Vrijdag 5 augustus 2011: Zeelandbrug & Scharendijke Le Serpent
Iedereen heeft vakantie genomen om vandaag vrijdag vijf augustus op tweede duikweekend te vertrekken. Vorig jaar hadden we dit al eens gedaan (link: verslag), we logeerden toen in Scharendijke in De Kabbelaar. Omdat het zo'n succes was vorig jaar doen we dit opnieuw. Hetzelfde hotel, enkel een weekend later dan vorig jaar. De reservatie was al een hele tijd geleden gebeurd en iedereen keek er enorm naar uit om nog enkele duikjes te doen in de Oosterschelde en in de Grevelingen. Vlakbij het Kabbelaarsrif hebben ze begin juli dit jaar een wrak laten zinken: dat staat zeker op de planning. Een poging was ook om op Plompe Toren eens te duiken en de tweede pijler van de Zeelandbrug. Je kan het allemaal lezen of dit lukt of niet en wat we allemaal gezien hebben. Samenkomst bij Roel thuis om elf uur 's morgens. Iedereen heeft duikspullen klaar staan, iedereen heeft een gevulde fles, dus we kunnen direct naar de Zeelandbrug vertrekken, naar Zierikzee dus. We komen aan na een korte pauze aan de brug zelf, want die stond voor de verandering nog eens open, maar we zijn goed op tijd om de kentering te halen. Iedereen is snel klaar en we stappen naar de duiktrap om daar te water te gaan, dan naar de tweede pijler boven water te snorkelen en daar de duik te starten.
We hopen niet direct op goed zicht, want de meldingen de laatste dagen en weken zijn niet zo goed op de Oosterschelde. Net als vorige week ook hier aan de Zeelandbrug zou het zicht wel eens tegen kunnen vallen. Met vier (Roel, Eef, Jurgen en Timo) snorkelen we naar de tweede pijler. Het is nog niet precies de tijd van de kentering, maar nog iets vroeger, dus we voelen al wel goed dat het nog wat stroomt. J is er eerst, dan R, daarna komt E ook toe aan de tweede pijler en als laatste komt T erbij hangen. Een beetje buiten adem, want hij heeft de verste toer gedaan. Op dat moment vond hij het niet echt goed, want hij had een paar keer op zijn adem gepalmd, maar is toch blij dat hij ter plekke is en nog even kan rusten voor de duik te starten. Het minste en geringste dat je even niet beweegt en denkt: ik ga even op adem komen - ben je direct uit koers geslagen. Al bij al is iedereen opgelucht dat er geen ongevallen gebeurd zijn vandaag. We kunnen dus starten en in het midden van de pijler gaan we naar beneden. Na de eerste paar meter vertakt die pijler zich als het ware op drie verschillende poten. We duiken een halve meter eronder en vinden de middenste. Het zicht is zoals we gevreesd hadden niet super, maar toch een meter of anderhalve meter hier. We zakken en zakken. Timo stopt onderweg al een paar keer om enkele boompjesslakken te fotograferen en we genieten alle vier naast elkaar van de mooie begroeiing van deze betonnen pijler. De stroming valt onder water beter mee dan iedereen had kunnen hopen, want dat is niet zo erg.
De buddy-teams zijn de traditionele (J & B, E & T) voor het geval dat we elkaar moesten kwijtspelen, maar tot op de bodem blijven we goed naast elkaar en onder elkaar. Jurgen en Roel hebben ineens het vernuftige idee om onder ons te komen hangen, maar op zich maakt het niet veel uit. Beneden op vijftien meter diepte zien we direct nog enkele boompjesslakken, veel zesterren, veel mosselen, oesters en een kleine zeenaald. Er waren een paar buddies die dachten dat we onze missie al hadden, want de hele bedoeling was om hier een zeepaardje te kunnen spotten. Voorlopig niet dus. We duiken tegenwijzerszin rond het middelste deel van de pijler, zien wel verschillende soorten onderwaterleven, maar geen zeepaardje en ook niet echt iets nieuws dat we in het verleden nog niet gezien hadden. Maar we moeten wel zeggen dat het heel erg mooi is hier. Veel baksteenanemonen hebben zich een plaats verschaft op de pijler en die kleuren dan mooi op in het licht van je duiklamp. De afspraak was dat we maximum een uur gingen duiken om zeker te zijn dat iedereen ongeveer op hetzelfde uur uit het water kwam. Dan kun je eventueel nog handelen als er een van ons een probleem heeft. We ronden de pijler helemaal en kiezen dan bijna volledig noord om terug richting kant te gaan. Het gaat eerst vanop vijftien meter nog dieper naar bijna negentien en dan gaat het stilaan terug naar boven. We duiken dan ook terug richting kant.
Timo heeft het kompas goed onder controle en volgt goed de koers, kijkt niet constant maar zorgt wel dat hij altijd ongeveer dezelfde richting uitzwemt - een paar graden verschil kan niet zo'n kwaad uiteindelijk. Op het diepste punt van deze duik zien we een verrassend schouwspel: het water, stroming en misschien ook de dieren hebben hier in het slib op de bodem een 'special effect' verzorgd. Er zitten wat gaten in de bodem en de structuur is wel heel erg mooi en iets dat we nog niet eerder zagen. Dan zetten we onze duik verder richting kant. We spotten op de weg een hele hoop bruine plooislakken, zelfs een grote met een paar kleintjes ernaast, maar ook een paar groene wierslakken en heel erg veel blauwtipjes. Die blijven we erg mooi vinden en Timo neemt ondanks het slechte zicht toch een paar leuke plaatjes. Voor de rest is er niet zo erg veel te melden, hoewel een grote schar is toch de moeite om te rapporteren. Timo dacht eerst dat het een tong was, maar dat bleek dan toch niet waar te zijn. Na ongeveer een drie kwartier duiken bereiken we het minder diepe gedeelte van de Oosterschelde en Timo is dan toch blij dat we zonder problemen hier geraakt zijn. We hebben steeds respect voor deze duikplaats en voor de Oosterschelde in het algemeen, dus toch een beetje voorzichtig. Wanneer we een diepte van een meter of vijf zes halen, doen we onze safety stop en duiken nog even in westelijke richting. Timo denkt zich te kunnen oriënteren en denkt dat we nog even moeten verder duiken om de trap te bereiken en daar dan makkelijk uit het water te raken.
En dat zal later ook blijken te kloppen. We spotten eerst nog wel een diersoort, die we in het verleden nog niet gezien hebben: de kleine hoefijzerworm. Op een grote rots zien we enkele kleine buisjes met mooie waaierachtige tentakeltjes op het uiteinde. Ze zijn helemaal wit, maar kunnen ook wel rose zijn: degene die wij zien zijn perfect wit en het is een mooie nieuwe ontdekking op de Zeelandbrug: heel erg leuk. We stoppen de duik op perfect zestig minuten zoals afgesproken en zien dat J en R aan de vroegere trap uit het water proberen te komen. Ze zijn een beetje aan het sukkelen, maar het lukt hen toch. Terug naar de auto stappen en dan naar Scharendijke naar De Kabbelaar met de auto. Daar aangekomen zorgen we dat we de grootste prioriteit eerst behandelen: een Duvel drinken. Dat lukt goed samen met een paar bitterballen en daarna nog een tweede Duvel. E heeft voor iedere buddy een cadeautje mee: een Duvelglas en een T-shirt van een sepiola met een uitspraak van vorig jaar: "I think you are taking me in the mailing". Daarna pakken we alles uit de auto, zetten duikgerief beneden en slaapgerief boven op de kamer. Dan zijn we eigenlijk al klaar om straks een tweede duik te doen hier op het huisrif richting wrak Le Serpent.
Voor donker doen we dit al: vertrekken aan het einde van de houten pier die hier enkele jaren geleden is aangelegd en dan naar het wrak boven water. Snorkelen hebben we vandaag wel al voldoende gedaan. Afhankelijk van het standpunt is dit goed of slecht voor je BMI. LOL. Op minder dan tien minuten zijn we aan de rode boei om daar onze kop onder water te steken voor de tweede duik van de dag. Een wrakduik op een betonnen wrak dat hier neergelegd is. Jammerlijk is dit niet op de plaats terecht gekomen waar het zou moeten zijn, maar dat is een voordeel voor de gevorderde duiker, een nadeel weliswaar voor de beginnende duiker. We zien het eerste deel van het wrak rond een meter of twintig dankzij het goede zicht van toch een meter of vijf. Timo eerst en daarna de anderen volgen een ijzeren draad langs het wrak in de richting van het andere uiteinde van het wrak. We gaan nog tot het binnenste van het wrak en het diepste tot bijna dertig meter. Hier zorgen we wel dat we goed blijven navigeren en zorgen dat we steeds weten hoe we eventueel terug uit het wrak zouden kunnen komen. Dat lukt vrij goed, maar de meesten hebben het toch een beetje benauwd in het wrak zelf. Je ziet enkel een streepje lucht dat tegengehouden wordt door het beton van het wrak, maar je bent al snel je oriëntatie kwijt. Daarom hebben we natuurlijk een kompas en de goede oriëntatie van de duikleider om de juiste richting ten allen tijde terug te vinden.
We bereiken het open dek van het wrak zonder problemen en duiken verder tot het einde waar we de boei zien waar we eventueel terug naar boven kunnen. Even checken bij de buddies hoeveel lucht ze allemaal nog hebben en dan terug richting kant, want iedereen had nog voldoende lucht in de fles. Op het wrak is nog niet veel te zien omdat het er nog maar een maand ligt en we weten ook niet zeker of dit in de toekomst nog zal gebeuren, want het ligt toch heel erg diep. Het enige leven dat we op het wrak zien is een zeenaaldje, twee krabben en een wand begroeid met zakpijpen: niet veel soeps dus. Iedereen heeft nog voldoende lucht om terug te duiken naar de kant, so no problemo om verder te gaan. Perfect zuidelijk navigeren en je komt er wel. Dat doet T dan ook en hij komt al snel op een zanderige, slibachtige donkere bodem. Het is echt een straf zicht. Als je met de hand zwaait en tien centimeter van de bodem stopt, creëer je nog een grote stofwolk ahcter je. Gelukkig duiken we met vier op een rij, dan heeft er niemand last van. Als je nu dezelfde beweging maakt en twintig centimeter verder stopt van de bodem, zie je het slib en de bodemsamenstelling natrillen van de druk die je beweging uitoefent. Leuk om dit eens te kunnen zien. Tien meter hoger beginnen we stilaan wat meer leven te zien: eerst een eenzame krab, dan oesters met zakpijpen en dan het volledige bestand zoals overal hier rond deze duikplaats: zeeanjelieren, noordzeekrabben, kleinere krabjes, zeenaaldjes, botervisjes, zeedonderpadden: het is hier echt prachtig. We bereiken rond drie kwartier de reefballs en bekijken goed wat hier allemaal te zien is: enkele grote, immense kreeften hebben hun schuilplaats gevonden in het midden van de reefballs. We duiken rechts de reefballs af en op het einde beslissen we terug te gaan naar de kant. We komen na iets meer dan een uur uit aan het einde van de pier waar we gestart zijn en kunnen dan naar binnen via de achterdeur van de Kabbelaar om daar ons duikmateriaal te spoelen, het op te hangen en ons te douchen. Yes, dat doet deugd.
Afspraak na de douches om iets te eten en te drinken en daarna te gaan slapen. We eten drie cheeseburgers met friet en een saté met pindasaus. Typisch Nederlandse kost: niet zoals we gewend zijn in België, maar daarvoor komen we ook niet hiernaartoe. We vullen de logboeken in, praten wat na over de duiken van vandaag en kijken al vooruit naar wat we morgen gaan doen. Timo belt snel nog even naar huis want hij wil horen hoe de duikinitiatie van Veerle, Sarah en Famke is geweest bij ScubaLibre: een succes, dus iedereen is content. Ongeveer rond middernacht heeft iedereen voldoende gegeten en gedronken, dus dan is het ook tijd om te gaan slapen. Morgen duiken we opnieuw.
Zaterdag 6 augustus 2011: Grevelingen, Scharendijke: Kabbelaarsrif
We staan allemaal op ongeveer rond hetzelfde uur en gaan ontbijten beneden in het restaurant van De Kabbelaar. Alles goed verzorgd en lekker, net als vorig jaar is dit een echte aanrader voor wie eens dichtbij, niet te duur een duikweekendje wil doen. Je krijgt er koffie, waarschijnlijk ook andere dranken, broodjes, sandwiches, pistolets met kaas, ham en andere dingen om op de boterham te doen bj het ontbijt. Het is echt allemaal dik OK. Na het ontbijt is er even een beetje een discussie wat de planning allemaal gaat zijn vandaag. Doen we een duikje hier in de buurt of rijden we naar de Oosterschelde of misschien nog iets anders. Iedereen ziet het het beste zitten om hier een duikje te doen voor het bezoek langskomt. An en Aagje van Roel komen af en Veerle van Timo en ook de ouders van Roel en Eef. We maken dan maar alles klaar om hier op het huisrif een duikje te doen. Ju vult de flessen beneden, echt zalig dat je hiervoor niet naar buiten moet en gewoon de flessen hier kunt vullen. Flessen gevuld, iedereen alles bij elkaar gepakt, dan maar optuigen voor de eerste duik van de dag: Kabbelaarsrif.
We stappen de deur uit, wandelen naar de trap rechts van ons en steken daar de dijk over om de starten net voorbij de tweede pier. Op deze pier staat een houten huisje op palen en dat is een goede aanduiding waar je te water kunt gaan. Onze bedoeling is om toch een duikje te doen van ongeveer een uur en dan iets te eten en ene te gaan drinken. We starten de duik al schitterend. Timo spot een kleine kwal, maar wel een hele mooie, zeker Roel vindt dit schitterend. We merken al onmiddellijk dat het zicht nog steeds erg goed is, want we zien al snorkelend tot waar het wat dieper is bijna contant de bodem. En dan kunnen we beginnen duiken. Vier op een rij: E, dan T, Ju en R, het lukt ons vrij aardig om bij elkaar te blijven. We starten op een diepte van een meter of vijf, duiken nog een beetje verder uit om wat meer diepte te halen en zakken dan bijna loodrecht nog een tweetal meter. En daar doen we al direct de tweede ontdekking van de duik: een sepiola: yes, onze duik kan al niet meer stuk. We blijven even hangen en de sepiola is iets groter dan we ons menen te herinneren van vorig jaar, misschien lijkt het alleen maar zo. In elk geval bekijken we het beestje hoe het even verderzwemt en dan zich een beetje ingraaft. Wanneer we te dicht komen is het beestje een beetje overstuur en graaft zich nog verder in in het mulle zand. We kunnen dan alleen het bolle lichaam nog zien met de twee grote ogen erop. Dan is het natuurlijk wel iets makkelijker om te fotograferen. Iedereen is altijd blij om een sepiola te kunnen zien. Waar we vorig jaar moeten wachten hebben tot de duik op het Koepeltje zien we nu al deze ochtend eentje: schitterend. Het belloft een leuke duik te worden deze ochtend.
We duiken verder onder leiding van Timo; het is wel duidelijk dat Ju en Roel ook af en toe eens koers meevolgen, maar moeilijk duiken is het hier niet. We volgen de wand op een diepte van tien - elf meter aan onze linkerkant en daarna is het de bedoeling om op negen meter te blijven om zo naar het platform te gaan of terug naar de kant te keren indien de lucht op is of de tijd op is. We volgen dus het rif en zien de uitbundige begroeiing van de stenen hier: baksteenanemonen, zeeanjelieren, sponzen en andere. De holen geven een goede behuizing voor de grote en vele noordzeekrabben en de Europese zeekreeften. We staan er niet vaak bij stil, maar deze duik hier bevalt ons steeds heel erg goed. We herinneren ons nog of het gisteren was toen we hier de eerste keer doken en toen zo verbaasd waren wat we hier allemaal zagen. Nu opnieuw valt het ons op hoe mooi een duik hier aan de Kabbelaar eigenlijk wel is. Toppie: we genieten! En dan schiet er ineens een groot uitgevallen dikkop vantussen de rotsen. Een heel erg grote dikkop (in het Algemeen Nederlands: kikkervis). Eerst weten we niet direct wat het is, maar Timo denkt dan aan een vorskwab en ja dat wordt daarna ook bevestigd door de gids van Zeelands onderwaterleven. We zetten onze duik verder en zien nog meer kreeften, krabben, zeedonderpadden, grondels en een eenzame paling. Dit is slechts een korte samenvatting van wat we gezien hebben. We komen nog een paar vorskwabben tegen verder tijdens de duik, ook verscheidene botervisjes, we kunnen niet klagen van deze duik, want we genieten er erg veel van.
Wanneer we ongeveer vijftig minuten gedoken hebben, heel erg rustig op ons gemak wil dit zeggen, bereiken we het einde van de breukstenen en zien we enkel nog zand. Van het uitbundige leven van tussen de stenen is hier minder sprake, maar we hebben kans op een sepiola eerder hier dan tussen de rotsen. We volgen de dieptelijn van negen meter, dan moeten we steeds bij het platform aankomen. Het zit ons goed mee vandaag, want we zijn elkaar nog geen seconde kwijtgespeeld, we duiken nog steeds met vier naast elkaar: het valt ons dan ook op dat we goed op elkaar ingedoken zijn. En dan eindigen we de duik zoals we hem begonnen zijn: een tweede sepiola, merci Carola (E) voor het spotten. We blijven hier opnieuw even hangen bij de sepiola, zien hem/haar de gewoonlijke capriolen uithalen. Het beestje probeert aan onze aandacht te ontsnappen door zich in te graven. Wanneer het merkt dat het niet lukt probeert het aan te vallen, maar ook daarvan zijn we niet echt onder de indruk. Na een dikke vijf minuten vindt de sepiola dat het genoeg is geweest en vlucht weg vlak voor de lamp van Roel. Hij probeert die nog even in het licht te volgen, maar dat lukt niet: eens het kleintje op gang is, is die niet meer te stoppen. Dan duiken we nog de laatste vijf minuten verder tot we onze safety stop moeten doen en uiteindelijk steken we oze kop boven, precies op de plaats waar we moesten zijn. Dat is weeral goed gepland, gedoken en genavigeerd van ons. We zijn goed bezig.
De bezoekers zijn er ondertussen allemaal en we gaan dan ook iets drinken in het dorpje Scharendijke zelf. Een lekkere Duvel kan er in goed gezelschap best wel in. We hebben An, Aagje, Veerle, Maurits en Betty. Trouwens merci Betty voor het lekkere broodje deze middag: dat was een prachtig initiatief en heel erg lekker. Thanks van ons allemaal! De duikers hebben hun gerief al op hun plaats gezet, alles afgespoeld en een douche genomen. We trekken naar een leuk terrasje in het dorp met de hele kliek en het is best gezellig met een drankje. Sommigen onder ons hebben er iets te veel op aan het einde van de middag en die beslissen na het avondeten dan ook om geen avond-/nachtduik te doen, maar gewoon nog wat verder te genieten van een Duvel en wat gezever. J en E duiken wel nog. Ze doen dezelfde toer als deze ochtend, maar dan omgekeerd. Ze zien ook dezelfde dingen en zelfs nog drie sepiola's. Ze genieten van de duik en het is hen gegund natuurlijk ook. Op het einde van de avond nog een drankje en tegen middernacht gaan we allemaal pitten.
Zondag 7 augustus 2011: Afsluiten
Opstaan doen we rond hetzelfde uur en ondanks een beetje Dafalgan heeft Timo toch een beetje een harig huisdier in de buik. Dat is niet zo leuk, maar er was gisteren ook veel te veel Duvel gevloeid. We ontbijten en discussiëren een beetje wat de plannen nog zijn voor vandaag. Duiken of niet duiken? Er is veel wind en het zicht is volgens de duikers die uit de Grevelingen komen niet fameus, dus de beslissing wordt genomen om toch niet meer te duiken. We hebben dan wel één of twee duiken minder gedaan dan vorig jaar, maar het was toch wel geslaagd. We rekenen af in De Kabbelaar en rijden met de wagen naar Kalfort om daar nog iets te drinken. Lang trekken we het niet meer, want alles moet nog gespoeld worden en morgen moet iedereen gaan werken en Roel vertrekt deze nacht op vakantie. Dus in het kort rijden we naar Kalfort, drinken nog twee Duvels in café Coolhem en dan rijdt iedereen naar huis toe.