomaten, komkommer met overheerlijke vinaigrette erbij. We laten het ons smaken. Na het eten afwassen, het is niet veel, dus Eef doet dat het alleen. Dan praten we nog wat en drinken nog een pintje en al vroeg op de avond (tegen 23 uur) houden we het al voor bekeken en gaan we pitten. We mogen zeker niet te moe van de reis terugkomen.
Zaterdag 28 augustus 2004: De Cèze afvaren en wederom tammen
Vandaag gaan we de grote stap wagen. We hadden ons als iedereen hier was opgeofferd om te wachten bij de honden, terwijl zij gevieren konden gaan canoën. Nu is het onze beurt. We hebben lang genoeg gewacht. We staan weeral niet te laat op; Timo rijdt om een krant, een baguette en om 2 koffiekoeken. We ontbijten op het gemakske en lezen onze krant. Timo leest het sportgedeelte van A tot Z en Eef het gewone "nieuws" gedeelte. Veel nieuws is dat niet, want enkel de krant "Het Laatste Nieuws" heeft de uitgave van de dag zelf. Omdat het morgen zondag is en er eigenlijk bijna geen winkels open zijn dan, moeten we snel nog wat inkopen doen; eten voor vandaag, morgen en een beetje beleg voor de boterham. Eef rijdt naar Pont St Esprit en Timo gaat een uurtje wandelen met Cartouche, naar Frigoulet. Dat is de andere kant op als je de camping verlaat, i.p.v. naar Goudargues, naar Frigoulet, weinig te zien. Tegen 12 uur zijn we klaar om naar Cèze Canoing te gaan, om vandaar te vertrekken voor een tochtje van 7 km. We wandelen ernaartoe, kunnen direct vertrekken. Onze Cartouche heeft eigenlijk niet veel zin, want hij is al een beetje moe van de lange ochtendwandeling. We kopen eerst nog een wegwerpcamera, want het zou zonde zijn, als het goede fototoestel in het water zou vallen of zou nat worden. Dus voor deze gelegenheid specifiek een camera gekocht. En dan met één kano, één vatje waar alles in moet, één hond, één vrouw, één man, 2 reddingsvesten en 2 peddels wijle weg. Eerst zat Cartouche achteraan bij Timo, omdat daar eigenlijk het meeste plaats was. Hij hapt om de 5 seconden naar het water en al tijdens het eerste kwartier steekt hij er volledig in. Hij springt van links naar rechts en plonst pardos in de Cèze. Bij de eerste versnelling raken we al vast, dus da's al een kleine ramp en we zijn nog maar een half uur weg. Daarna betert het; Eef pakt Cartouche bij haar vooraan in de boot, zodat hij het gespat zo niet ziet en Timo zorgt voor het roeien en het sturen. Alles OK. Bij één stroomversnelling was Timo een beetje te laat om te sturen en we raakten verstrikt in takken, maar zonder erg. We stoppen een keer of 3 en drinken dan eens. Een geluk dat we effectief water hadden meegebracht, want het is serieus warm vandaag. Na een uur of 3 varen, komen we aan bij de aankomst 'Cazernau'. Daar staan ze ons al op te wachten en voeren on direct terug met een busje. In Goudargues nemen we de tijd om ons proper te maken en genieten we van een ijsje (waar Eef al zolang op wachtte), 2 Hoegaerden en een pintje. Cartouche is doodop en ligt op een richeltje langs het water te maffen. Als we genoeg genoten en gerust hebben, keren we terug naar de camping. Daar krijgen we alledrie een aanval van moeheid en vallen in slaap. Eef ligt in de hangmat wat te rusten, Timo op de luchtmatras en Cartouche bij Timo ergens tussen zijn benen. Als we wakker worden is het al 19 uur en tijd om te eten. Timo kookt de rijst en steekt de BBQ op gas aan. We eten vandaag kip (een hele) met sla, komkommer (overschot van gisteren). Het smaakt ons zo, dat we het hele kippetje met ons drieën oppeuzelen en de 2 zakjes rijst ook bijna helemaal. We hadden enkel deze morgen iets gegeten, deze middag eigenlijk zo goed als niks, behalve 2 koekjes. s' Avonds is het nog tijd om af te wassen, te douchen, een pintje te drinken en te gaan maffen. We moeten nu Maurits weg is, beide apart gaan douchen, omdat er altijd wel iemand bij onze Cartouche moet blijven. We schrijven het dagboek en kruipen relatief vroeg onder de dekens. Hopelijk heeft Eef niet te veel last van haar verbrand en Timo niet te veel last van zijn spieren van het roeien vandaag. Hij heeft er soms nogal lappen op moeten geven.
Zondag 29 augustus 2004: Village des Bories, Gordes, Sénanque
Vandaag is het hetzelfde ritueel als anders: rond half 9, 9 uur opstaan, de ene rijdt naar de bakker, terwijl de ander koffie zet en de ontbijttafel klaarmaakt. Terug 2 baguettes en een croissant en een koffiekoek. Voor de rest is er bijna elke dag kaas (emmental), confituur, melk (enkel voor bij de koffie), kalkoenfilet fijn gesneden, komkommer, tomaten, mayonaise, ketchup. Keuze genoeg dus eigenlijk. Er was nog choco ook, 2 soorten zelfs, maar den T moet dat niet hebben, die eet nooit choco, thuis ook niet. Het weer is goed en we maken ons klaar voor de voorlaatste uitstap. Het altijd lange rijden begint ons stilaan de keel uit te hangen. Als we op een Grieks eiland al eens 300 km gereden hebben over een heel verlof om dingen te bezien, dan is dat al veel geweest. Nu rijden we elke dag 200 km en meer. We zitten dan ook al snel enkele uren in de auto. Tot nu toe zitten we al (met de heenreis erbij) aan 2500 km die we met de V40 gereden hebben. Ik reken dus de kilometers niet mee, die Maurits met de Berlingo nog gedaan heeft (zowat 400 km). Swat, tegen een uur of half elf zijn we op weg. Onze eerste stop zal Villages des Bories zijn, een oud dorpje uit stenen gebouwd, zonder enige vorm van cement of mortel te gebruiken. Het dorpje ligt een paar km voor Gordes, waar we later op de dag zullen naartoe rijden. We volgen een heel klein wegje (bijna een padje); als er nu een tegenligger komt, moet er één van de 2 achteruit. Gelukkig hebben de Fransen dit enkele richting gemaakt, zodat er geen tegenligger kan komen. Village des Bories dus. We moeten inkom betalen (5.50 Euro), wat eigenlijk niet min is, maar het is wel eens aangenaam door de huisjes te lopen. Oud, t'is te zeggen, tot een 150 jaar geleden woonden hier nog mensen. Er zijn woonsten, geitenstallen, varkensstallen, werkhuizen, alles bij elkaar. De huisjes zijn gewoon opeengestapelde platte stenen, zonder meer. Het is wel echt straf, dat die zo blijven staan. We wandelen daar een half uurtje rond en rijden dan verder naar Gordes.
We rijden recht het centrum in, zo groot is het daar dus niet. We kunnen weer niet gratis parkeren. De Fransen hebben er een sport van gemaakt alle parkings in de buurt, van waar er iets te zien is, betaalparkings te maken. Hoe ze het doen, niemand die het weet, maar overal moet je betalen, zelfs niet weinig soms: hier bijvoorbeeld 3 Euro. Op de parking nemen we het dekentje van Cartouche en zetten ons erop neer, om iets te eten. We hadden deze morgen 2 halve baguettes gemaakt met kaas en kalkoen en mayo. Dat met wat water, limo en tonic (voor Eef) en het smaakt ons. Ze zeggen altijd; honger is de beste saus. We bezoeken het stadje even, er is een burcht, een mooi zicht over de velden en toffe straatjes om in te kuieren. Gordes ligt op een berg en even buiten het stadje is het mooi om te zien hoe het stadje daar ligt. Best mooi. Allemaal goed, maar langer dan anderhalf uur blijven we hier niet. Eef heeft wat last van de hitte (het is wel 80° vandaag) en het is nog een hele trip terug. We moeten ook nog even langs Sénanque. We vertrekken uit Gordes en nemen de weg naar de abdij van Sénanque. Dat is een hele steile weg, waar je soms uit de weg moet voor een tegenligger. Af en toe - om de paar 100 meter - zijn er een soort pechstroken gemaakt, zodat men opzij kan, als er effectief een tegenligger komt. De abdij ligt daar heel mooi tussen de velden lavendel, wijnranken en bossen, in het midden van een vallei. Echt prachtig om te zien. Dit is een abdij van de Cisterziënzers, net zoals de paters van Bornem. We mogen niet binnen met de hond, dus we lopen er 10 minuutjes rond en maken dan de reis terug naar Goudargues. Tegen een uur of 17 komen we aan op de camping, best moe, want we hebben weeral 200 km in de wielen, we douchen ons en maken ons klaar om te gaan eten. Dat hebben we eigenlijk nog niet dikwijls gedaan hier, maar nu het op zijn einde begint te lopen, moeten we er toch eens tijd voor maken. Vandaag dus, bij La Cantonnade in het centrum. We nemen elk een slaatje als voorgerecht, Salade Niçoise (T), salade Mediteraine (E), dan als hoofdgerecht truite aux amandes (T) en Tagliatelli au Saumon (E). Daarbij drinken we een flesje wijn van een lokale wijnboer. Château Nabor enkele km op de weg van Goudargues naar Bagnols. Het heeft ons gesmaakt. Het is al serieus donker als we te voet terugkeren naar de camping, drinken nog een paar pintjes bij kaarslicht en gaan tegen middernacht slapen.
Maandag 30 augustus 2004: Wijn degusteren in Vacqueyras en Mont Ventoux
Timo wil per se de Mont Ventoux nog eens doen, nu hij hier toch is. Het ziet er goed weer uit deze morgen in Goudargues, dus we gaan het erop wagen. We hebben nog steeds geen wijndegustatie gedaan en we zijn hier toch al meer dan 2 weken, dus het wordt stilaan tijd. Die 2 dingen samen op één dag, moet kunnen. We vertrekken redelijk vroeg en rijden recht naar Vacqueyras, zoals bij alles wijndorpjes in de Provence wordt ook dit getypeerd door wijnranken en druiven, druiven en nog eens druiven. Het is echt bangelijk hoeveel druiven en wijngaarden er hier zijn. We lopen een beetje rond in het dorp, dat eigenlijk niet veel voorstelt en na kort overleg gaan we binnen bij "Arnoux & Fils". Daar komen we ook een Waalse "klisoor" tegen, die daar zijn botten komt vullen. Wij houden de goede naam van de Vlamingen hoog en doen het iets deftiger en gedistingeerder. We proeven een vijftal verschillende wijnen, soms dezelfde wijn van een ander jaar. We vertoeven er toch al snel een uurtje en genieten van de wijn, die echt wel lekker is. Er springt er duidelijk eentje uit: "Cuvée Du Seigneur De Lauris". Andere Vlamingen waren er ook komen proeven (volgens het gastenboek) en vonden die ook bangelijk goed. Wij kopen er 6 flessen van en nog eens 6 Cuvée Vieux Clocher. Bij aankoop van zoveel lekkers, krijgen we er natuurlijk eentje gratis bij. Dan is het tijd om eens verder te rijden. We laden de wijn in en we zijn weg naar de Ventoux. We komen nu langs de andere kant de Ventoux opgereden. Dat is ook eens leuk, dan hebben we het langs de 2 kanten gezien. Onderweg passeren we nog iets dichter dan de vorige keer bij "Les Dentelles de Montmirail" en eten daar langs de weg onze picknick. Een uurtje later zijn we al naar omhoog aan het rijden, de Ventoux op. Deze keer is het veel beter weer dan de eerste keer, toen we samen met Maurits naar boven zijn gereden. Keitof. Het geeft toch een speciaal gevoel, die Ventoux. Voor Eef is het nu ook een beetje toffer, want het zonnetje schijnt en dan vindt zij het zelfs de moeite. Niet zo graaf als Timo, maar ze is toch al met plezier meegekomen. Nu blijven we toch anderhalf uur boven op de top en genieten van het mooie weer en het mooie uitzicht. Daarna is het tijd om terug te rijden naar de camping. Na opnieuw anderhalf uur rijden, zijn we terug in Goudargues; we kennen ondertussen onze weg al keigoed daar in de Provence. We winkelen nog snel in Bagnols en keren terug om nog wat uit te rusten en het eten klaar te maken. We zijn opnieuw tamelijk moe, omdat we ook weer vandaag bijna 300 km gereden hebben. Niet extreem veel in Frankrijk, maar voor ons is het toch een heel eind. We zijn moe van alles wat we gezien hebben en gaan tamelijk vroeg slapen in de caravan.
Dinsdag 31 augustus 2004: Uzès en tammen op de camping
De eerste keer dat we in Uzès kwamen, waren we ervan overtuigd dat we eens zouden terugkomen naar dit gezellige stadje. Awel, die dag is vandaag aangebroken. We gaan ons niet te moe meer maken, want binnen een paar dagen hebben we een serieuze reis voor de boeg; de eerste keer met een caravan van het Zuiden komen, we hebben er alletwee toch een beetje schrik van. Soit, we gaan nog niet vooruitlopen op de situatie en wat rondlopen in het stadje. We kennen onze weg al en weten nu ook waar we moeten parkeren. We drinken iets op het gezellige pleintje, nemen er een soort van tapa's bij en kijken wat rond naar de mensen en alles en iedereen dat daar passeert. Langs de winkeltjes even passeren en één springt eruit; de "Cure Gourmande". Dat is de winkel waar ze allerlei zoetigheden verkopen, allemaal in speciale vormen. Er zijn hier fruitsoorten te koop van gewone appels tot dadels en vijgen, allemaal in snoep, echt wel eens de moeite om te zien. We zoeken nu ook de toren, omdat Maurits de vorige keer zijn weg niet goed meer wist, maar nu moeten we die toch vinden. En inderdaad, net achter een hoek, waar we de vorige keer ook geweest zijn, vinden we de toren, wandelen er wat rond en ook nog wat verder in de stad op plaatsen, waar we nog niet geweest zijn. Als laatste wapenfeit in Uzès gaan we een Spar binnen om nog een aantal inkopen te doen. Dan terug naar de camping en het is tijd om nog een beetje te zwemmen, te tammen en te rusten, vooraleer we aan de grote schoonmaak beginnen. Het is nog niet laat en het weer is ideaal om een zwemmeke te plasseren in de Cèze. We waden naar de overkant, waar het veel rustiger is dan aan de kant van de camping zelf. We liggen daar op ons gemak, lezen een boek en plonsen een beetje in het water. Timo en Cartouche gaan eens iets verder op verkenning en daar is een stukje warmer en kalmer water. Zoals gewoonlijk is het toch van relatief korte duur, na een uur of 2 hebben we het gezien en gaan terug naar de plaats. We bereiden ons voor op het avondeten en na het eten gaan we nog eens te voet naar Goudargues. We genieten langs het water van een grote pint en al tamelijk vroeg zijn we een beetje moe en gaan we dan ook slapen. Het verlof begint nu stilaan op zijn einde te lopen, maar we hebben hier alles gezien en het enige wat ons rest is alles inpakken morgen en donderdag een lange reis naar huis ondernemen, om alles compleet goed te maken.
Woensdag 1 september 2004: Grote opruimdag
De laatste dag in Goudargues. We gaan er eigenlijk weinig van kunnen profiteren, omdat alles opgeruimd moet worden. We willen namelijk morgen vroeg in de ochtend vertrekken om tegen de avond terug thuis te zijn. Eerst alles uit de tent opruimen. Wat we niet in de auto steken, moet onder het tafeltje van de caravan liggen. We proberen zo weinig mogelijk in de auto zelf te leggen, om ervoor te zorgen dat de Volvo niet te veel op zijn gat gaat hangen. De voortent is tegen de middag eigenlijk al afgekuist, opgerold en in de caravan gelegd. We zitten nog steeds op schema. Even pauzeren, een klein beetje eten en dan kunnen we aan de rest beginnen. We doen alles relatief snel en tegen een uur of 3 in de namiddag is alles in orde, of toch het meeste al. We vinden van onszelf dat we een kleine rustpauze verdient hebben en gaan wat socializen met onze buren. Dat zijn mensen van de kanten van Mechelen. We babbelen een beetje en drinken er een pintje bij. Die mensen kennen blijkbaar Jos van naast Betty en Maurits goed. Wat een kleine wereld. Daarna moeten we nog slechts een klein beetje doen en om 7 uur zijn we gelaarsd en gespoord om onze laatste avond in te zetten in Goudargues. We hebben gereserveerd in "La Cantonnade" langs het riviertje in het centrum. We genieten er in alle rust van onze maaltijd en kunnen terugblikken op een geslaagd verlof, als we nu nog heelhuids terug kunnen keren naar Sint-Amands. De laatste avond kunnen we nog efkens buiten zitten, maar dan begint het te regenen. Eventjes maar, want dan kunnen we al terug buiten zitten. Onze laatste natjes en droogjes en morgenvroeg is het tijd om terug te rijden naar België.
Donderdag 2 september 2004: Terugkeer naar België
's Morgens vroeg opstaan, zo rond een uur of 7, we maken ons klaar en pikken de caravan aan. We hebben gisteren alles zo klaargezet, dat we gewoon de caravan moeten aanpikken en kunnen vertrekken. De afrekening is gisteren in de namiddag al gedaan, dus we kunnen zo weg. Onze buren komen ons uitwuiven en wensen ons een goede reis. Dat zal wel lukken zeker; Voilà, en wijle weg. We nemen identiek dezelfde weg terug, als toen we gekomen zijn. We vertrekken wel in de plensende regen, we moesten zelfs even schuilen, vooraleer we de caravan konden aanpikken. We rijden via Goudargues en Bagnols terug naar de autostrade naar Lyon. Alles loopt vlot. We hadden in het heenrijden eigenlijk weinig problemen om door de stad zelf te rijden, dus dat proberen we opnieuw. Langs deze kant zijn er natuurlijk wegenwerken en wat denk je. Timo is één seconde te laat en we zijn de stad binnen. Shit! Even een klein beetje paniek, maar die verdwijnt direct als we een pijl zien met 'Toutes Directions' op een rond punt. Een geluk, want anders begin maar, hé, met een caravan de stad in. We waren snel de autostrade terug op en we konden verder. Oei, nu moeten we terug péage betalen. Het is de moeite niet, we zitten goed en het heeft ons slechts 1,25 Euro gekost. Voilà, we zijn terug op weg, ons eerste stressmoment zit er al op. De rest van de reis verloopt goed. We kunnen constant 110 km/uur rijden en doen dat dan ook. Geen probleem met de auto en ook niet met de wegligging van de caravan; we zijn goed bezig. Dan komt er toch nog 1 stressmoment, maar dat was ook vlug vergeten. Er rijdt een auto naast ons op een invoegstrook, een 40 km/uur trager dan wij. We kunnen niet naar rechts want daar rijdt ook iemand. Timo blijft dus gewoon rijden, want er is nog meer dan een km invoegstrook. Dik OK, tot die ene zot denkt dat hij naar links moet om in te voegen. Timo lijk zot op de rem en zelfs de caravan piept mee. Timo wel een minuut lang op de claxon, maar al bij al valt het nog me. Op minder dan een halve meter kan die andere auto terug afstand nemen. Voor de rest zonder kleerscheuren naar huis kunnen rijden. Een bemerking: je merkt het perfect als je België binnenrijdt. Het begint te daveren en te doen door de slechte toestand van de weg. Al bij al zijn we nog snel terug thuis, tegen half 8 's avonds kunnen we al ons avondeten krijgen bij Betty en Maurits. Een goed einde aan een goede reis, vakantie.